De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Toelichting. Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
De meeste schrijvers (en andere mensen) weten dat het woordje 'en' niet achter een komma of punt kan. Er is een minuscule kans dat het mag. Misschien dat het 1 op de 50 keer wordt toegelaten. Sommige schrijvers komen er nog mee weg door te zeggen dat dat hun schrijfstijl is.
Mag een zin beginnen met het woord en? Ja, een zin mag beginnen met en. Het is een hardnekkig misverstand dat dat niet zou kunnen. Grammaticaal is er geen enkel bezwaar tegen; het is vooral een kwestie van smaak en tekstverzorging.
#taaltip In 'en-en' en 'of-of' is een liggend streepje het best, in 'en/of' een schuine streep. Bij nadruk is het 'én-én' dan wel 'óf-óf'.
Als twee samengestelde woorden een gemeenschappelijk deel hebben en je noemt ze na elkaar met 'en' of 'of' ertussen, kun je bij een van de twee woorden dat gemeenschappelijke deel vervangen door een streepje. Als het laatste deel van beide woorden gelijk is, schrijf je dat deel alleen bij het tweede woord.
Welk teken gebruik je voor nadruk: is het bijvoorbeeld wèl of wél? Juist is wél. Bijvoorbeeld: 'Het beleid is wél zinvol. ' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Zinnen die beginnen met voegwoorden als 'en' of 'maar' of 'want' of 'omdat'. Voegwoorden zijn woorden die deelzinnen met elkaar verbinden. Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen.
Op 'een' worden accenttekens gezet als het om het telwoord gaat én als het telwoord met het lidwoord verward kan worden. De accenttekens worden ook gezet als het telwoord speciale nadruk krijgt: één, niet twee of meer. De twee lettertekens vormen één klank.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Je schrijft geen extra punt aan het einde van een zin als de zin eindigt met de punt van een afkorting. Je schrijft geen extra punt aan het einde van een zin als de zin eindigt met een punt van een citaat voor de aanhalingstekens. Je schrijft geen punt na een titel of achter een adres.
(algemeen) Het beletselteken bestaat uit een reeks van drie punten en kan op verschillende manieren gebruikt worden. Het kan aangeven dat een gedachtegang niet helemaal wordt afgemaakt en dat de lezer geacht wordt dat wat ontbreekt zelf aan te kunnen vullen.
in een opsomming, maar niet voor het woordje 'en' voor voegwoorden. tussen bijvoeglijke naamwoorden. voor of na een aanspreking.
Veelgestelde vragen. Waarvoor gebruik je een dubbele punt? De dubbele punt gebruik je direct voor een opsomming, citaat of uitleg. De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”.
Nevenschikkende voegwoorden staan tussen woorden, woordgroepen en deelzinnen die grammaticaal een gelijkwaardige functie hebben. Voorbeelden van nevenschikkende voegwoorden zijn en, of, ofwel, maar, want.
Ik heb nog één appel voor je. Hier is één niet het lidwoord, maar het telwoord: 1 appel. Ik heb nog één appel betekent dat er echt nog maar 1 appel is.
een onbepaald lidwoord en wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Zie één.
In de vaste combinatie een en ander zijn accenttekens overbodig. We schrijven accenttekens op een als het een telwoord is dat ten onrechte als het lidwoord een, met een toonloze e zoals in de, zou kunnen worden gelezen.
Een zin kan ook beginnen met echter om een tegenstelling aan te geven. Na echter volgt een leespauze, in geschreven taal weergegeven door een komma, en er treedt geen inversie op.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
Minder komma's
Tik geen komma na een korte hoofdzin of na een 'gewoon' eerste zinsdeel. Zet wél een komma bij zinnen die beginnen met voegwoorden als maar, omdat, want, hoewel en als de zin begint met een bijzin.
é en è zijn accenten die verschillend worden uitgesproken: é (heet het accent aigu) als in het woordje 'eend'. Dit is dus een lange ee klank. è (heet het accent grave) als in het woordje 'ben'.
Soms zie je ook hé geschreven waar er hè bedoeld wordt. Maar dat onderscheid is onverbiddelijk: zeg je [hee] (rijmt op “zee”), dan schrijf je hé; zeg je [heh] (zoals “het” zonder de t), dan schrijf je hè.
Er komen klemtoontekens op voor als voor ten onrechte onbeklemtoond zou kunnen worden gelezen. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (vóór). Als er geen foutieve interpretatie van de zin mogelijk is, is het aan te raden om geen klemtoontekens te gebruiken.