Is het de of het doel In de Nederlandse taal gebruiken wij het doel.
Wat is het verschil tussen de en het? 'Het' is voor onzijdige woorden.'De' voor mannelijke en vrouwelijke woorden.
Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
Het vragend voornaamwoord welk krijgt de vorm welke als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat. Bij een enkelvoudig het-woord is welk de correcte vorm.
Onbepaald: een, geen
de en het ('t) zijn bepaalde lidwoorden, een ('n) en geen noemen we onbepaald.
'Ajax' is onzijdig: 'het Ajax van nu', niet vrouwelijk.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het uur.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huis.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag! Hij heeft elke factuur netjes betaald.
Aantal is een het-woord en wordt in principe gecombineerd met dat als het bepaald lidwoord het eraan voorafgaat. (1) Het aantal dat jij noemt, is vrij hoog. Maar als het aantal gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord in het meervoud (bijvoorbeeld dossiers, mensen) is zowel dat als die correct.
Plan is een het-woord.
Is het de of het front
In de Nederlandse taal gebruiken wij het front.
Zout is een onzijdig woord (een het-woord). Daarom zijn de volgende zinnen juist: 'Mag ik het zout? ', 'Dit zout is roze', 'Dat zout was vroeger peperduur.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de alcohol.
Is het de of het rooster
In de Nederlandse taal gebruiken wij beide lidwoorden voor rooster.
Is het de of het kind
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kind.
Is het de of het fiets
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fiets.
Is het 'de stoel' of 'het stoel'?
Het is 'de stoel', want stoel is mannelijk.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de voet.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ochtend.
Is het de of het weekend
In de Nederlandse taal gebruiken wij het weekend.
Namen van steden, landen en werelddelen zijn doorgaans onzijdig. Een aanwijzing hiervoor is dat we voor die namen het lidwoord het kunnen zetten, bijvoorbeeld: Brugge is het Venetië van het Noorden, het Frankrijk van na de oorlog.
De woorden stad, gemeente, dorp, land
Stad is bijvoorbeeld mannelijk en vrouwelijk (en heeft dus twee verwijzingsmogelijkheden), gemeente is vrouwelijk. Dorp en land zijn onzijdig; dan blijven de verwijswoorden dus het en zijn.
Bedrijf is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bedrijf, bestuur of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers. Toch is er een vrij grote groep taalgebruikers die dat gebruik afkeurt.