De deksel en het deksel zijn allebei juist. Woorden die eindigen op het achtervoegsel -sel zijn eigenlijk altijd het-woorden (onzijdige woorden). Denk bijvoorbeeld aan het baksel en het achtervoegsel. Ook deksel was vroeger uitsluitend onzijdig.
Wat is het verschil tussen de en het? 'Het' is voor onzijdige woorden.'De' voor mannelijke en vrouwelijke woorden.
Ezelsbrug: Voorkomen van lidwoordfouten
Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
Een deksel is een object, bedoeld om een hol voorwerp (bijvoorbeeld een put, vat of ton, voorraadpot of een kook- of braadpan) af te sluiten. Een deksel kan vele vormen hebben, afhankelijk van hetgeen het afdekt.
Zowel de matras als het matras is correct. In België wordt matras voornamelijk als de-woord gebruikt. In Nederland is zowel de matras als het matras gangbaar.
Krat kan zowel een de-woord als een het-woord zijn.
U kunt uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe. Als u de krat zegt, zegt u ook die/deze krat, elke krat, onze krat en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de volle krat, een volle krat, volle krat.
Zout is een onzijdig woord (een het-woord). Daarom zijn de volgende zinnen juist: 'Mag ik het zout? ', 'Dit zout is roze', 'Dat zout was vroeger peperduur.
6. slang: een ons marihuana . "Hij wilde privacy. Hij had een vat bier en een dopje dope gekocht en hij wilde niet dat zijn ouders het wisten."
klep (zn) : klap, deksel, flap, klepper. lid (zn) : deksel, dop.
Een deksel is voor een container waarvan de opening vrijwel net zo groot is als de container zelf. Een dop is voor een fles, en daarbij is de opening kleiner dan de fles.
Is het de of het raam
In de Nederlandse taal gebruiken wij het raam.
Zowel het deken als de deken is correct in de betekenis 'grote lap stof waarmee men zich bedekt tegen de kou'. In België wordt meestal het deken gebruikt, in Nederland bijna uitsluitend de deken. U kunt uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag!
Is het de of het bed
In de Nederlandse taal gebruiken wij het bed.
Normaal gesproken spreken we the uit met een korte klank (zoals "thuh"). Maar als the voor een klinkerklank komt, spreken we het uit als een lange "thee" . Als we de nadruk op een bepaald woord willen leggen, kunnen we "emphatic the" [thee] gebruiken, ongeacht of het woord begint met een medeklinker of klinkerklank.
Het Nederlands kent er drie: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Elk substantief heeft een geslacht. 'Trein' is bijvoorbeeld mannelijk, en 'verandering' is vrouwelijk. Een voorbeeld van een onzijdig woord is 'water'.
iets waarmee je iets afsluit Voorbeelden: 'de ijzeren deksel op een put in de straat' , 'een open doos zonder deksel' , 'het deksel van een pan' Synoniemen: bedekking boerenhuis dekplaat dop kaasstolp kaft kap lid omslag stolp s...
Een kwast ook wel weer, noest of knoest genoemd in hout is de plaats waar een zijtak aan de boom groeide. In een boom heeft een tak een andere richting dan de stam van de boom, waardoor nieuwer hout om deze tak heen moet groeien en in de verdrukking komt.
Kanker is zo'n woord dat pijn doet, zeker als jij zelf of in je omgeving iemand met de ziekte te maken heeft (gehad). Toch is kanker een van de meest gebruikte scheldwoorden in Nederland. Ook online zie je vaak de afkorting kk.
Ouleh betekenis straattaal
Op straat wordt ouleh voornamelijk gebruikt als 'of niet dan? '. Toch zijn er ook mensen die zeggen dat de betekenis van het woord te vergelijken is met de term 'Wollah'. Laatstgenoemde term betekent 'ik zweer het op Allah'.
Is het de of het suiker
In de Nederlandse taal gebruiken wij de suiker.
Zout is namelijk verwerkt in bijna alles. Krijg je dag in dag uit te veel zout binnen, kan dit schade opleveren. Hierbij moet je denken aan hart- en vaatziekten (o.a. oedeem en hoge bloeddruk), nierziekten, botontkalking en maagkanker. Het lichaam heeft elke dag maximaal zo'n 5 tot 6 gram zout nodig.
Volgens Van Dale (1999), Verschueren (1996) en het Groene Boekje is stempel in de 'afdruk'-betekenis zowel een de-als een het-woord, maar alleen een de-woord als het om het werktuig gaat.