Is het 'de borg' of 'het borg'?Het is 'de borg', want borg is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die borg'.
Borg in de zin van het huurrecht is een bedrag dat door de huurder wordt betaald bij aanvang van de huurovereenkomst. Dit wordt ook wel een waarborgsom genoemd en is bedoeld als garantie dat de huurder zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst nakomt.
Wat is het verschil tussen de en het? 'Het' is voor onzijdige woorden.'De' voor mannelijke en vrouwelijke woorden. Hoewel er regels zijn, komt het uiteindelijk vaak neer op het één voor één uit je hoofd leren van "de" en "het" woorden.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
Dat het bijvoorbeeld het huis is en de woning, krijg je als moedertaalspreker van het Nederlands van jongs af aan 'vanzelf' mee. Het Nederlands heeft twee bepaalde lidwoorden: het voor onzijdige woorden en de voor mannelijke en vrouwelijke woorden.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag!
Zout is een onzijdig woord (een het-woord). Daarom zijn de volgende zinnen juist: 'Mag ik het zout? ', 'Dit zout is roze', 'Dat zout was vroeger peperduur.
Normaal gesproken spreken we the uit met een korte klank (zoals "thuh"). Maar als the voor een klinkerklank komt, spreken we het uit als een lange "thee" . Als we de nadruk op een bepaald woord willen leggen, kunnen we "emphatic the" [thee] gebruiken, ongeacht of het woord begint met een medeklinker of klinkerklank.
Is het de of het raam
In de Nederlandse taal gebruiken wij het raam.
Een waarborgsom (kortweg borg) geeft zekerheid dat de verhuurder aan het einde van een huurperiode niet achterblijft met achterstallige huur of kosten voor het verhelpen van door de huurder veroorzaakte schade aan een woning.
Een storting in financiën is meestal wanneer u geld overmaakt naar een bankrekening zoals een betaalrekening voor bewaring . Het kan echter ook andere betekenissen hebben. U moet bijvoorbeeld een storting doen, of een bepaald bedrag, bij een bedrijf om goederen of diensten veilig te stellen, zoals voor een huur.
onderpand (zn) : pand, zekerheid, waarborg, borg, zekerheidstelling, securiteit. verzekering (zn) : garantie, zekerheid, waarborg, borg.
Leren, leren, leren
Nog altijd is de beste methode om het goede lidwoord te kennen simpel, maar saai: het gewoonweg leren van elk substantief met het bijbehorend lidwoord.
Na een voorzetsel volgt altijd een niet-onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord. Onderwerpsvormen zijn ik, jij/je, hij, zij/ze, het, wij/we, jullie en zij/ze.
Wie/wat. Wie en wat kunnen aan het begin van een zin staan, zonder dat er een antecedent aan voorafgaat. Wie betekent dan 'degene die', en wat 'dat wat'. Wie niet mee wil doen, kan hier op ons wachten.
Thee kent zijn oorsprong in China en heet daar in het dialect van Fujian tê. Deze benaming zou door zeevarende Hollanders in West-Europa verspreid zijn, bijvoorbeeld in het Frans: thé, Engels: tea, Duits: Tee, Italiaans: tè.
Nou, de vuistregel is dat het "thee" [ði] is voor klinkers en "thuh" [ðə] voor medeklinkers . Maar veel mensen spreken het op de een of andere manier uit, wat ook correct is. Iedereen begrijpt je, zolang je een vorm van geluid maakt die lijkt op een van beide vormen van het woord.
Normaal gesproken spreken we the uit met een korte klank (zoals "thuh"). Maar als the voor een klinkerklank komt, spreken we het uit als een lange "thee".
Krat kan zowel een de-woord als een het-woord zijn.
U kunt uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe. Als u de krat zegt, zegt u ook die/deze krat, elke krat, onze krat en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de volle krat, een volle krat, volle krat.
Is het de of het suiker
In de Nederlandse taal gebruiken wij de suiker.
Zowel de eigendom als het eigendom is mogelijk. Er is wel een betekenisverschil. De eigendom is de (abstracte) omstandigheid dat je ergens eigenaar van bent. Het eigendom is concreter: dat is datgene wat je bezit zélf.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het bureau.
Is het de of het adres
In de Nederlandse taal gebruiken wij het adres.
De juiste schrijfwijze is factuur. Met de letter 'c' dus.