Zelfstandige naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn onzijdig. Altijd. College is dus een onzijdig woord.
'Het college blijft bij haar voorkeur'.
Hoe weet je welk woordgeslacht een zelfstandig naamwoord heeft? Onzijdige woorden zijn te herkennen aan het lidwoord het. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen allemaal de. In een woordenboek of spellinglijst kun je vinden of een de-woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is.
Vrouwelijke woorden zijn vaak herkenbaar aan hun vorm. Woorden die eindigen op: -heid, -nis, -ing, -st, -schap, – de, -te, -ij, -ie, -iek, -ica, -theek, -(i)teit, -tuur, -ade, -ide, -ode, -ude, -age, – ine, -se, -ee, -ose, -osis, -xis en -itis zijn meestal (maar dus niet altijd!)
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
We gebruiken het bezittelijk voornaamwoord haar om naar vrouwelijke woorden te verwijzen (de regering en haar standpunt) en het bezittelijk voornaamwoord zijn om naar mannelijke en onzijdige woorden te verwijzen (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).
Naast man en vrouw waren er volgens haar nog drie intersekse geslachten, waarbij uitwendige organen en geslachtskenmerken – zoals borsten, beharing en stemhoogte – niet overeenkomen met de seksechromosomen. Zo kan iemand met XX-chromosomen, eierstokken en een baarmoeder óók geboren zijn met een piemel.
Ook als burgemeester en wethouders het onderwerp in de zin is, hoort daar een meervoudige persoonsvorm bij, hoewel het om een vaste eenheid, een geheel, gaat. Burgemeester en wethouders duidt op één instelling, het college van burgemeester en wethouders, oftewel 'het dagelijks bestuur van een gemeente in Nederland'.
Ie is de gereduceerde vorm van hij. Ie wordt vooral gebruikt in gesproken taal, maar ook in informele geschreven taal of als men expliciet wil aangeven dat de tekst de weergave is van gesproken taal. Ie kan alleen worden gebruikt na een persoonsvorm of onmiddellijk na het inleidende woord van een bijzin.
in de meeste gevallen wanneer het woord eindigt op: -heid, -nis, -ing, -schap, -de, -te, -ij, -st. De onderneming en haar personeel. Een paar uitzonderingen zijn: het schilderij, het waterschap, het gezelschap, het burgerschap.
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.
Aspecten van seks zullen niet substantieel verschillen tussen verschillende menselijke samenlevingen en in de loop van de tijd, terwijl aspecten van gender enorm kunnen verschillen. Vrouwen kunnen menstrueren, terwijl mannen dat niet kunnen.Mannen hebben testikels, terwijl vrouwen dat niet hebben.Vrouwen hebben borsten ontwikkeld die doorgaans in staat zijn om melk te produceren, terwijl mannen dat niet hebben .
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Is het 'de universiteit' of 'het universiteit'?
Het is 'de universiteit', want universiteit is vrouwelijk.
de ziekenhuisschool
zelfst. naamw. een school voor kinderen die in het ziekenhuis verblijven.
Als je de telefoon opneemt en iemand vraagt naar je naam, zijn er verschillende manieren om te reageren. De meeste docenten Engels zullen je vertellen om te zeggen "This is he" en niet "This is him". Dit is een goed advies. Het is niet gebruikelijk om te zeggen "This is I" of "This is me". Hieronder staan enkele alternatieve antwoorden die vaak worden gebruikt.
Zonder trema zou je ie als één i-klank uitspreken.Met trema spreek je het uit als twee klanken: een i en een e. Het trema plaats je op de klinker waarmee de nieuwe lettergreep begint.
De Dikke Van Dale geeft de voorbeelden 'Wat zegt ie? ', 'Daar gaat ie. ' Dan vat je ie op als een variant van hij, en niet zozeer als een enclitische vorm. Een apostrof is niet aan te raden.
Zelfstandige naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn onzijdig. Altijd. College is dus een onzijdig woord.
Ze zijn samen het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). Het aantal wethouders van een gemeente is afhankelijk van het aantal raadsleden.
De namen van motormerken zijn in het Duits ook vrouwelijk: Enkele bekende motormerken zijn: die BMW, die Honda, die Vespa of die Yamaha. Let op: automerken zijn mannelijk. Je kunt het dus zowel hebben over die BMW als motor en over der BMW als auto.
Sommige non-binaire mensen noemen zich bijvoorbeeld genderqueer, agender of genderfluïde. Een deel van de non-binaire personen noemt zich ook transgender. Non-binaire mensen gebruiken vaak andere aanspreekvormen dan hij of zij, hem of haar.
Wanneer geslachtskenmerken niet alleen vrouwelijk of mannelijk zijn, dan heet dat intersekse. Mensen met een intersekse lichaam hebben zowel vrouwelijke als mannelijke biologische kenmerken.
Cisgender is de term voor mensen die zich goed voelen bij het geslacht dat is geregistreerd bij hun geboorte. Het is het tegenovergestelde van mensen die transgender zijn. Cis en trans zijn beide woorden die uit het Latijn komen.