Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we -e. Het gaat om deze woorden en andere die op dezelfde wijze worden gevormd: apetrots, apezat. beregoed, beresterk, beretrots.
Woordherkomst en -opbouw. Omdat bere- hier vooral een versterking van de betekenis van sterk aangeeft en in deze en vergelijkbare samenstellingen niet meer echt naar het zoogdier verwijst, wordt de tussenklank zonder -n geschreven volgens spellingregel 8.
Apenrots schrijf je volgens de pannenkoekregel met een tussen-n: apenrots. Dat doe je omdat het woord aap alleen een meervoud heeft dat eindigt op een n: apen. Daarom schrijf je ook apenkooi, apennootje, apenpak en apenstaartje. Apetrots betekent 'zo trots als een aap, erg trots'.
De tussen-n
Het is volgens deze regel zielenpoot (ziel heeft alleen het meervoud zielen). Daarnaast is het bijvoorbeeld aktetas (zonder tussen-n), omdat naast het meervoud akten ook aktes voorkomt. Er zijn veel uitzonderingen op deze hoofdregel. De officiële regels staan in de Leidraad van het Groene Boekje.
Groentensoep of groentesoep? Samenstellingen met groente moeten in de officiële spelling altijd zonder tussen-n geschreven worden, omdat groente niet alleen een meervoud op -n maar ook een meervoud op -s heeft. Officieel zijn dus alleen bijvoorbeeld groenteassortiment, groentepakket en groentesoep juist.
Het meervoud van zonnestraal is 'zonnestralen'. Eén zonnestraal, twee zonnestralen.
Het meervoud van 'blik' is blikken, maar het meervoud van 'dommerik' is dommeriken (met één k). Het is een bijzondere spellingsregel: het woord dommerik heeft geen klemtoon op de laatste lettergreep.
De correcte spelling is reuzeleuk, zonder tussen-n.
In samengestelde bijvoeglijke naamwoorden als reuzeleuk, reuzeblij en reuzegoed is reuze niet meer als een zelfstandig naamwoord te beschouwen, maar als een element met een louter versterkende betekenis ('heel erg'), dat hier de waarde van een bijwoord heeft.
Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit.
Is het beregezellig of berengezellig? De uh-klank die je hoort in /beruhvel/ schrijven we volgens de pannenkoekregel met een tussen-n: berenvel. Het eerste woord van deze samenstelling (beer) heeft namelijk alleen een meervoud dat eindigt op -en (beren).
Soms schrijven we niet -en maar -e, bijvoorbeeld in ziektekiem, secondewijzer, zonneschijn. Dat hangt af van de kenmerken van het linkerdeel van de samenstelling, in de voorbeelden dus de kenmerken van de woorden ziekte, seconde en zon.
Is het 'de maneschijn' of 'het maneschijn'?
Het is 'de maneschijn', want maneschijn is mannelijk.
1ei·gen·lijk (bijvoeglijk naamwoord) 1alle eigenschappen bezittend van; helemaal aan zijn naam beantwoordend2echt, werkelijk 2ei·gen·lijk (bijwoord) 1welbeschouwd: wat is hij eigenlijk?
Zie verder regel 1. - Woorden waarvan het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is, maar bijvoorbeeld een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord: brekebeen, hebbedingetje, drinkebroer, lachebek, trekkebekken, hogeschool, klassevent, rodekool, spinnewiel, wiegelied, wittebrood. Deze woorden krijgen nooit een tussen-n.
brekebeen: zwak persoon; onbekwaam iemand; beginneling; sukkel. Eigenlijk: iemand die erg zwakke benen heeft en ze licht breekt. Sedert de zeventiende eeuw.
Ruggespraak is geen samenstelling van rug en spraak. Het is een zogenoemde 'versteende samenstelling' en versteende samenstellingen krijgen in de officiële spelling geen tussen-n.
iemand na-apen (=iemand na doen.) doen wat iemand anders doet.
In het oorspronkelijke recept werd Koninginnesoep gemaakt van paddenstoelenbouillon en gevogeltebouillon samen, die werd gemengd met amandelbouillon. Door deze amandelbouillon kreeg de soep haar roomwitte kleur. Deze soep had als naam Potage à la Reine, wat vertaald kan worden als “Soep zoals de Koningin het wenst”.
tofferik - tofferiken ('fijne vent') valserik - valseriken. viezerik - viezeriken.
Beide vormen zijn klanknabootsingen van de baltsroep van onze bekendste weidevogel. Sommigen horen de vogel rijmen op riet, anderen op rit. Je zou dan verwachten dat het meervoud van kievit kievitten is, maar het gaat om een i-klank zonder klemtoon, net zoals in monniken of viezeriken, dus is het kieviten.
De correct gespelde meervoudsvorm is baby's.
De correcte spelling is pannenkoek, met tussen-n.
Gangbaarheid. Het woord stekeblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.