Je hebt gezocht op het woord: ALVAST. al·vast (bijwoord) 1nu al, voorlopig: ik ga alvast, kom jij zo ook?
We gebruiken al voor een lidwoord of een ander voornaamwoord. Bijvoorbeeld:al je geld, al die mensen, al die tijd. Net als alle gebruiken we het voor zelfstandig naamwoorden in het meervoud en voor ontelbare zelfstandig naamwoorden zonder meervoud. Hij heeft al die maanden voor haar gezorgd.
De combinatie ook al wordt in z'n geheel tot de toegevende voegwoorden gerekend. Ook al is dus vergelijkbaar met hoewel, maar gedraagt zich anders. Vergelijk: Hoewel hij de details niet begrijpt, kan hij het plan toch goed verkopen.
In verzorgde schrijftaal is dan de aan te bevelen vorm na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, liever) en na anders en combinaties met ander(e). Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde.
De oorspronkelijke betekenis van het Latijnse casu quo is 'in voorkomend geval, in welk geval'. Tegenwoordig wordt casu quo ook gebruikt in de betekenis 'en' of 'of', maar in veel gevallen kunt u dan beter en of of gebruiken. Voor casu quo wordt de afkorting c.q. gebruikt.
Alweer wordt in alle betekenissen als één woord geschreven. Alweer komt het meest voor in de betekenis 'opnieuw, nogmaals'. Zij is daar alweer met nieuwe vragen.
Voegwoorden kunnen nevenschikkend en onderschikkend zijn. Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
Voegwoorden zijn en, maar, want, dat, omdat etc. Het zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden. Als je twee of meer gelijkwaardige zinnen met elkaar wilt verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord (en, maar, want).
Betekenis al dan niet en synoniemen
Deze campagne is gericht op singles, koppels en gezinnen, al dan niet met kinderen. Je kan herschrijven als 'gezinnen met of zonder kinderen' of gewoonweg 'gezinnen' aangezien kinderen hier deel van uitmaken, of er nu zijn of niet.
Als alle naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we allen. Alle is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en alle ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd. Vaak gaat het daarbij om twee bijvoeglijke naamwoorden, twee zelfstandige naamwoorden of twee bijwoorden: gratis en voor niets; daarnaast en ook in één zin.
Daarom geeft een reden aan; daardoor wijst op een oorzaak. In de praktijk echter wordt daarom voor zowel redenen als oorzaken gebruikt.
Dus kan als voegwoordelijk bijwoord en als nevenschikkend voegwoord worden gebruikt. Als dus als bijwoord vóór de persoonsvorm staat, komt het onderwerp door inversie na de persoonsvorm.
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat.
[9] voegwoorden , bijv. als, alvorens, hoewel, nadat, of ; [10] tussenwerpsels , bijv. bah, hè, foei, ach, o .
Een hoofdzin is het makkelijkst te herkennen aan het feit dat het onderwerp en de persoonsvorm altijd naast elkaar staan. In een bijzin is dit in de regel juist niet zo: Ik hoefde niet te weten dat je zo'n crimineel verleden had.
Want is een nevenschikkend voegwoord: in de erop volgende zin staat de persoonsvorm vooraan. Omdat is een onderschikkend voegwoord: in de erop volgende bijzin staat de persoonsvorm achteraan. Ik open het raam, want het is hier veel te warm.
Beide spellingen zijn mogelijk. Zo ver wordt in twee woorden geschreven als er een afstand in ruimte of tijd mee wordt uitgedrukt. De afstand kan ook minder letterlijk zijn, vaak wordt zo ver dan als twee woorden geschreven, maar aaneenschrijven is ook correct.
Nee, weeral is geen standaardtaal. In de standaardtaal gebruiken we alweer, weer of opnieuw.
Het woord alweer kan op verschillende manieren gebruikt worden: het kan 'weer, nogmaals, opnieuw' betekenen (zin 1 en 2), het kan aanduiden dat iets snel gegaan is (zin 3), en het komt voor in de combinatie ook alweer (variant: ook weer), waarmee een onzekerheid wordt uitgedrukt (zin 4).
Dan wel betekent 'of' of 'of anders'. Een paar voorbeelden met dit dan wel: Je moet een negatieve testuitslag dan wel een vaccinatiebewijs kunnen laten zien. Via het contactformulier kunt u een afspraak maken dan wel een offerte aanvragen.
In modern Nederlands zouden we zeggen: 'als dat geval zich voordoet', 'als dat nodig is'. C.q. geeft vaak een volgorde aan: als het ene niet mogelijk is, gebeurt het andere. Als ergens staat 'A c.q. B is aansprakelijk', betekent dit bijvoorbeeld 'in eerste instantie is A aansprakelijk, in tweede instantie B'.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin). Gebruik doordat voor oorzaak (derde voorbeeldzin).