Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen De hoofdregel is dat bestuurders voorrang moeten verlenen aan andere bestuurders die van rechts komen. Maar er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg.
Bij een kruispunt zonder voorrangsregeling moet u aan bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. Je moet aan alle bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. Dit betekent ook dat je aan fietsers die van rechts komen voorrang moet verlenen. Dit geldt niet voor voetgangers, zij zijn geen bestuurders.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Verkeer uit een uitrit heeft moet weer al het ander verkeer voor laten gaan, Ook al komen ze van rechts. Ook geldt de regel rechts heeft voorrang niet bij alle verkeersdeelnemers, maar alleen bij bestuurders. Een voetganger heeft dus geen voorrang op een auto, ook al komt hij van rechts.
Nederland. Voor bestuurders gelden in Nederland de volgende voorrangsregels: Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Deze regel geldt niet voor bestuurders die van een onverharde weg komen, zij verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Artikel 49 van het RVV zegt dat bestuurders blinden die zijn voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen voor moeten laten gaan. Dit geldt overigens voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen. Bij mensen die zich moeilijk voortbewegen kun je denken aan voetgangers met een stok, looprek of rollator.
Bij gelijkwaardige kruispunten geldt dat u, als u van rechts komt, voorrang heeft op de colonne zolang het voorste voertuig nog niet is gepasseerd. Wanneer het voorste voertuig al is gepasseerd, heeft u geen voorrang en mag de colonne dus niet doorkruist worden.
Je rijdt een drempel op. Een kruising met deze markering aan alle zijden is een gelijkwaardige kruising.Hier hebben bestuurders van rechts voorrang.
In de zij, gas bij” – om te onthouden wanneer je een voetganger voorrang moet geven.
De snelheidsbeperking van 30 km/u is van kracht in alle fietsstraten en fietszones. Auto's of andere motorvoertuigen mogen fietsstraten inrijden maar zijn gehouden aan die maximumsnelheid, zodat ze de veiligheid van de fietsers garanderen. Ze mogen de fietsers op geen enkel moment inhalen.
Over het algemeen kun je de volgende regels voor voorrang en voor laten gaan aanhouden: Bestuurders die van rechts komen, hebben voorrang. Dit geldt bij een gelijkwaardig kruispunt. Bestuurders die op een doorgaande hoofdweg rijden, hebben in veel gevallen voorrang op bestuurders op de kruisende weg.
Het gele bord dat je hier ziet, geeft aan dat je op een voorrangsweg rijdt en voorrang hebt op de volgende kruispunten.
We zetten de regels voor je op een rij. Onze eerste tip: let bij voorrangssituaties altijd goed op de verkeersborden en -tekens zoals bijvoorbeeld haaientanden en voorrangsborden. Als er geen tekens zijn fiets je op een gelijkwaardige kruising.Dan heb je voorrang als je van rechts komt.
Een in- en uitrit herkennen
Het is geen kruispunt, maar een constructie waarbij het terrein direct aansluit op de openbare weg. Het kan ook voorkomen dat het geen particulier terrein is, maar een uitrit van een woonwijk.
Het einde van een erf is een uitrit en is te herkennen aan het verkeersbord G6. Bij het verlaten van een uitrit moet je al het andere verkeer, dus ook voetgangers, voor laten gaan.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
De hoofdregel is dat bestuurders voorrang moeten verlenen aan andere bestuurders die van rechts komen. Maar er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
De hoofdregel, rechts heeft voorrang
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens.
Het eerste voertuig van een rouwstoet valt niet onder de regeling en moet zich dus aan de normale voorrangsregels houden. Nadert u de volgauto's van een rouwstoet, dan gelden de volgende regels: Als weggebruiker moet u op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet.
een tram moet zich houden aan de geldende maximum snelheid, behalve op plekken waar hij geen rekening hoeft te houden met andere weggebruikers. een tram moet voorrang geven aan voetgangers die oversteken op een zebrapad. als er haaientanden op de trambaan staan, moet de tram voorrang verlenen aan kruisende bestuurders.
File: een rij soldaten die achter elkaar staan. Soldaten in een rij staan in een colonneformatie . Flank: de rechter- of linkerzijde van een formatie, zoals waargenomen door iemand die in de formatie staat. Formatie: een ordelijke verzameling militair personeel. Rang: een rij soldaten die naast elkaar staan.
Wanneer een hulpdienst, zoals brandweer, ambulance of politie, blauwe zwaailichten én sirenes voert, dan moet je dit voertuig voorrang verlenen. Nadert een voertuig met blauwe zwaailichten zonder sirene? Dan is voorrang geven niet verplicht, maar de zwaailichten staan niet voor niets aan.
Lichtgevoeligheid. Sommige blinden en slechtzienden hebben last van overgevoeligheid voor licht (fotofobie), zelfs als ze geen zicht meer hebben. Fel licht kan pijn, ongemak en wazig zien veroorzaken. Een zonnebril met donkere glazen kan helpen om het licht te verminderen en het comfort te verbeteren.
AP-stijl: In de categorie ‘Gehandicapten/Gehandicapten’ beschrijft het stijlboek blind als ‘een persoon met volledig gezichtsverlies’ en stelt voor om de termen ‘visueel beperkt’ of ‘persoon met een slecht gezichtsvermogen’ te gebruiken voor mensen die enig zicht hebben .