Een normale hartslag is tussen de 60 en 90 slagen per minuut, bij rustig zitten. Bij bewegen of stress wordt de hartslag sneller. Bij sporten kunt u bijvoorbeeld een hartslag van 160 slagen per minuut hebben. Als u daarna weer rustig zit en ontspant, wordt de hartslag weer langzamer.
Normaal slaat je hart in een regelmatig tempo. Hoe hoog je hartslag is, hangt af van wat je aan het doen bent. Zo is de hartslag in rust lager dan wanneer je je inspant. Over het algemeen is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.
Een hoge hartslag in rust zonder duidelijke oorzaak kan een teken zijn van een hartritmestoornis. Dit kan gevaarlijk zijn. Het is daarom belangrijk dat de huisarts onderzoekt wat de oorzaak is, ook als je geen klachten hebt. Hij controleert je hartritme en bepaalt of meer onderzoek of een behandeling nodig is.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Normaal slaat het hart 60 tot 100 keer per minuut. Bij een hartslag sneller dan 100 per minuut spreekt men van tachycardie. In het geval van een sinustachycardie ontstaat het te snelle hartritme door overactiviteit vanuit een normale sinus.
Hoe kun jij het beste je hartslag verlagen? Als je matig intensief traint en overtraining en stress weet te voorkomen, zal je rustpols dalen. Voldoende slapen en drinken helpen ook, evenals het (niet) consumeren van bepaalde producten. Voor je hart zijn omega 3-vetzuren goed, cafeïne is dat bijvoorbeeld niet.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Vrouwen hebben namelijk een hogere hartslag per minuut dan mannen. De hartslag in rust bij een vrouw is gemiddeld 76 slagen per minuut.
Tachycardie is een snel hartritme in rust van meer dan 100 slagen per minuut, oplopend tot 300 slagen per minuut. Op deze hoge frequenties is het hart vaak niet in staat om op efficiënte wijze zuurstofrijk bloed naar het lichaam te pompen.
Hoe hartslag en bloeddruk invloed hebben op elkaar
Doordat je hart het bloed door je lichaam pompt, ontstaat er bloeddruk, oftewel druk op je bloedvaten. Als je bloedvaten heel nauw zijn, zal je hart harder zijn best moeten doen en ontstaat er een hogere bloeddruk.
Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
De Cardiologische Liga geeft aan dat in rust een gemiddelde hartslag bij een volwassene 50 tot 70 slagen per minuut telt. Dit hangt echter wel af van leeftijd en conditie: de gemiddelde hartslag voor mensen die veel bewegen, zoals atleten, zou zelfs iets lager kunnen zijn.
Bij een lage bloeddruk slaat het hart sneller om je bloeddruk op niveau te houden en een hoge bloeddruk kan zorgen voor een onregelmatige hartslag. Een hoge bloeddruk betekent dus niet gelijk dat je een hoge hartslag krijgt en andersom geldt hetzelfde.
Je hartslag zegt iets over hoe vaak je hart per minuut slaat, en ondanks het feit dat je je precieze hartslag minder goed voor de geest kunt halen, is het zeker niet onbelangrijk - je rusthartslag zegt namelijk iets over hoe goed je hartspier functioneert.
120/80 of lager is een ideale bloeddruk. 140/90 of hoger is een hoge bloeddruk. 135/85 of hoger is een hoge bloeddruk bij thuis meten. Thuis is je bloeddruk namelijk vaak iets lager dan bij de arts.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Sommige mensen voelen hartkloppingen in hun borst, anderen voelen ze in de keel of hals. Hartkloppingen kunnen een onaangenaam gevoel geven. Maar het hart kan ook snel of onregelmatig kloppen zonder dat je het merkt. Wanneer het voelt alsof je hart soms een slag overslaat noem je dit hartoverslagen.
We spreken van een verhoogde hartslag wanneer deze hoger is dan 100 slagen per minuut. Hoe sneller het hart moet kloppen, hoe minder zuurstofrijk bloed er fatsoenlijk door het lichaam kan worden vervoerd. Een verhoogde hartslag hoeft niet erg te zijn en kan verschillende oorzaken hebben zoals intensief sporten.
Welke bloeddruk is gevaarlijk? Men spreekt van een gevaarlijk hoge bloeddruk wanneer de bovendruk hoger dan 140 mmHg en de onderdruk hoger dan 90 mmHg is. Dit moet dan het geval zijn bij meerdere meetmomenten.
Tijdens je slaap is je hartslag het laagst. De hartslag kan dan teruglopen naar minder dan 50 slagen per minuut. Dit komt omdat je organen en spieren dan weinig zuurstof nodig hebben.
Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst. Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart 'overslaat'.
Wat merk ik bij een hartaanval? 3 van de 4 mensen met een hartaanval hebben een drukkend gevoel op de borst of pijn in de borst. Dit gaat niet weg bij rustig zitten of liggen. Het drukkende gevoel en de pijn zijn na 15 minuten nog niet weg.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Als de klachten niet voldoende verminderen, kan de arts bovendien een bètablokker, zoals metoprolol, voorschrijven. Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart.
De meest voorkomende oorzaken voor hartkloppingen zijn inspanning, emotie / stress, cafeïne (koffie, thee, cola, chocolade, energiedrank), bloedarmoede (anemie), snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie) alcohol en drugs, maar bijvoorbeeld ook verblijf in de bergen.