Los in de cel Maar veel eencelligen, zoals bacteriën, hebben geen celkern waardoor hun genetisch materiaal los in het cytoplasma ligt. Bacteriën hebben een enkele chromosoom. Maar daarnaast hebben ze nog veel meer DNA in de vorm van
Het DNA van een bacterie ligt los in het cytoplasma en bestaat uit één groot DNA-molecuul met daarnaast kleinere DNA-moleculen, die plasmiden worden genoemd. Deze plasmiden kunnen uiteindelijk coderen voor bijvoorbeeld resistentie tegen een bepaald antibioticum.
Het inwendige van een bacterie bestaat uit cytoplasma met daarin onder andere het DNA. Het cytoplasma wordt omgeven door een celmembraan. Bij de meeste bacteriesoorten zit hier omheen een celwand op basis van peptidoglycaan. Veel bacteriën kunnen om de celwand nog een kapsel, een slijmlaag of een celenvelop hebben.
De genen van bacteriën bevinden zich op een cirkelvormig chromosoom. Door de manier waarop de cel dit chromosoom voorafgaand aan de deling kopieert kan de locatie bepalen hoe sterk een gen tot expressie komt.
Micro-organismen zoals bacteriën wisselen genetisch materiaal uit met behulp van een zogenaamde pilus (meervoud: pili). Dat is een haarachtig buisje dat de ene bacterie gebruikt om een verbinding te maken met een andere bacterie. Door de pilus worden vervolgens cirkelvormige DNA-strengen (plasmiden) uitgewisseld.
Bij Eukaryoten (organismen zoals planten, dieren, schimmels en protisten) bevindt zich het belangrijkste DNA in de celkern (nucleus - vandaar ook nucleïnezuur). Daarnaast is er DNA in de mitochondriën (het mitochondriaal DNA of mtDNA) en de eventueel aanwezige plastiden (het chloroplast-DNA of cpDNA).
CRISPR-Cas kan DNA dus aanpassen in cellen. Dat kan niet alleen in gewone lichaamscellen, maar ook in cellen van embryo's en in geslachtscellen. Dat heeft bijzondere gevolgen. Als je het DNA aanpast in een zaad- of een eicel, hebben later alle cellen van het kind aangepast DNA.
Desinfectie is het onschadelijk maken van micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en virussen op (levenloze) oppervlakken, of intacte huid. Dit kan met bijvoorbeeld alcohol. Schoonmaken met water en zeep of allesreiniger zorgt er ook voor dat het aantal micro-organismen kleiner wordt.
De volgende omstandigheden zijn hier ideaal voor: Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood.
Het aantal chromosomen per cel verschilt per levensvorm. Een fruitvlieg heeft bijvoorbeeld maar vier paar. Bacteriën hebben meestal een ringvormige chromosoom dat los door de cel zweeft.
Op nummer 1 van de lijst staat volgens de organisatie de Acinetobacter baumannii, een ziekenhuisbacterie. Vooral de luchtwegen en de longen worden aangetast door de bacterie. Maar ook salmonella, staphylociccus aureus of Neisseria gonorrhoeae komen op de lijst voor.
De meeste bacteriën hebben zuurstof nodig (aërobe bacteriën), maar er zijn ook bacteriën die in een zuurstofrijke omgeving juist afsterven (anaërobe bacteriën, zoals de tetanusbacil en de bacterie die gasgangreen veroorzaakt, de Clostridium Welchii).
Wetenschappers hebben in de modder van een mangrovebos van het Caraïbische eiland Guadeloupe een reuzenbacterie gevonden. Eén cel van deze dunne, extreem lange bacterie heeft gemiddeld het formaat van een wimperhaar, bijna een centimeter lang. Dat is vijfduizend keer groter dan de normale afmetingen van een bacterie.
DNA zit in eukaryote cellen verpakt in een celkern. Een DNA-molecuul bestaat uit twee lange strengen die als een wenteltrap (de helix) om elkaar heen zijn gewikkeld. In één enkele cel zit een enorme hoeveelheid DNA.
Met uitzondering van enkele virussen hebben alle levende wezens DNA en genen, dus ook planten en dieren. Zelfs alle cellen in ons lichaam bevatten dezelfde informatie en dus alle genen. Tussen verschillende diersoorten zijn er uiteraard wel verschillen in hoeveelheid DNA en hoeveelheid van genen.
Het DNA bevindt zich vooral in de celkern, dit wordt kern-DNA genoemd. Hoe krijgt het lichaam dat voor elkaar? Dit komt doordat het DNA op een unieke manier is verpakt in de celkern. Deze lange strengen van DNA zijn gewikkeld om speciale eiwitten.
Een bacterie is een cel zonder celkern en wordt ook wel een micro-organisme genoemd. Ze zijn zo klein, dat ze nog net met de lichtmicroscoop te zien zijn.
Wat eet een bacterie? In principe alles, maar ze lusten niet allemaal hetzelfde.Veel bacteriën eten dode dieren of planten.Andere smullen van levende wezens.
Zonder de micro-organismen zoals schimmels, gisten, (micro)algen, bacteriën, archaea, virussen en microdiertjes zou er geen leven op aarde mogelijk zijn.
Een antibacteriële zeep doodt bacteriën, virussen, schimmels en gisten door werkzame stoffen zoals ethanol, isopropanol en sterilon. De toegevoegde stof glycerine helpt een schrale huid voorkomen en geeft de huid een zacht en glad gevoel.
De meeste grampositieve bacteriën zoals enterokokkensoorten, stafylokokken (inclusief de MSRA) en streptokokken overleven vele maanden op harde oppervlakken.Ook gramnegatieve soorten zoals de E.coli, Pseudomonas en Klebsiella kunnen waarschijnlijk maanden op uw krukje overleven.
Om bacteriën tijdens de was te doden, moet je je wasgoed dus op minimaal 55 graden wassen. Met een 60-gradenprogramma zit je dan dus goed. En stop je je was na het wassen in de droger, dan gaan bacteriën die levend de wasmachine hebben verlaten alsnog dood. TIP: Controleer altijd het waslabel voordat je de was doet.
Zij geven al je erfelijke eigenschappen door, zoals je haar- en oogkleur. DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan. Binnen in het DNA zit een genetische code die voor iedereen uniek is.
Dat zit in hele kleine hokjes in je lichaam: je cellen. Die zijn zó klein, dat je ze niet eens kunt zien! In zo'n cel zit een draad van DNA, die heel strak opgewikkeld zit. Als je zo'n DNA-draad zou uitwikkelen, zou hij bijna 2 meter lang zijn.
DNA kan onder de juiste condities duizenden jaren bewaard blijven. Wanneer DNA buiten het lichaam echter wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, vocht en/of een zuurstofrijke omgeving, zal DNA snel degraderen.