Wanneer u er voor kiest om een tweede verblijf aan te schaffen om te verhuren, kan dit gerust gezien worden als een interessante veilige belegging. Het verhuren is dan een alternatief voor een soort obligatie of beursaandelen, waarbij uw investering aardig kan opbrengen.
Samenvatting. Je kunt prima verdienen aan een tweede huis en met de actuele spaarrente is sparen eigenlijk niet verstandig. De inflatie is al hoger en dan moet je ook nog vermogensheffing betalen op je spaargeld. Een tweede huis deels verhuren voor een betere rente dan de spaarrente is daarom zeker een overweging waard ...
Eigen geld is vrijwel altijd nodig
Bij de meeste geldverstrekkers kunt u maximaal 70% van de marktwaarde financieren. Enkele banken hebben de mogelijkheid om 80%-90% aan hypotheek te verstrekken. Er zal daarom vrijwel altijd een gedeelte over blijven wat u zelf moet inleggen.
Goed om te weten: de lening voor je tweede woning kan je een fiscaal voordeel opleveren. Geef ze in onder het luik langetermijnsparen. De kapitaalaflossingen ten belope van 2.350 euro (inkomstenjaar 2020) leveren een belastingvoordeel tot 30% op, als je aan een aantal voorwaarden voldoet.
De Belastingdienst ziet een tweede huis als vermogen. Fiscaal gezien valt het in box 3: je betaalt vermogensrendementsheffing over de WOZ-waarde van je tweede huis. Hoe hoog de vermogensrendementsheffing uitpakt, hangt af van je vermogen. Per persoon geldt een vrijstelling van €50.000 (voor stellen €100.000).
Niemand weet hoeveel Nederlanders een tweede huis hebben. De beste schattingen komen uit op 1 op de 20 huishoudens. Dat betekent dat Nederlanders inmiddels 400 duizend tweede huizen hebben.
Wanneer je bijvoorbeeld een kamer verhuurt voor een langere tijd en de huurder staat ingeschreven op jouw adres, dan kun je gebruik maken van de zogenoemde kamerverhuurvrijstelling. De huuropbrengst is dan belastingvrij.
Beter probeer je de taks in de eerste plaats gewoon te vermijden. Een van de mogelijkheden om dat te doen, is te investeren in een vakantieverblijf. Op dat soort verblijven is de belasting niet van toepassing, waardoor je al snel € 1000 per jaar minder betaalt.
Wanneer u uw tweede verblijf verhuurt voor beroepsdoeleinden, betaalt u belastingen op het netto onroerend inkomen. Dat is de huur verminderd met een forfaitaire kostenaftrek. Die bedraagt 40 procent van de huurinkomsten, met een maximum van twee derde van het KI.
Ook wanneer je een lening wil aangaan voor een tweede woning, zal jouw eigen inbreng sinds het begin van dit jaar hoger moeten liggen. Zo mag je maar tot maximum 90 % van de waarde van de tweede woning lenen. Dat betekent dus dat je een eigen inbreng van minimum 10 % moet hebben.
Nee, in tegenstelling tot de hypotheek op de eerste woning is de rente op de hypotheek van de tweede woning niet fiscaal aftrekbaar. Ook niet wanneer je de overwaarde van het eerste huis gebruikt voor de aankoop van de tweede woning.
Eigen geld is het geld dat je zelf tot je beschikking hebt om te investeren in je nieuwe woning. Onder eigen geld kan worden verstaan: spaargeld of de overwaarde afkomstig uit de verkoop van je vorige woning. Eigen geld kun je ook verwerven door een schenking van bijvoorbeeld je ouders of een erfenis.
Theoretisch gezien mag je een onbeperkt aantal woningen bezitten en verhuren in box 3. Alleen is het wel zo dat je geen of minimaal werk mag verrichten bij het verhuren van je woningen. Hoeveel belasting betaal je in box 3?
Verhuur van een woning of appartement kan, zeker in de stedelijke gebieden, een mooie extra bron van inkomsten worden genoemd! Door de verhuur uit te besteden heeft u weinig lasten en blijft het financieel risico laag. Aansluiting op stijgende vraag huurwoningen.
Een 2e hypotheek wordt berekend door 75% tot 80% (afhankelijk van de hypotheekverstrekker) van de marktwaarde van de woning te nemen minus het totale inschrijvingsbedrag van de huidige hypotheek minus 30% van het inschrijvingsbedrag. Deze berekening is een indicatie.
1.000 euro. In de kustgemeenten schommelt de tweede verblijf taks tussen 420 en 1.000 euro per jaar. Specifiek voor buitenverblijven is de belasting op tweede verblijven. Die is verschuldigd door eigenaars van woningen die ergens in een andere stad of gemeente hun domicilie hebben.
Je hebt geen recht op de verminderingen en voordelen die gelden voor gezinswoningen. Wat er ook nog bij komt: het ereloon van de notaris en een aantal administratieve kosten. Reken hiervoor op zo'n 2,5% van het aankoopbedrag.
Huurinkomsten worden doorgaans niet belast, tenzij het om een gemeubileerde woning gaat. Op je belastingaangifte vermeld je enkel het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van je woning: datzelfde bedrag zal je elk jaar moeten aangeven (behalve bij een herziening van het kadastraal inkomen).
Geen vastgelegde definitie van tweede verblijf
Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Als u uw tweede verblijf uitsluitend zelf gebruikt, betaalt u 24,75 procent op een fictief inkomen van 2 procent van de kadastrale waarde van de vakantiewoning. Werd de kadastrale waarde bepaald sinds 1994? Dan geldt een tarief van 1,1 procent.
Hoe moet ik mijn onroerend inkomen aangeven? Hoeveel bedraagt mijn belastbaar onroerend inkomen? U moet het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen vermelden naast de code 1106/2106. Uw belastbaar onroerend inkomen is gelijk aan het geïndexeerd kadastraal inkomen (indexatiecoëfficiënt voor inkomsten 2021: 1,863) x 1,4.
Eigenaars die een woning verhuren, verdienen daar een gemiddeld bruto-rendement van 3,4 procent op. Zij die een appartement verhuren, kunnen gemiddeld rekenen op zo'n 3,2 procent. Netto betekent dit respectievelijk 2,83 en 2,75 procent.
Conclusie. Verhuur je een eigen woning tijdelijk, dan valt dat in box 1 'inkomen uit werk en woning'. Je houdt recht op hypotheekrenteaftrek en geeft 70 procent van de huurinkomsten op.
Hebt u inkomsten uit de verhuur van uw woning? Deze inkomsten moet u opgeven in uw aangifte inkomstenbelasting.