Een longtumor of longgezwel kan goedaardig zijn of kwaadaardig. Enkel wanneer het gaat om een kwaadaardig gezwel, spreken we van longkanker. De enige manier om met zekerheid te kunnen zeggen of een longtumor goed- of kwaadaardig is, bestaat erin (een stukje van) de tumor onder de microscoop te bekijken.
Van longkanker zonder uitzaaiingen kunt u genezen. U kunt verschillende behandelingen krijgen: chemotherapie, een operatie en bestraling. Een operatie is mogelijk als: de kanker niet is doorgegroeid buiten de long.
Hoe snel groeit longkanker? De tijdspanne tussen de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en het ontstaan van kankercellen bedraagt vele jaren (soms meer dan 20 jaar).
Longkanker is een kwaadaardig gezwel in de longen, dat zich snel kan verspreiden naar andere lichaamsdelen. Er zijn grosso modo twee grote soorten longkanker, afhankelijk van hoe de cellen er onder de microscoop uitzien: kleincellige en niet-kleincellige.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Vanuit de lymfe of het bloed kunnen uitzaaiingen ontstaan, zoals in de lever, de longen, de botten of de hersenen. De plaats waar uitgezaaide kankercellen terechtkomen, is niet precies te voorspellen. Wel is bekend naar welke organen of weefsels bepaalde tumoren meestal uitzaaien.
Mensen bij wie een vlekje op de long wordt geconstateerd, krijgen minder vaak kanker dan tot nu toe werd aangenomen. Vervolgonderzoek is daarom in maar twintig procent van de gevallen nodig. De grootte en de groei van het vlekje zijn bepalend.
De long heeft geen pijnreceptoren, dus hebben mensen meestal geen klachten. De longvliezen en borstkaswand hebben wel pijnreceptoren. Als een tumor die organen ook aandoet, kan pijn ontstaan. Meestal zijn bloed ophoesten, pijnklachten, kortademigheid en gewichtsverlies redenen om naar de huisarts te gaan.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
T1a: de tumor is tussen de 1 en 5 millimeter groot. T1b: de tumor is tussen de 5 millimeter en 1 centimeter groot. T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot.
Longkanker is een ernstige ziekte. Meestal wordt longkanker pas in een laat stadium ontdekt, omdat de ziekte weinig klachten geeft. De diagnose komt hierdoor vaak onverwacht. Er zijn verschillende soorten longkanker.
Ook krijg je vragen of je andere ziekten hebt of hebt gehad en of er longkanker in de familie zit. De arts zal een algemeen lichamelijk onderzoek (klinisch onderzoek) uitvoeren. Hij zal naar je hart en longen luisteren en voelen of je klieren en lever vergroot zijn. Dit kan namelijk wijzen op uitzaaiingen.
Helaas is kanker niet altijd te genezen. Dat komt doordat kanker een ingewikkelde ziekte is die voor iedereen anders verloopt. Hoe kanker ontstaat verschilt per persoon en alle soorten kanker zijn anders.
Uitzaaiingen zijn kwaadaardige tumoren die ontstaan uit een bestaande kanker. Een uitzaaiing is geen nieuwe soort kanker. Maar de tumoren ontstaan wel op een andere plek in het lichaam dan de eerste tumor.
Echografie. Dit is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Zelf kun je deze golven niet horen, maar de weerkaatsing maakt organen en weefsel zichtbaar op een beeldscherm. Hierdoor kun je zien waar zich tumoren of uitzaaiingen bevinden.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Met de CT-scan kan de arts nog niet de diagnose longkanker stellen. Daarvoor zijn nog andere onderzoeken nodig: een bronchoscopie en/of een longbiopsie.
Een longfoto is vaak het eerste onderzoek dat je krijgt als je klachten hebt die kunnen komen door longkanker. Met een longfoto kan de arts afwijkingen in de longen zien. Een afwijking hoeft niet meteen kanker te zijn. Als op de longfoto een afwijking te zien is, krijg je vaak ook een CT-scan.
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 12.000 mensen longkanker vastgesteld. Het is na prostaatkanker de meest voorkomende soort kanker bij mannen. De laatste jaren krijgen ook steeds meer vrouwen longkanker. Longkanker komt met name voor bij mensen die ouder zijn dan 55 jaar.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dat gebeurt als de tumorcellen steeds meer gaan afwijken van normale cellen. En als ze vervolgens ongecontroleerd gaan delen. Met controles houdt de arts de afwijkende cellen in de gaten.