Maatschappelijke organisaties zijn bijzonder en er zijn er veel van. Denk aan scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, universiteiten, woningcorporaties, busondernemingen, uitkeringsorganisaties en musea.
In Nederland zijn er veel maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de samenleving. Bijvoorbeeld vakbonden, religieuze organisaties, goede doelen en milieuorganisaties. Zulke organisaties vormen samen het maatschappelijk middenveld en ze hebben een belangrijke rol in onze democratie.
De school handelt dan met betrekking tot die economische activiteit als onderneming en steun die de school daarvoor ontvangt kan aan te merken zijn als staatssteun. Het komt echter voor dat studenten of hun ouders collegegeld of inschrijvingsgeld moeten betalen om de exploitatiekosten van het systeem te helpen dekken.
Onder maatschappelijke instellingen verstaan wij o.a.projecten met voorzieningen voor dak- en thuislozen, stadsboerderijen, groenvoorzieningen, kinderboerderijen of vluchtelingen.
Aan de andere kant horen organisaties waarvan we op het eerste oog denken dat ze daar wel toe behoren, niet tot de overheid. Besturen van bijzondere scholen zijn bijvoorbeeld geen overheidsorganen. Binnen de overheid maken we onderscheid tussen lichamen die wel en niet rechtstreeks worden gekozen.
Particuliere B3-scholen
B3-scholen zijn niet door de overheid bekostigde scholen voor basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs. De leerplichtambtenaar heeft deze scholen – op advies van de Onderwijsinspectie – aanmerkt als 'school in de zin van artikel 1, onderdeel b, onder 3 van de Leerplichtwet 1969'.
Een openbaar schooldistrict is een geografische eenheid voor het lokale bestuur van basisscholen of middelbare scholen. Het is een overheidsentiteit met een speciaal doel die onafhankelijk kan worden bestuurd of afhankelijk kan zijn van de lokale overheid, zoals een stad of provincie.
Bij de maatschappelijke bestemming kan gedacht worden aan een scala van functies, zoals voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
Voorbeelden van sociale structuren zijn familie (zorgt voor socialisatie), onderwijs (kennis overdragen), religie (morele begeleiding bieden), overheid (orde handhaven) en economie (middelen en distributie beheren). Deze structuren vormen individuele interacties en sociale orde binnen een gemeenschap.
Maatschappelijke organisaties zijn bijzonder en er zijn er veel van. Denk aan scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, universiteiten, woningcorporaties, busondernemingen, uitkeringsorganisaties en musea.
Algemeen. Het Nederlandse onderwijs valt onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Onderwijs en training
Hieronder vallen bedrijven en instellingen die onderwijs, cursussen en trainingen bieden. Zoals lagere of middelbare scholen, ROC's, mbo's, zeilscholen en autorijscholen. Ook dansscholen, yoga, coaching en bedrijven die in-company trainingen bieden vallen onder deze sector.
Onder de publieke sector verstaan we in dit rapport voorzieningen uit de curatieve zorg, zorg en ondersteuning, onderwijs, veiligheid en justitie, sociale zekerheid, en enkele overige voorzieningen (musea, landelijke publieke omroep, sportaccommodaties, de Belastingdienst en kinderopvang).
Wat bedoelen we met "sociale organisatie?" Sociale organisatie verwijst naar het netwerk van relaties in een groep en hoe ze met elkaar verbonden zijn . Dit netwerk van relaties helpt leden van een groep om met elkaar verbonden te blijven om een gevoel van gemeenschap binnen een groep te behouden.
Het gaat om samenwerking tussen bedrijven en non- profitorganisaties door het inzetten van resources in de vorm van kennis en kunde, menskracht en middelen. Simpel gezegd is MBO de vrijwillige inzet van organisaties om een steentje bij te dragen aan de samenleving door middel van het ondersteunen van NPO's.
Een maatschappelijke onderneming is een Nederlandse term voor semi-publieke organisaties met een maatschappelijke doelstelling die op bedrijfsmatige wijze diensten aanbieden. Met deze term worden vooral scholen, verzorgings- en verpleeghuizen en woningcorporaties aangeduid.
De vijf belangrijkste sociale instellingen van de meeste samenlevingen zijn het gezin, de staat of overheid, economie, onderwijs en religie . Elk van deze instellingen heeft verantwoordelijkheden die verschillen per samenleving.
Media vervullen daarbij een cruciale rol: ze agenderen maatschappelijke vraagstukken, controleren de macht en bieden plek aan verschillende groepen en standpunten in de samenleving.
Sociale functie verwijst naar de cognitieve processen die gekoppeld zijn aan de perceptie, evaluatie en interpretatie van sociale stimuli in specifieke hersengebieden, zoals de TPJ en omliggende gebieden . AI gegenereerde definitie gebaseerd op: Trends in Cognitive Sciences, 2013.
Bijvoorbeeld freelance thuiszorgmedewerkers of wijkverpleegkundigen, kinderopvang, ziekenhuizen, tandartsen, huisartsen, verloskundigen, fysiotherapeuten, psychotherapeuten, arbodiensten, casewerkers, medische laboratoria, ambulancediensten en verpleeghuizen.
Publiekrechtelijke onderwijsinstellingen – scholen in stand gehouden door een gemeente of ander openbaar lichaam – vallen voor al hun taken onder de Wet open overheid. Schoolbesturen met een privaatrechtelijke rechtsvorm vallen alleen onder de Wet open overheid voor hun openbaar gezagtaken.
Een schoolinstelling, ongeacht de eigendom ervan, behoort in principe niet tot het openbaar domein.
Een school is een instelling waarin onderwijs op een bepaald niveau gegeven wordt.