Een blauw stroomdraad noemt men ook wel de nuldraad. Een andere benaming voor de stroomdraad is mindraad. Waar op een bruin stroomdraad altijd spanning staat, geldt voor een nuldraad het tegenovergestelde: op deze stroomkabel staat geen spanning. De blauwe stroomdraad zorgt voor de afvoer van stroom uit uw woning.
In tegenstelling tot de fasedraad, zorgt de nuldraad voor de afvoer van de stroom. Hier staat dan vaak ook geen spanning op, ofwel de mindraad. De nuldraad zorgt samen met de fasedraad ervoor dat de stroomkring rond is. Let op: Ga er niet altijd automatisch vanuit dat er op de nuldraad geen spanning staat.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Een schakeldraad mag namelijk zwart of grijs zijn. En dus niet bruin.
De NUL-draad heeft dus gedurende een dag op basis van de mechanische spanning van de draad contact gemaakt. Door aanraking van die draad begon deze te vonken. Het ontbreken van de (gemeenschappelijke) NUL in een 3 x 25 A installatie kan er voor zorgen dat er een zogenaamde 'zwevende NUL' ontstaat.
De maximale stroom door de nulleider
meest ongunstigste situatie en die is dan 16,3A.
In Nederland is de netspanning 230v wisselspanning, met een frequentie van 50Hz of 60Hz. De kleurcodering van de draden voor netspanning zijn: blauw = nul, bruin = fase, geel/groen = aarde. Daarnaast is er nog zwart, dat is een geschakelde fase-draad (kan dus wel of geen fase bevatten).
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
De schakeldraad is zwart, deze wordt gebruikt om stroom vanaf een wandschakelaar naar het armatuur (de lamp). Sluit de zwarte draad aan op de bruine draad aan.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Vanaf het lichtpunt worden ten minste twee draden naar de schakelaar gevoerd. Waar de schakelaar moet komen ziet u bij nieuwbouw een gat in de, meestal afgewerkte, muur waar twee draden uitsteken, een bruine draad (fasedraad of stroomvoerende draad) en een zwarte draad (schakel draad).
Specialist Elektra. Tussen elke fase staat een spanning van 400V. Als je drie exact gelijke elementen aan elkaar knoopt met een kant en op de andere zijde steeds 1 fase zat krijg je op het knooppunt een NUL zonder dat er een draad naartoe hoeft.
400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat. Toevallig is 400 gelijk aan 230 wortel 3. Hoewel dat eigenlijk niet toevallig is. We hebben dus niet alleen 3 stroombronnen maar ook nog eens een hogere spanning.
Krachtstroom werkt met een driefase-aansluiting
Eén draad heeft spanning en de andere draad is een nuldraad. De draad waar spanning op staat heet de fase. Krachtstroom werkt iets anders dan de normale stroom, namelijk met een driefase-aansluiting. Bij krachtstroom worden geen twee, maar wel vier draden gebruikt.
De spanning tussen de fasen is 220 à 230 volt. De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt. Om het stroomverbruik te kunnen meten op een dergelijk net, wordt vaak de Aronschakeling (2 wattmetermethode) gebruikt.
Soms wordt de draad tussen een lamp en een schakelaar ook wel lampedraad genoemd. Deze draad is meestal dunner dan de andere installatiedraden. Dit komt omdat schakeldraad of lampedraad de stroom toevoert naar één toestel. Aarddraad is een draad die normaal gesproken niet onder spanning staat en dus geen stroom voert.
De fasedraad is de draad die onder spanning staat ten opzichte van de aarde en de nuldraad. Bij driefasige spanning zijn er drie fasedraden, waarbij ook tussen de draden onderling spanning staat. In Europa staat tussen een enkele fase en de nuldraad een wisselspanning van 230 V, en tussen twee fasedraden 400 V.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom)