Er zit altijd verschil tussen de examens uit het eerste en tweede tijdvak. Maar het is niet gezegd dat een herexamen moeilijker is dan het originele examen. Beide examens worden zorgvuldig samengesteld. Wat voor de meeste leerlingen een groot voordeel is, is dat je bij een herexamen maar voor 1 vak hoeft te leren.
Een herkansing lijkt moeilijker dan een toets in de eerste gelegenheid. Dit kan onder ander komen door gevoelens van onzekerheid en frustratie. Bedenk dat het niet halen van een toets niets zegt over je intelligent of motivatie.
Binnen je volledige jaar moet je 60 studiepunten behalen. Vier herexamens van 5 studiepunten betekent dus een derde van je jaartotaal. Dat is veel haalbaarder dan vier herexamens van 10 studiepunten, oftewel twee derde van je jaartotaal aan studiepunten.
Is het 2e tijdvak moeilijker? Elk tijdvak bevat nieuwe examens, maar er is geen verschil in moeilijkheidsgraad met het tijdvak ervoor of erna.
Gewone toetsen, maar dan wat langer
"Het moeilijkste examen is natuurkunde, vanwege de variatie in uitrekenmethodes die je kunt gebruiken om op verschillende antwoorden te komen."
Van de 45,8 procent slagingspercentage bij het eerste theorie-examen, bleef bij een herexamen niet meer dan een schamele 38,4 procent kans op een positieve uitslag over.
Per kandidaat is er een lijst van CE-cijfers. Van die lijst wordt het rekenkundig gemiddelde bepaald. Dat rekenkundig gemiddelde moet voldoende zijn; 5,5 of hoger. Je bent geslaagd bij een gemiddelde van 5,50 of hoger, maar niet met een gemiddelde van 5,49.
Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen. Meestal doe je dat op je eigen school of op een andere middelbare school. Soms kun je naar het volwassenenonderwijs of vakken afsluiten via het staatsexamen. Je school kan met je meedenken over de verschillende mogelijkheden.
In de loop van het academiejaar heb je recht op 2 examenkansen voor de opleidingsonderdelen waarvoor je bent ingeschreven. Behaal je na je 1ste examenkans een creditbewijs voor dat opleidingsonderdeel, dan vervalt je 2de examenkans. Je kan dus niet nogmaals een examen afleggen in de hoop een hoger cijfer te halen.
Dit is een getal wat aangeeft op welke manier de cijfers worden aangepast. Een N-term hoger dan 1,0 betekent dat de cijfers worden opgehoogd. Een N-term lager dan 1,0 betekent dat de cijfers worden verlaagd. En een N-term gelijk aan 1,0 betekent dat je cijfer gelijk blijft.
In de berekening zal steeds het hoogste cijfer dat voor een opleidingsonderdeel behaald werd, gelden. Dus als je in de 2de zittijd voor een opleidingsonderdeel dat je opnieuw aflegt een lager cijfer dan in de 1ste zittijd behaalt, dan blijft het cijfer van de 1ste zittijd geldig.
Inschrijven voor herexamens wordt verplicht: meer dan 40 procent van studenten skipt minstens een herexamen. In een gewoon jaar stuurt ongeveer 42 procent van de studenten zijn kat naar minstens één herexamen.
Als je gezakt bent voor het eindexamen havo, kun je herkansen.Je doet dan in 1 vak opnieuw centraal examen (in tijdvak 2). Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen. Soms kun je naar het volwassenenonderwijs of vakken afsluiten via het staatsexamen.
Voor de herexamens gelden dezelfde regels als voor het reguliere examen, deze wordt dus ook op dezelfde manier beoordeeld. Dit betekent dat het examen eerst door een eerste corrector, een docent van de school, wordt nagekeken.Daarna kijkt er nog een tweede corrector naar.Dit is een docent van een andere school.
Voor vakken waarvoor je een creditbewijs hebt behaald (minstens 10/20) kan je geen herexamens afleggen. Indien je getolereerd bent voor een bepaald vak, heb je wel recht op een tweede examenkans. Indien je de '2e keer' toch minder behaalt dan bij je eerste examenkans, blijf je wel geslaagd voor het deliberatiepakket.
Meer dan 50% halen betekent dat de leerdoelstellingen werden bereikt. Een kleine buis (voor geschiedenis) met een score van 49,1% dient gerelativeerd wanneer het klasgemiddelde slechts 52,7% bedraagt. Een buis in 1 semester kan gerelativeerd door een beter cijfer in een ander semester.
Heb je onvoldoende leerkrediet, dan krijgt je hogeschool of universiteit voor jou geen financiering meer van de overheid. Je instelling bepaalt zelf wat er gebeurt met studenten die onvoldoende leerkrediet hebben. Ze kan de volgende acties ondernemen: Je gewoon inschrijven.
Hoewel 91,4% van alle geslaagde leerlingen slaagde zonder een herkansing af te leggen, legde 12,6% van de leerlingen toch een herkansing af. Voor 6,8% van de leerlingen hielp een herkansing om alsnog het diploma te kunnen behalen. De vakken die het meest werden herkanst bij vmbo-GT-leerlingen zijn: Wiskunde.
Antwoorden (5) Nee vwo 5 is gewoon OF blijven zitten OF doorgaan naar vwo6. Je kunt dus geen havo diploma krijgen.
Begin met luisteren, luister rustig naar wat de ander wil vertellen.Onderbreek niet en nog belangrijker, oordeel niet. Praten over verdriet kan helpen bij de verwerking hiervan. Bovendien kun je als je goed luistert naar de ander ook beter inschatten wat de ander nodig heeft.
Over de prestatiebeurs loopt rente, vanaf de eerste maand dat u de prestatiebeurs krijgt. Haalt u op tijd uw diploma, dan wordt ook deze rente een gift. Lukt het niet om op tijd uw diploma te behalen? Dan moet u de basisbeurs, aanvullende beurs en het reisproduct terugbetalen, inclusief deze opgebouwde rente.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één 4 hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
De ondergrens voor een 7 is dus 6,45.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.