Sinds de komst van woonerven en straten met een maximumsnelheid van 30 km/uur zijn uitritconstructies overal te vinden. Uitritten zijn van oudsher aansluitingen van erf, bedrijfsterrein of garage op de openbare weg. De voorrangsregel voor uitritten is simpel: wie van een uitrit komt, moet altijd voorrang verlenen.
Een uitrit is te herkennen aan een aantal specifieke kenmerken. Allereerst is een uitrit vaak een verbinding tussen een particulier terrein, zoals een oprit van een woning, of een bedrijfsterrein en de openbare weg. Het is geen kruispunt, maar een constructie waarbij het terrein direct aansluit op de openbare weg.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.
Over het algemeen zijn de woorden inrit en uitrit synoniem, ze verschillen alleen door het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Soms wordt er eenrichtingsverkeer ingesteld, dus dan is er een aparte inrit en uitrit.
De snelheidslimiet op een erf is 15 km/uur (oorspronkelijk aangeduid als stapvoets). Met snelheidsremmende voorzieningen moet deze snelheid worden 'afgedwongen'; een sobere uitvoering is dus niet toegestaan.
In een erf is de maximumsnelheid 15 km/uur. Dit geldt voor alle bestuurders. Een woonerf heeft een verblijfsfunctie.
Sinds de komst van woonerven en straten met een maximumsnelheid van 30 km/uur zijn uitritconstructies overal te vinden. Uitritten zijn van oudsher aansluitingen van erf, bedrijfsterrein of garage op de openbare weg. De voorrangsregel voor uitritten is simpel: wie van een uitrit komt, moet altijd voorrang verlenen.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Het is in drempel uitgevoerd als een uitrit. Dat betekent dat het verkeer dat uit deze zijstraat komt voorrang moet verlenen aan het kruisende verkeer.
“Een weg wordt als uitrit beschouwd indien deze weg een beperkte bestemming heeft en deze beperkte bestemming kenbaar is voor alle verkeersdeelnemers ter plaatse (bestemmingscriterium) of indien deze weg ter hoogte van de aansluiting op de andere weg de fysieke kenmerken van een uitrit vertoont (constructiecriterium).”
Zodra jij afslaat een erf in moet je al voorrang verlenen aan voetgangers, Daarnaast moet je hoogst waarschijnlijk ook nog eens een in/uit rit oprijden (wat een bijzondere manouvre is). Hierbij heeft de voetganger voorrang op de erf drempel maar niet in het erf zelf.
De voorrangsregels bij het verlaten van een onverharde weg zijn exact hetzelfde als bij bord B6. Degene die de onverharde weg verlaat, moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Als bestuurder moet je voetgangers voor laten gaan bij zowel het inrijden van een erf, op het erf zelf en bij het verlaten van het erf.
(Tijdelijk) woonerf. In rustige straten kan de ruimte herverdeeld worden door ze om te vormen tot 'woonerf'. Auto's mogen er maximaal 20 km/u rijden en voetgangers en fietsers mogen de volledige breedte van de openbare weg gebruiken. Dit geeft meer ruimte aan voetgangers en fietsers en maakt fysieke afstand mogelijk.
Het verlaten van een uitritconstructie is dus een bijzondere manoeuvre of bijzondere verrichting. In een dergelijk geval dient de persoon die een uitrit verlaat dus iedere andere verkeersdeelnemer voorrang verlenen. Deze voorrang geldt dus niet alleen voor bestuurders, maar ook voor voetgangers.
In een erf geldt een maximale snelheid van 15 km/h. Dit geldt voor alle bestuurders. In een erf kun je ook te maken krijgen met auto's, fietsers en spelende kinderen.
De erven worden gebruikt om te parkeren, maar doorgaand verkeer is nog steeds niet mogelijk. Hierdoor is er minder verkeer en kunnen kinderen op de erven spelen. Het begrip 'woonerf' was zo revolutionair, dat er veel kijkers op af kwamen, en het begrip 'woonerf' in de Engelse taal onvertaald werd overgenomen.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit en oprit genoemd) is een ingang of uitgang van een perceel voor motorvoertuigen om de openbare weg te bereiken, gelegen op gemeentegrond.
De weg bij de uitrit is wat verlaagd, zoals bij een drempel.Soms staan er paaltjes, een bord, hek of slagboom bij de in- of uitrit. Het is duidelijk dat het geen doorgaande weg is, maar een plek met een specifieke bestemming, zoals de oprit van een huis, een bedrijventerrein, een woonwijk of een garagebox.
Komt u dus met de auto of fiets langs een uitrit, dan heeft u voorrang op het verkeer dat uit de uitrit komt rijden, ook al komt deze bestuurder van rechts. De wet spreekt over “bestuurder” en niet over personen. Toch heeft ook een voetganger voorrang op al het verkeer dat uit een uitrit komt.
Hoe herken je het einde van een woonerf? Wat ook goed en belangrijk is om te weten, is dat zowel het begin als het einde van een erf bestaat uit een in-uitrit constructie. Dat wil dus zeggen dat je al het verkeer voor moet laten gaan als je een erf in- of uitrijdt.
Verlaat je een woonerf?Dan moet je voorrang verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is vooral bedoeld voor voetgangers, fietsers en spelende kinderen. Houd daar dus rekening mee als je een woonerf betreedt.