Er is geen eenduidige oorzaak te vinden voor burn-out. Vaak is het een combinatie van werk, privé en persoonlijkheid. Wat we wel weten, is dat burn-out op zichzelf niet erfelijk bepaald is. Wat wel erfelijk bepaald is zijn de persoonskenmerken die ten grondslag kunnen liggen aan een burn-out.
Een burn-out wordt vastgesteld door een huisarts, bedrijfsarts of psycholoog.
Wanneer het je opvalt dat iemand zich anders gedraagt, kunnen de volgende verschijnselen een signaal zijn van een burn-out: verslonzing van zichzelf of van het werk. gebrek aan humor, creativiteit, solidariteit en flexibiliteit. contact via de mail in plaats van fysiek of telefonisch te laat komen en vroeg weggaan.
Dit breingedeelte is betrokken bij veel emotionele en cognitieve functies. Hierdoor gaat een burn-out vaak ten koste van zaken zoals het denk- en leervermogen, concentratievermogen, probleemoplossend vermogen, geheugen en het vermogen om beslissingen te nemen.
Herstel in eigen of ander werk
Anders dan je misschien zou verwachten kunnen mensen met een burnout vaak beter wel gedeeltelijk aan het werk blijven. Wanneer zij elke dag iets nuttigs, iets ontspannends en iets gezelligs doen is de kans het grootst dat zij zichzelf hervinden en in het herstel gaan geloven.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen een burn-out krijgen is gekelderd van 50 naar 32 jaar. Wat is er gebeurd met de jongeren van nu? 30 is het nieuwe 20, wordt wel eens gezegd. Maar als het om carrières gaat, lijkt 30 het nieuwe 50 te zijn.
De eerste herstelfase duurt gemiddeld 3 weken, de tweede 3 tot 6 weken en de derde 6 weken. In totaal ben je dus al snel 12 tot 15 weken bezig om te herstellen. Belangrijk om op te merken is dat de totale herstelduur per persoon sterk kan verschillen.
Mensen herstellen meestal wel goed van een burn-out. Maar niet iedereen herstelt even snel. Bij een actieve aanpak is de kans groot dat u uw normale bezigheden geleidelijk weer kunt oppakken. Meestal lukt dit binnen enkele maanden.
De meeste mensen beginnen na een burn-out eerst voorzichtig met het opbouwen van uren. Denk bijvoorbeeld in in het begin aan twee dagen per week twee uur werken. Meestal worden de uren per twee tot drie weken uitgebreid.
Een burn-out gaat niet vanzelf over. Vaak is professionele hulp noodzakelijk. Zoek tijdig hulp anders kunnen klachten verergeren.
Meest voorgeschreven medicatie bij een burn-out: Antidepressiva. En toch wordt het zeer regelmatig voorgeschreven. Dan is het niet zo vreemd dat meer dan 1,2 miljoen mensen antidepressiva slikt, volgens een artikel van NRC uit 2017 en recentelijk een bericht op NU.nl.
Burnout duurt het langst van alle werkgerelateerde psychische klachten. Opvallend is ook de grote spreiding in duur van burnout: van drie maanden tot meer dan een jaar. Waarom duurt het herstel soms zo lang? Patiënten ogen niet ziek, maar kunnen maanden, soms jaren niet normaal functioneren.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Burn-out wordt niet vanuit het basispakket vergoed
De volledige kosten van deze behandeling komen dus voor rekening van de patiënt of werkgever. Het kan echter zo zijn dat je met burn-out klachten door de huisarts toch wordt doorverwezen naar gespecialiseerde GGZ.
Een oproep voor een afspraak bij de bedrijfsarts is voor de meeste mensen al genoeg om dagenlang in de stress te zitten over wat er nu weer gaat gebeuren. Het gesprek bij de bedrijfsarts is een dialoog en dat betekent dat jij ook vragen mag stellen. Bijvoorbeeld over welke informatie er naar je werkgever gaat.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Bedrijfsarts stelt een probleem vast en zoekt naar de mogelijkheden om de werknemer te helpen om op een gezonde manier terug in het werk te komen. De bedrijfsarts neemt tijdens zijn gesprek niet uitsluitend medische zaken in het overweging, maar kijkt naar alle factoren die op dat moment van belang zijn.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
Er gebeurt meer om je heen dan dat je kunt verwerken waardoor je raakt overprikkeld. Door deze stress kun je vaak niet goed slapen, waardoor je vermoeid raakt. Deze vermoeidheid is vervolgens weer de oorzaak van verminderde concentratie. Zo kom je terecht in een vicieuze cirkel die lastig te doorbreken is.
Burn-out kenmerkt zich door zowel lichamelijke, psychische als sociale klachten die gepaard gaan met een verminderd gevoel van eigenwaarde op het werk. Het is geen ziekte, maar een syndroom. Dat wil zeggen dat burn-out zich uit door klachten op verschillende vlakken. Het is een langzaam en sluipend proces.
Te lang te veel stress, of spanning, zorgt ervoor dat je hersenen minder goed functioneren. Hierdoor kun je bijvoorbeeld vaker dingen gaan vergeten, snel afgeleid zijn en gevoeliger zijn voor negatieve emoties. Dit is te voorkomen door je hersenen voldoende rustmomenten te geven.