Het negatieve ion is altijd een base. Afhankelijk van de sterkte van deze zuren (positieve ionen) en basen (negatieve ionen), zal de oplossing van het zout in water neutraal, zuur of basisch (alkalisch) zijn. Zouten dissociëren bij oplossen in water. Het positieve ion is een zuur, het negatieve ion is een base.
Een base of loog – ook wel alkali genoemd – is een substantie die eigenschappen heeft, tegengesteld aan een zuur. De mate waarin een in water opgeloste stof basisch is, wordt aangegeven met de pH-waarde: 7 is neutraal, hogere waarden zijn basisch, lagere waarden dan 7 zijn zuur.
Een zuur is een deeltje dat H +-ionen (protonen) kan afstaan, dus een protondonor. Een base is een deeltje dat H +-ionen (protonen) kan opnemen, dus een protonacceptor. Als een zuur een H + afstaat, vormt het zijn geconjugeerde base.
Het zout als geheel is dus een neutrale stof; beïnvloedt in oplossing niet de pH van die oplossing. Maar vele andere zouten hebben wel degelijk die invloed: zoals natriumcarbonaat, opgebouwd uit de ionen Na+ en CO32-. Analyse toont aan dat de eerste neutraal is, maar de tweede behoorlijk basisch.
Een base is een verbinding die een proton H+-ion op kan nemen. Daarom wordt een base ook wel een protonacceptor genoemd. Er hoeft dan ook geen H+ in de molecuulformule voor te komen. Voorbeelden van basen zijn NH3, CH3NH2, HSO4- , SO42– en H2O.
Het eerste H2O molecuul (helemaal links) is het zuur dat een H+ ion af staat. Er blijft dan OH - over. Het tweede H2O molecuul (links van de pijl) neemt het H+ ion op en reageert dus als base. Omdat H2O volgens BINAS een zwak zuur is en ook een zwakke base, hebben we de reactie maar meteen als een evenwicht genoteerd.
Zuur is een bekende smaak. In de keuken komen veel verschillende zuren voor, als citroensap, azijn, tomatenpuree, bijna alle fruitsoorten, wijn. Basen of een basische smaak proef je minder vaak, het is de smaak van zeep. Chemisch gezien is dit een stof die zuur kan neutraliseren.
Het positieve ion is een zuur, het negatieve ion is een base. Een oplossing van een zout in water kan neutraal, zuur of basisch zijn.
Onze huid heeft van nature een beschermlaagje, dit noemen we de zuurmantel. Het bestaat uit zweet, talg en dode huidcellen. Het heet zuurmantel, omdat de zuurgraad of pH-waarde tussen de 4,5 en 5,5 ligt.
Dit heeft niets te maken met de zure smaak van een stof. Suiker smaakt zoet maar is een sterk zuurvor- mend voedingsmiddel. Een zure sinasap- pel geeft echter na de vertering een basische rest.
Het is niets anders dan de afspraak: 'Water bestaat uit H+ protonen en OH- ionen. Bij zuiver water (neutraal), zijn er evenveel H+ als OH- ionen aanwezig. 'Wanneer er meer H+ protonen zijn dan spreken we van een "zuur". Een overwicht van OH- ionen noemen we een base.
Met de pH, of zuurgraad, wordt aangegeven hoe zuur of basische een oplossing is. De pH loopt van 0, heel zuur, tot 14, heel basisch. Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal.
Een base is het tegenovergestelde van een zuur. Een zuur smaakt zuur, een base smaakt zeepachtig (maar let op: je kan niet zomaar ieder zuur of base in je mond stoppen!). Bekende basen zijn ammonia, chloor, natronloog (gootsteenontstopper) en ovenreiniger.
Het idee achter een zuur-base reactie is dus dat een zuur H+ ionen afstaat aan een base. Door die overdracht van H+ ionen kunnen de zuur en base in elkaar over gaan. Dat ziet er zo uit: zuur ⇄ base + H+.
Alkalisch water is water met een lagere zuurtegraad dan gewoon kraanwater. Dit betekent dat het rijker is aan 'alkaliserende verbindingen', waaronder calcium, silica, kalium, magnesium en bicarbonaat.
Basisch vormende voeding kan daarentegen onbeperkt worden gegeten. Basisch vormende voeding is bijvoorbeeld groenten, fruit, pompoen, banaan, komkommer, augurk, tomaat, aardappel, aubergine, selderij. Het valt daarnaast ook aan te bevelen matig te zijn met voeding die veel purine bevat.
We hebben ook verzurende voedingsmiddelen nodig voor balans. Wat we kunnen doen is kiezen voor voedingsstoffenrijke verzurende opties zoals kikkererwten, walnoten, pistaches en havermout ….
Zuurvormend voedsel: Peulvruchten (dus ook pinda's), granen, kaas. Zwak zuurvormend/zwak basenvormend voedsel: Kwark, noten, zaden, roomboter, olie. Basenvormend voedsel: Vloeibare melkproducten (melk, karnemelk, yoghurt). Sterk basenvormend voedsel: Groenten, fruit, aardappelen.
De naam van een zout bestaat uit twee delen: het deel met het positieve ion en het deel met het negatieve ion. Je kunt de naam van een zout vinden door de namen van het positieve en het negatieve ion achter elkaar te plaatsen. Voor de positieve ionen kun je de naam uit het periodiek systeem (BiNaS tabel 99) halen.
Zouten bestaan uit ionen en zijn een samenstelling van een metaal en een niet-metaal. In de binding van zouten zijn de metalen vaak positief geladen en de niet-metalen vaak negatief geladen. Omdat deze positieve ionen en negatieve ionen elkaar aantrekken, ontstaat er een ionbinding.
Wat is zout? Als we het over zout hebben, bedoelen we meestal keukenzout. De scheikundige naam voor keukenzout is natriumchloride (NaCl). 1 gram keukenzout bestaat uit 0,4 gram natrium en 0,6 gram chloride.
Antwoord. De pH hangt af van wat er in een product zit. Voor ontstopper is dat vaak NaOH, natriumhydroxide, een base, of H2SO4, zwavelzuur, een zuur. Een base zorgt voor een hoge pH, en een lage concentratie aan H+-ionen, een zuur zorgt voor een lage pH en hoge concentratie aan H+.
Er wordt vaak gesproken over de pH-waarde van olijfolie, terwijl dit feitelijk onjuist is. pH-waarde gaat namelijk enkel op voor een waterige oplossing. Olijfolie is dit niet! Vandaar dat wij spreken over de zuurtegraad.
Zure fermentatieproducten als zuurkool, yoghurt etc. zijn door de fermentatie ook opeens basisch geworden. Iets wat zuur is, is immers over de hele linie vaak basisch, las je al aan het begin van het verhaal.