Echter is een voegwoord dat een tegenstelling aangeeft, net als het meer gebruikelijke “maar”. Je legt hiermee meer nadruk op de beperking die wordt opgelegd aan het andere deel van de zin. Aangezien het woord formeler klinkt dan “maar”, wordt “echter” meestal in geschreven taal gebruikt.
Echter kan gebruikt worden als eerste woord van een zin, om een tegenstelling met de vorige zin uit te drukken. Het staat dan in de zogeheten aanloop en valt buiten de eigenlijke zin.
Maar echter is geen voegwoord, het is een bijwoord. En een zin mag wel degelijk met een bijwoord beginnen. Na dat bijwoord 'echter' komt eerst het onderwerp en daarna de persoonsvorm: 'Echter, we geven geen garantie op de draaiende delen.
Echter is een vrij formeel woord waarmee we een tegenstelling uitdrukken. Het komt vooral in geschreven taal voor. Wereldwijd zijn er dagelijks ongeveer achtduizend aardbevingen, de meeste daarvan zijn echter niet zo hevig.
Het voegwoord maar kan alleen vooraan in een (bij)zin staan. Er komt geen komma achter: We vroegen om aardbeienijs, maar kregen kersenijs. Ik wil best met de trein naar Italië, maar dat kost te veel.
Echter is een voegwoord dat een tegenstelling aangeeft, net als het meer gebruikelijke “maar”. Je legt hiermee meer nadruk op de beperking die wordt opgelegd aan het andere deel van de zin. Aangezien het woord formeler klinkt dan “maar”, wordt “echter” meestal in geschreven taal gebruikt.
echter (bw) : daarentegen, doch, evenwel, intussen, maar, niettemin, nochtans, toch.
In de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), waarin de hele Nederlandse grammatica is beschreven, staat: “Het gebruik van echter in de aanloop wordt door sommige taalgebruikers als een anglicisme en om die reden als niet correct beschouwd.
Echter als voegwoord
Als je het volledige gebruik van 'echter' bekijkt, moet je constateren dat het gewoon als bijwoord, net als 'helaas', midden in de zin gebruikt kan worden.
Voor het nevenschikkende voegwoord maar wordt meestal een komma gezet. De Argentijn probeerde te koppen, maar kreeg een duw tegen zijn schouder en zag de bal net naast gaan.
Vóór voegwoorden:
Meestal verstandig om een komma te plaatsen voor: als, hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl. Zij vertelde het aan iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was.
Maar echter is ook een bijwoord dat bij de hele zin hoort, en dus ook een andere plaats kan krijgen in de zin (1b en 1c). Het is een zogenoemd voegwoordelijk bijwoord.
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. Deze zinnen dienen dan idealiter een samengestelde zin te vormen, met een komma er tussen.
Voegwoorden zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden, en voegwoorden geven ook aan wat het verband is tussen twee zinnen. Voorbeelden van voegwoorden zijn: 'maar', 'want', 'omdat', 'doordat', 'en', 'dus' en 'of'.
Een zin mag beginnen met maar. Zinnen die beginnen met maar zijn iets informeler. Voor zakelijke teksten zijn ze meestal wat minder geschikt. Het nevenschikkende voegwoord maar verbindt gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin.
Voor het onderschikkend voegwoord omdat wordt vaak een komma gezet, maar de komma kan ook worden weggelaten. Kaneko gaat niet mee(,) omdat ze te veel rugpijn heeft. De vrouw zweeg over haar ziekte(,) omdat ze vreesde voor haar job.
De gebruikelijke woordvolgorde in een Nederlandse zin is: onderwerp + persoonsvorm + rest van de zin. Je hoeft niet altijd met het onderwerp te beginnen. Soms begin je met het werkwoord of met een ander deel van de zin.
De plaats van niet in de zin is afhankelijk van het woord of het zinsdeel dat wordt ontkend. In de meeste zinnen staat niet vlak voor het woord of het zinsdeel dat wordt ontkend. -Bij een zinsdeel dat met een prepositie begint, staat niet vóór deze prepositie. Ik woon niet in Amsterdam.
Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin of een hele zin te ontkennen.
Vermijd omslachtig taalgebruik of archaïsche elementen. Gebruik 'maar' of 'echter' in plaats van 'doch'. Gebruik 'ook' of 'alsook' in plaats van 'alsmede'. Gebruik 'daarom' of 'bijgevolg' in plaats van 'derhalve' of 'dientengevolge'.
Andere voegwoorden aan het begin van een zin
Hetzelfde geldt trouwens voor de woorden 'maar', 'of', 'dus' en 'want'. Ook met deze voegwoorden kun je een zin beginnen. Maar de voorkeur om dit wel of niet te doen, zal waarschijnlijk per tekstschrijver verschillen.
We schrijven hierom aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we hier om in twee woorden. Hier kan dan vervangen worden door 'op deze plaats'.
1echt (de; m) 1huwelijk: in de echt verbinden 2echt (bijvoeglijk naamwoord) 1onvervalst, waar: echt berouw; een echte dame 3echt (bijwoord) 1werkelijk: echt waar!; (versterkend) is ie leuk? Ech(t) wel!
buitenechtelijk = buitenechtelijk bijv.
doch conjunction Uitspraak: [ dɔx ] maar formeel Voorbeeld: 'Hij is streng doch rechtvaardig. ' Synoniemen: echter maar niettemin nochtans 4 definities...