Het is nog onduidelijk wat de precieze oorzaak is van dyslexie. Wel weten we dat je met dyslexie geboren wordt, dat dyslexie erfelijk is en dat het te maken heeft met de manier waarop de hersenen zich ontwikkelen.
Het leren van dingen die je uit je hoofd moet weten, kost veel meer moeite (bijvoorbeeld de tafels, topo, woordjes voor de vreemde talen). De dyslexie zit dus in je hersenen. Je komt er niet meer van af… Je blijft het je hele leven.
Bij mensen met dyslexie werken sommige kleine gebieden in de hersenen werken minder goed samen. De verbindingen zijn anders en het duurt langer voordat er een goede en stevige verbinding is aangelegd. Het is daardoor moeilijker om letters aan klanken te koppelen.
Een dyslectisch brein ontwikkelt en functioneert anders. Voor mensen met dyslexie maakt bedrading in de linkerhersenhelft het verwerken van geschreven taal moeilijk. Hoewel dyslexie meestal een aandoening is waarmee mensen geboren worden, kan het soms het gevolg zijn van een traumatisch hersenletsel, beroerte of dementie .
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Neurodivergent is geen synoniem voor autisme. Er zijn immers talloze manieren om neurodivergent te zijn. Autisme is er slechts een voorbeeld van zoals ook ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down.
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
“Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.”
De oorzaak van diepe dyslexie is schade in de linkerhersenhelft .
Van dyslexie en dyscalculie heb je je hele leven last, ook op volwassen leeftijd. Wel zijn er manieren waarop je kunt zorgen dat je er minder last van hebt. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een baan waarbij je niet veel hoeft te lezen, schrijven of rekenen.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Dyslexie is het gevolg van individuele verschillen in de delen van de hersenen die lezen mogelijk maken. Het komt vaak voor in families. Dyslexie lijkt verband te houden met bepaalde genen die van invloed zijn op hoe de hersenen lezen en taal verwerken.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.
Dyslexie is een neurologische aandoening die wordt veroorzaakt door een andere bedrading van de hersenen. Er is geen genezing voor dyslexie en personen met deze aandoening moeten copingstrategieën leren. Onderzoek wijst uit dat dyslexie geen verband houdt met intelligentie.
Het is nog onduidelijk wat de precieze oorzaak is van dyslexie. Wel weten we dat je met dyslexie geboren wordt, dat dyslexie erfelijk is en dat het te maken heeft met de manier waarop de hersenen zich ontwikkelen.
Dyslexie is een aangeboren en erfelijk bepaalde leerstoornis met een neurologische basis, waarbij de kern van het probleem ligt in het vlot lezen en spellen van woorden. Een leerling die één ouder heeft met dyslexie, heeft 40 tot 50% kans ook aanleg te hebben voor dyslexie.
Er zijn vier soorten dyslexie die veel voorkomen: fonologische dyslexie, oppervlakkige dyslexie, snel benoemen en dubbel dyslexie .
Bij mensen met een risico op dyslexie is aangetoond dat ze een verminderde grijze stof en corticale dikte hebben, vooral in de gebieden rond de perisylvische cortex op de kruispunten van de pariëtale, temporale en occipitale kwabben (13).
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Antwoord: Nee, een leerstoornis is geen psychische ziekte . Leerstoornissen zijn neurologisch van aard. Ze zijn het gevolg van "foutieve bedrading" in specifieke delen van de hersenen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
In werkelijkheid zijn de twee – dyslexie en intelligentie – niet gerelateerd . De misvatting dat kinderen met dyslexie niet intelligent zijn, komt voort uit een paar factoren: Misinterpretatie van prestaties: aangezien dyslexie voornamelijk lezen en schrijven beïnvloedt, kunnen kinderen met dyslexie moeite hebben met academische taken.
Uit sommige onderzoeken is ook gebleken dat dyslexie vaker voorkomt bij hoogbegaafde mensen in beroepen waarin ruimtelijk inzicht een rol speelt , zoals kunst, wiskunde, architectuur en natuurkunde.