Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans.
Duits is de oudste vorm . Het Nederlands is daaruit ontstaan, en uit het Nederlands kwam het Engels. Dus het Nederlands staat dichter bij het Engels.
Volgens de bron was het Nederlands (1500-1700) er eerder dan het huidige Duits (1700-nu).
Na de volksverhuizingen, dus ongeveer rond het jaar 500 na Christus, zijn uit de Germaanse dialecten aparte talen ontstaan, waaronder het Oudnederlands. Het Nederlands is dus ongeveer 1600 jaar oud.”
Het is moeilijk met zekerheid vast te stellen welke taal de oudste taal van Europa is, aangezien niet bekend is uit welke tijd de orale tradities stammen. Het Baskisch wordt echter als de oudste taal van Europa beschouwd, hoewel het eerste schriftelijke bewijs ervan uit de 15e eeuw stamt.
Oud-Nederlands is de oudste vorm van het Nederlands en werd gesproken tussen 500 en 1150. Het werd sterk beïnvloed door Germaanse talen. Een van de oudste teksten is de zin 'Hebban olla vogala', die rond 1100 werd opgeschreven.
Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans.
Het heeft geen vaste begindatum. Duits (als het standaard Hoogduits dat je op school leert in zijn huidige vorm) is vrij jong, een goede 100 jaar . Het dialectcontinuüm waartoe het behoort bereikte zijn "moderne" stadium in de late 17e eeuw, dus dat is ~350 jaar. Zijn voorouder is ongeveer 1500 jaar oud.
De Nederlandse en Duitse talen lijken vaak op elkaar en daar is een goede reden voor; ze zijn beide deel van de Germaanse talenfamilie. Andere Germaanse talen zijn: Engels, Fries, maar ook Noors, Deens en Zweeds. Het Nederlands en het Duits zijn beide deel van de West-Germaanse tak van de Germaanse talenfamilie.
Nederland bestaat sinds 1813 als zelfstandige eenheidsstaat. Sinds 16 maart 1815 is Nederland een koninkrijk, nadat soeverein vorst Willem zichzelf tot koning uitriep . Van 1798 tot 1813 verbleef erfprins Willem, zoon van de laatste stadhouder Willem V , in Duitsland en Engeland.
Het woord Dutch komt van een Proto-Germaans woord dat "van het volk" betekent. Het deelt een wortel met het Duitse woord Deutsch, wat tot verwarrende namen heeft geleid. De naam die Duitsers Duitsland noemen, is bijvoorbeeld Deutschland en de mensen daar Deutsch. Dutch en German zijn immers verwant, het zijn allebei Germaanse talen.
Van oorsprong zijn de Duitsers een geheel van West-Germaanse stammen die zich vermengden met Slaven (in het oosten), Kelten (in het zuiden en westen) en Romeinen (Rijnland en zuiden). De precieze interpretatie van wie een Duitser is, is geëvolueerd met de jaren.
Zowel Nederlands als Duits hebben hun uitdagingen, maar Nederlands wordt over het algemeen als makkelijker om te leren beschouwd dan Duits . Uw beslissing moet echter uiteindelijk gebaseerd zijn op uw doelen en interesses. Overweeg factoren zoals vacatures, reisplannen en persoonlijke interesses voordat u kiest welke taal u wilt leren.
Dutch komt van de oude benaming Duitsch of Dietsch voor het Nederlands. Het Engels heeft het woord Dutch ontleend aan het Nederlands, in een tijd dat wij onze taal zelf nog met Duitsch of Dietsch aanduidden – waarschijnlijk in de late Middeleeuwen.
Vroege getuigenissen van West-Germaans zijn te vinden in het Oudfrankisch/Oudnederlands (de Bergakker-inscriptie uit de 5e eeuw), het Oudhoogduits (verspreide woorden en zinnen uit de 6e eeuw en samenhangende teksten uit de 9e eeuw) en het Oudengels (oudste teksten 650, samenhangende teksten uit de 10e eeuw).
Op 23 mei 1949 wordt De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) opgericht: een samenvoeging van de drie bezettingszones van de Fransen, de Britten en de Amerikanen. Op 7 oktober 1949 gaat de Sovjetzone op in de Duitse Democratische Republiek (DDR).
De eerste taal waar we weet van hebben, is het Soemerisch. Er zijn kleitabletten gevonden met die taal erop van ongeveer 4000 jaar voor het begin van onze jaartelling (zie afbeelding). Het Soemerisch mag dus met de eer gaan strijken: het is niet echt de eerste, maar wel de eerste ons bekende taal.
De oudste van deze talen, het Gotisch, werd gesproken rond de 4e eeuw na Christus, dus al honderden jaren na de periode van het Oergermaans. Er is, vergeleken met andere Germaanse talen tot dan toe, heel veel overgeleverd, nl.
De overheersende taal in het gebied dat nu Nederland is, was toen nog Fries. Nederlands is dus eigenlijk een importtaal. Migratiestromen uit het zuiden namen de taal mee en drongen het Fries terug richting het noorden.
De meeste Duitsers bleken het Nederlands 'komisch' ('raar') te vinden klinken, en het te beschouwen als een boers, plat dialect van het Duits, mede vanwege de grote overeenkomsten tussen het Nederlands en het Nederduits.
De oudste geregistreerde taal in Europa is waarschijnlijk Grieks. Maar er waren wel vroegere, niet Indo-Europese talen, die echter niet bewaard zijn gebleven omdat ze geen schrift hadden.
De Germaanse varianten leidden direct tot verschillende talen, namelijk Oud-Nederlands, ongeveer rond 500 na Christus. Nederlands dateert dus ongeveer 500 jaar terug. Je kunt het op deze manier bekijken om het transparanter te maken. De eerste taal is Duits , en Nederlands is niet ouder dan Engels.
De Nederlandse taal is ca. 1500 jaar oud. Het West-Germaans viel omstreeks 500 uiteen in verschillende talen, zodat het begin van het Nederlands ten vroegste daar gesitueerd kan worden. Meestal laat de taalwetenschap het Oudnederlands iets later, in de 8e eeuw, beginnen.