Wanneer u kanker heeft, kunt u een behandeling krijgen van chemotherapie in combinatie met doelgerichte therapie. Het doel van chemotherapie is de deling van cellen te stoppen. Bij doelgerichte therapie (Targeted Therapy) proberen we kankercellen meer doelgericht te remmen in hun groei.
Bij doelgerichte therapie krijgt u medicijnen om kankercellen te doden of de groei ervan te remmen. Deze medicijnen richten zich op specifieke eigenschappen van kankercellen. Dit doen ze door de werking van bepaalde eiwitten van de kankercel te blokkeren.
Krijg je doelgerichte therapie als onderdeel van een genezende behandeling, dan duurt de doelgerichte therapie ongeveer 1 jaar. Je kunt voor of na de operatie aan je borst met doelgerichte therapie starten. Met je arts bespreek je wat in jouw situatie de beste optie is.
Immunotherapie is een vorm van doelgerichte therapie. Sommige medicijnen die worden ingezet als doelgerichte therapie, activeren ook het immuunsysteem (afweersysteem) om kankercellen te vernietigen. Daarom wordt het ook wel immunotherapie genoemd.
Bij bepaalde soorten kanker wordt immuuntherapie gegeven. Dit is een behandeling met medicijnen, die het natuurlijke afweersysteem helpt om kankercellen te herkennen en vernietigen. Immuuntherapie werkt niet direct in op de tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Veel mensen die behandeld worden met immunotherapie krijgen last van vermoeidheid. Anderen ervaren helemaal geen last en kunnen hun activiteiten gewoon verderzetten. Vaak wordt aangeven dat men zich minder goed kan concentreren.
Bij patiënten met een HER2-positieve tumor geeft 1 jaar behandeling met adjuvant trastuzumab als onderdeel van systemische adjuvante chemotherapie een significante afname van het risico op recidief en overlijden.
Bij hormoontherapie krijgt u medicijnen om de groei van kankercellen te remmen. Deze medicijnen houden de werking van hormonen tegen die bij bepaalde kankersoorten een belangrijke rol spelen. Hoe kankercellen op hormoontherapie reageren, verschilt per tumor.
Longkankercellen met een EGFR-mutatie reageren vaak goed op behandeling met medicijnen die de werking van EGFR blokkeren. Deze medicijnen zijn tabletten. De tabletten worden doelgerichte therapie of TKI (tyrosine-kinase remmers) genoemd.
De meest voorkomende doelgerichte behandeling bij longkanker is die met een EGFR-remmer. De epidermale groeifactorreceptor (EGFR) is een eiwit dat een rol speelt bij het ontstaan van bepaalde kankers. Door EGFR te blokkeren met medicijnen kan men deze tumorcellen doden.
Bij longkanker met een mutatie is er een verandering opgetreden in het gen. Zo'n verandering is spontaan en dus meestal niet veroorzaakt door bijvoorbeeld roken. Door die mutatie krijgen cellen bepaalde eigenschappen waardoor ze kunnen blijven delen. Het vormt een tumor.
ALK mutatie
ALK is een eiwit dat aanwezig is in gezonde cellen. Door een verandering in het DNA (ALK mutatie) blijven de cellen delen, waardoor er kanker ontstaat. Longkankercellen die positief zijn voor ALK reageren vaak goed op behandeling met medicijnen die de werking van ALK blokkeren.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Daarom mogen er maximaal 5 weken zitten tussen de diagnose en de start van de behandeling. De behandeling is in het geval van deze indicator de chemotherapie die wordt gegeven vóór de operatie. Steeds meer patiënten krijgen chemotherapie vóór de operatie.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
De immunotherapie heeft twee voordelen: er is geen ziekenhuisopname nodig en de behandeling heeft veel minder bijwerkingen dan bij chemotherapie. Voorlopig kan immunotherapie slechts bij een klein aantal types kanker worden toegepast.
Dan is immunotherapie het meest succesvol.” Wij doseren de chemo laag om het afweersysteem zijn werk te kunnen laten doen in de tumor. De meerwaarde van chemotherapie is het effect op afstand. Bestraling is plaatselijk en zorgt voor een afweerreactie rond de tumor, maar chemotherapie reist het hele lichaam door.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.