Je kunt niet oneindig blijven dialyseren, omdat het hart en de bloedvaten hier erg onder lijden. Daarnaast is het effect van dialyse beperkt. Het neemt namelijk maar een klein deel van de nierfunctie over. Dialyse verhelpt de klachten als gevolg van nierfalen, zoals jeuk en vochtophoping, daardoor niet.
Zwaar en tijdrovend
Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten. Van de nierpatiënten die starten met dialyse tussen hun 45e en 65e jaar, overlijdt de helft binnen vijf jaar. Dialyse kan namelijk maar beperkt de nierfunctie overnemen (PD: 5% tot 10%, HD: 10% tot 15%).
Als je nieren nog nauwelijks werken en een transplantatie niet (meteen) kan, heb je een kunstnier nodig om in leven te blijven. Dat heet dialyseren. Deze behandeling heeft heftige bijwerkingen. Veel patiënten zeggen daarom 'dialyseren is geen leven maar overleven'.
Om ervoor te zorgen dat de afvalstoffen en overtollig vocht wel uit het lichaam worden verwijderd, is dialyse (bloedzuivering) noodzakelijk. Het duurt meestal 6 weken voordat de nierfunctie is hersteld en de nieren weer goed werken.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft (>10% van de normale nierfunctie), kunt u nog jaren leven. Als er nog maar een paar procent nierfunctie over is, ligt dat anders. Dan zal dit waarschijnlijk niet meer dan een paar weken of maanden zijn.
De meeste nierpatiënten overlijden uiteindelijk niet aan nierfalen. Ze overlijden aan andere aandoeningen. Bijvoorbeeld een longontsteking of een hartinfarct. Als u wel overlijdt aan nierfalen, raakt u bewusteloos en uiteindelijk in coma.
Hemodialyse kan in een centrum of bij u thuis worden uitgevoerd. Uw bloed wordt door een filter geleid dat als een kunstmatige nier fungeert. Het filter verwijdert de overtollige vloeistof, chemicaliën en afvalstoffen uit uw bloed. Het gereinigde bloed wordt vervolgens teruggepompt in uw lichaam.
Hoewel het herstel van de nierfunctie bij dialyse-afhankelijke patiënten wordt geschat op meer dan 1%, zijn er geen indicatoren die daadwerkelijk wijzen op een dergelijk herstel van de nierfunctie . De restnierfunctie bij dialysepatiënten is onbetrouwbaar en wordt zelden gevolgd.
Om de nieren weer beter te laten werken, is meestal een dieet nodig, waarbij u bijvoorbeeld minder zout of minder eiwitten inneemt. Soms is het nodig dat u medicijnen gebruikt om de bloeddruk te verlagen of om tekorten aan te vullen zoals vitamine D.
“Het is een zware behandeling die veel van ouderen vergt: hun conditie wordt slechter, ze zijn permanent moe, krijgen vaak problemen met hart- en bloedvaten, en afname van spierkracht. Hierdoor leveren ze vaak veel aan zelfstandigheid in.” Steeds meer ouderen stoppen met dialyse.
Bij nierfalen kan dialyse slechts een deel van het werk van gezonde nieren doen, maar het is geen genezing voor nierziekte . Bij ESKD heeft u dialyse nodig voor de rest van uw leven of totdat u een niertransplantatie kunt ondergaan.
Na het stoppen van dialyse zal de patiënt in het algemeen snel komen te overlijden. De levensverwachting na het staken van de dialyse is gemiddeld 8 dagen, met variaties van 1-2 dagen tot 2-3 weken (Murtagh 2007 (1)). Naast de comorbiditeit spelen de rest-nierfunctie en diurese hierbij een belangrijke rol.
Tijdens de dialyse gebeurt er veel in het lichaam, het is super vermoeiend. Na elke dialyse moeten ze een dag bijkomen. Meestal voelen zij zich één dag in de week goed en daarna begint het feest opnieuw. Het is een levensverlengende behandeling, totdat ze een transplantatie krijgen.
Er zijn 3 hoofdtypen dialyse: hemodialyse in het centrum, hemodialyse thuis en peritoneale dialyse . Elk type heeft voor- en nadelen. Het is belangrijk om te onthouden dat zelfs als u eenmaal een type dialyse kiest, u altijd de mogelijkheid hebt om te veranderen, zodat u zich niet "vast" hoeft te voelen aan één type dialyse.
Uw nieren scheiden onvoldoende vocht uit en het vocht blijft in het lichaam achter. De dialyse is dan nodig om het overtollige vocht uit uw lichaam te verwijderen. Het kan zijn dat u hebt gemerkt dat u minder bent gaan plassen of zelfs helemaal niet meer plast, sinds u dialyseert.
Bij een normale nierfunctie is de eGFR (de 'e' staat voor 'estimated') gelijk aan of boven de 90 ml/min. Als de nierfunctie lager is dan 60 ml/min, is de nierfunctie verminderd. Vaak wordt een percentage gebruikt. Bij een eGFR van 60 ml/min werken de nieren nog voor zo'n 60%.
Water en kruidenthee
Genoeg drinken is natuurlijk belangrijk voor iedereen. Maar wanneer je gevoelig bent voor ongemak in het urinestelsel of nieren, dan is genoeg drinken misschien nog wel belangrijker. Om het water meer helende eigenschappen mee te geven kun je thee maken met vochtafdrijvende kruiden.
Ze houden het vochtgehalte in je lichaam op peil. Wanneer je teveel vocht in je lichaam hebt (bijvoorbeeld doordat je veel hebt gedronken) zorgen je nieren ervoor dat je dat teveel aan vocht kwijtraakt door meer urine te maken. Je moet dan vaker plassen en je plas ziet lichter van kleur.
Als u een nierziekte heeft en uw nieren werken voor minder dan 10%, kunt u in aanmerking komen voor nierfunctievervangende therapie. Dit kan een niertransplantatie zijn, maar ook dialyse.
De studie van bijna 8.000 patiënten, bijna 2.000 met acuut nierletsel, vond dat 40% van de patiënten met acuut nierletsel hun nierfunctie herstelde. Maar van deze patiënten werd slechts 18% gespeend van dialyse door minder sessies te hebben, en 9% door kortere sessies te hebben.
Leven met 1 nier. Met één gezonde nier kun je prima leven. De overgebleven nier neemt het werk van de weggehaalde nier voor een deel over. Je totale nierfunctie is dan zo'n 65 tot 75% van toen je nog twee nieren had.
Meestal heeft de patiënt dialyse nodig als de creatinineklaring daalt tot 10-12 cc/minuut . De arts gebruikt ook andere indicatoren van de status van de patiënt om te beslissen of dialyse nodig is.
U kunt zelf beslissen om te stoppen met dialyseren. Het is belangrijk om de redenen waarom u wilt stoppen met dialyseren met de nefroloog, de verpleegkundigen of andere leden van het dialyse team te bespreken. Betrek ook uw eigen familie, naasten en/of vrienden in uw besluit om te willen stoppen met dialyse.
creatininegehalte was hoger dan normaal (tot 1,4 mg/dl ) bij CKD-patiënten die dialyse ondergingen. De meeste patiënten hebben een serumcreatininegehalte tussen 7,6-12 mg/dl (57%) en 12-15 mg/dl (27%) vóór dialyse (Fig.
Beperk zout in de voeding.Let op verborgen zout in de voeding zoals in brood, vlees, charcuterie. Voedingswaren die weinig zout bevatten: alle bloemkoolsoorten, deegwaren, rijst, aardappelen, verse ingevroren groenten, ... • Gebruik kruiden (tijm, peterselie) in plaats van zout om gerechten op smaak te brengen.