De maan is onbewoonbaar en levenloos. Hij heeft een verwaarloosbare atmosfeer, geen vloeibaar water, geen magnetosfeer die het hemellichaam beschermt tegen onder andere kosmische straling, geen bouwstenen voor het leven en ga zo maar door.
Volgens sterrenkundige Lucas Ellerbroek zou je in principe wel op de maan kunnen leven. Maar je moet dan wel ontzettend veel spullen meenemen. Er is op de maan namelijk geen eten, drinken of zuurstof.
De temperatuurschommelingen op de maan zijn ook intens, variërend van -248 tot 123 graden Celsius (-414 tot 253 graden Fahrenheit). Om de maan bewoonbaar te maken, zouden we in schuilplaatsen moeten leven . Naast het beschermen tegen meteorieten, straling en giftig maanstof, zou een afgesloten schuilplaats ons in staat stellen om te ademen.
De Aarde zal de Maan niet verliezen, althans niet door getijdewerking.
Dat kan op aarde omdat onze atmosfeer zuurstof bevat - zodat verbranding mogelijk is - en de bodem vol met microben en schimmels zit - zodat een lichaam langzaam vergaat. Heel anders is dat op de maan of op Mars. De maan heeft helemaal geen atmosfeer, en die van Mars bevat een verwaarloosbare hoeveelheid zuurstof.
De regoliet van de maan bestaat voor ongeveer 45% uit zuurstof . Maar die zuurstof is stevig gebonden aan de mineralen die hierboven zijn genoemd.
In de donkere kraters rond de zuidpool van de maan kan niet alleen bevroren water, maar ook bevroren koolstofdioxide te vinden zijn. Dat blijkt uit nieuw onderzoek gebaseerd op gegevens van NASA's Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO). Dat is goed nieuws voor toekomstige bemande maanmissies.
Maar over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon begint te sterven, zal de zon opzwellen tot een rode reus. "Op dat moment zal het aarde-maansysteem vrijwel zeker verstoord en vernietigd zijn", vertelde David Trilling, hoofd van de afdeling Astronomie en Planetaire Wetenschappen aan de Northern Arizona University, aan Live Science.
Zelfs met de huidige hoge snelheid van terugtrekking, is het onwaarschijnlijk dat de Maan de Aarde ooit helemaal zal verlaten . De eigen rampzalige ondergang van de Zon zal waarschijnlijk lang voordat dat gebeurt ingrijpen, in ongeveer 5-10 miljard jaar. De mensheid zal waarschijnlijk lang voor die tijd zijn uitgeroeid.
Zo'n hemellichaam krijg je niet zomaar vernietigd. Over nog eens 4,6 miljard jaar, wanneer de zon het einde van zijn leven nadert en begint op te zwellen tot een rode reuzenster, zal de aarde er nog steeds zijn. Alleen is er dan natuurlijk geen leven meer mogelijk.
Dat we sinds 1972 niet meer op de maan zijn geweest, komt vooral door een gebrek aan politieke wil. De techniek is sinds 1969 enorm vooruitgegaan. Ook de ambities groeien: er bestaan plannen voor bemande missies naar Mars en verder.
Er is geen atmosfeer van betekenis, geen vloeibaar water op het oppervlak, geen magnetosfeer die het oppervlak beschermt tegen de zonnewind en kosmische straling, geen polymere chemie en er zijn grote dagelijkse temperatuurschommelingen (zie bijvoorbeeld Vaniman et al., 1991; Schulze-Makuch en Irwin, 2008).
Meteen is ook duidelijk dat de Volle Maan overal ter wereld dezelfde is. Omdat de hemel in het zuidelijk halfrond "op zijn kop staat" en de hemellichamen bewegen van oost over noord naar west, lijken Eerste en Laatste Kwartier omgewisseld. Het is wel degelijk hetzelfde maanoppervlak dat wordt verlicht.
Als de zon op de maan schijnt kan het er boven de 100 °C zijn, maar als de zon onder is dan kan het juist -200 °C worden.
Wetenschappers denken dat de omstandigheden in dit gebied ooit geschikt waren voor levensvormen. Maar voorlopig zijn wetenschappers nog niet zo ver dat ze met zekerheid kunnen aankondigen dat er op onze vermiljoenrode buurplaneet ooit leven heeft bestaan.
Sinds een paar jaar weten we het zeker: er is water op de maan! Op de zuidpool van de maan is water aanwezig in de vorm van ijs. Maar ook aan het oppervlak is water, opgesloten in de gesteenten van de maan.
In 1969 liepen de eerste astronauten op de maan: Neil Armstrong en Buzz Aldrin. In totaal zijn er twaalf mensen op de maan geweest, en ze zijn allemaal weer veilig teruggekomen.
Bijna 1000 jaar geleden verdween de maan spoorloos uit de nachthemel en werd maandenlang niet gezien. Een team van onderzoekers denkt te weten waarom. Bijna een millennium geleden verdween de maan volledig uit het zicht, misschien zelfs wel jaren.
Het idee dat de maan ooit leefbaar had kunnen zijn, is gebaseerd op een reeks ontdekkingen, die laat zien dat de maan niet zo droog is als we dachten. Maar ondanks dat het persbericht de titel 'Researcher sees possibility of Moon life' heet, biedt de paper geen bewijs dat er leven op de maan is geweest.
Als de maan er niet zou zijn zou de aarde gaan tollen. De maan remt de aarde een beetje af. Onze planeet zou veel sneller draaien zonder die grote buurman. Een planeet die sneller draait krijgt ook te maken met sterkere winden en stormen.
Als de maan op magische wijze zou verdwijnen, zou ook de zwaartekracht verdwijnen. Dat betekent dat anderhalve seconde later de maangetijdenbobbels van de aarde zouden beginnen in te storten — zowel de bobbels in onze korst als in de oceanen.
De Maan is voor 85.9% verlicht. In het plaatje hiernaast zie je dat de rechter kant van de Maan verlicht is. De Maan is behoorlijk vol. De Volle Maan geeft weliswaar veel licht, wat handig is om 's nachts de krant te lezen, maar de Maan is daarnaast zo helder, dat deze zwakke sterren en nevels overstraalt.
Temperaturen nabij de evenaar van de maan kunnen overdag oplopen tot 250°F (121°C), om na zonsondergang te dalen tot -208°F (-133°C) . In diepe kraters nabij de polen van de maan zorgen permanente schaduwen ervoor dat het oppervlak nog kouder blijft — NASA's Lunar Reconnaissance Orbiter heeft temperaturen gemeten die lager zijn dan -410°F (-246°C).
Het oppervlak van Europa wordt getroffen door straling van Jupiter. Dat is slecht voor het leven op het oppervlak – het zou niet kunnen overleven. Maar de straling kan brandstof creëren voor leven in een oceaan onder het oppervlak.
Argon-40, helium-4, zuurstof en/of methaan (CH 4 ), stikstof ( N 2 ) en/of koolmonoxide ( CO) en koolstofdioxide ( CO 2 )) werden gedetecteerd door in-situ detectoren die door de Apollo-astronauten waren geplaatst.