Omdat de AVG (net als de Wbp) van dwingend recht is, kunnen partijen slechts aanvullende afspraken maken die niet in strijd zijn met de AVG.
Als verwerker moet u een verwerkersovereenkomst hebben. Met een verwerkersovereenkomst kunt u verantwoorden dat u persoonsgegevens mag verwerken en op welke manier. U kunt zich dan beroepen op de grondslag van de verwerkingsverantwoordelijke. U moet de persoonsgegevens passend beveiligen.
De betrokkene is de geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon op wie de verwerkte en/of de te verwerken persoonsgegevens betrekking hebben. De AVG heeft mede als doel dat de betrokkenen goed worden beschermd bij verwerking van hun persoonsgegevens.
(73) In het Unierecht of het lidstatelijke recht kunnen beperkingen worden gesteld aan de specifieke beginselen en het recht op informatie, inzage en rectificatie of wissing van gegevens, het recht op gegevensoverdraagbaarheid, het recht om bezwaar te maken, alsook aan besluiten gebaseerd op profilering, aan de melding ...
Als verantwoordelijke moet u ervoor zorgen dat er een data protection impact assessment (DPIA) wordt uitgevoerd. U moet hierbij, wanneer van toepassing, aan verschillende partijen advies vragen. U hoeft de DPIA niet zelf uit te voeren, dit kunt u ook door iemand anders binnen of buiten uw organisatie laten doen.
Een organisatie mag niet zomaar persoonsgegevens doorgeven aan personen of andere organisaties. De algemene regel is dat verstrekken van persoonsgegevens alleen mag als dat verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld. Of dit het geval is, hangt af van de concrete omstandigheden.
Het recht om de persoonsgegevens die u verwerkt te laten wijzigen. Het recht op dataportabiliteit. Het recht om persoonsgegevens over te laten dragen aan een andere partij. Het recht op beperking van de verwerking: Het recht om minder gegevens te laten verwerken.
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) regelt wat er allemaal wel en niet mag met de persoonsgegevens van mensen. Bij elk gebruik van persoonsgegevens geldt dat de privacyinbreuk zo klein mogelijk moet zijn.
In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn de belangrijkste regels voor de omgang met persoonsgegevens in Nederland vastgelegd. Voorheen was dat in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Vanaf 25 mei 2018 is de AVG van toepassing.
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is de nieuwe Europese privacywet. Deze wet sluit beter aan op het digitale tijdperk waarin we leven. De wet geeft u meer rechten en organisaties meer verantwoordelijkheid om zorgvuldig met uw (digitale) persoonsgegevens om te gaan. En u daarover goed te informeren.
Je mag alleen persoonsgegevens verwerken wanneer je deze echt nodig hebt om je doel te bereiken en het niet anders kan. Je moet dus een goede reden, ofwel 'grondslag' hebben. Bijvoorbeeld dat je toestemming hebt van de persoon om wie het gaat. Er zijn 6 grondslagen in de AVG.
Het opstellen van een register van verwerkingsactiviteiten (verwerkingsregister) is onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) vaak een verplichte maatregel. Of u een verwerkingsregister moet opstellen, hangt af van de omvang van uw organisatie en het type gegevens dat u verwerkt.
Mensen hebben meer en sterkere privacyrechten
Die rechten zijn nu uitgebreid met het recht op dataportabiliteit (het recht om je gegevens mee te nemen) en het recht op vergetelheid (het recht dat organisaties je persoonsgegevens moeten wissen als je erom vraagt.
De AP houdt toezicht op de naleving van de wettelijke regels voor bescherming van persoonsgegevens. Onder toezicht vallen diverse activiteiten: Onderzoek doen uit eigen beweging naar mogelijke overtredingen van de wet (artikel 55 en 58, lid 1, onder e, AVG).
Dit zijn gegevens over iemands ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens, gezondheidsgegevens en gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid.
Dat houdt in dat die belangen in (algemene) wetgeving of elders in het recht zijn benoemd als een rechtsbelang. Een belang dat ook in rechte beschermd wordt, dat beschermingswaardig wordt geacht en dat in beginsel gerespecteerd moet worden en 'afgedwongen' kan worden.
Sinds 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Dat betekent dat in de hele Europese Unie (EU) dezelfde privacywetgeving geldt. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt niet meer. De AVG is ook wel bekend onder de Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR).
Gegevens over organisaties, zoals rechtspersonen, verenigingen en stichtingen, zijn geen persoonsgegevens. Ook gegevens van overleden mensen vallen buiten de reikwijdte van de AVG. De AVG regelt wat er allemaal wel en niet mag met de persoonsgegevens van mensen.
De AP kan organisaties die de AVG overtreden een boete opleggen van maximaal 20 miljoen euro of 4% van de wereldwijde jaaromzet. Deze bevoegdheid heeft de AP sinds 25 mei 2018, de datum dat de AVG van toepassing werd.
Op schending van het privacyrecht staat nu boetes tot 820.000 euro of 10% van de jaaromzet. Die boete kan echter alleen worden opgelegd bij opzet of ernstig verwijtbare nalatigheid.
De Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) geeft in Nederland uitvoering aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en verving per 25 mei 2018 de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Op 13 maart 2018 is de wet door de Tweede Kamer aangenomen.
Bijzondere categorieën van persoonsgegevens (gevoelige persoonsgegevens) zijn de volgende persoonsgegevens: persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, het lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens, gegevens ...
Wie mogen mijn gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien? Naast een aantal soorten organisaties, zoals de Belastingdienst, mag uzelf uw persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) inzien. Ouders of verzorgers met ouderlijk gezag hebben inzage in gegevens van hun minderjarige kinderen.
Denk aan voornaam, achternaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats, straatnaam, postcode, woonplaats, telefoonnummer (mobiel en vast), en e-mailadres. Een BSN mag alleen door overheidsinstanties gebruikt worden en door organisaties buiten de organisatie als dat in een wet staat.
Volgens de wet hebt u de volgende rechten als het gaat om uw persoonsgegevens: Recht van inzage. Recht op rectificatie. Recht van bezwaar.