Wanneer is een botopbouw noodzakelijk? Implantaten moeten uiteindelijk in het bot staan om goed vast te groeien. Soms is er echter te weinig bot aanwezig. Dat kan bijvoorbeeld als een tand al lang geleden getrokken is, of als er door een ontsteking aan de tand veel bot verloren is gegaan.
IS EEN IMPLANTAAT ALTIJD MOGELIJK? Bij een volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer 21 jaar) kan in principe bij iedereen een implantaat worden geplaatst. Wel dient uw kaak aan enkele voorwaarden te voldoen. Zo moet er voldoende kaakbot zijn en moet het kaakbot gezond zijn.
Wat is eraan te doen? Met verschillende technieken kan bot dat verloren is gegaan worden teruggewonnen. Met behulp van uw eigen bot en/of botvervangers wordt de kaak weer opgebouwd. Na 4-6 maanden is het bot voldoende ontwikkeld en kunnen de implantaten worden geplaatst.
Na een botopbouw moet u rekenen op gemiddeld 5 tot 7 dagen last en pijn in de mond. U kunt volgens voorschrift pijnstillers blijven gebruiken. Uw wang kan flink opzwellen, vooral in de eerste 24 uur. Hierdoor kunt u uw mond minder ver dan gebruikelijk openen en u kunt slikklachten krijgen.
Als het kaakbot te veel is geslonken, kan uw prothese steeds losser gaan zitten. De problemen van een te lage kaak of te weinig kaakbeen kunnen verholpen worden door producten toe te voegen waardoor uw eigen kaakbot meer volume krijgt. De botten in ons lichaam hebben de mogelijkheid te regenereren (aangroeien).
Voordelen van een implantaat ten opzichte van een brug
Zo behouden uw eigen tanden hun sterkte en vitaliteit. Het implantaat behoudt het kaakbot en het tandvlees op hun oorspronkelijk niveau. Bij een brug gaan het kaakbot en tandvlees na verloop van tijd slinken en terugtrekken onder het brugtussendeel.
Als u na de ingreep moeite heeft met eten, kunt u de eerste dagen het beste vloeibaar en zacht voedsel gebruiken. Geleidelijk kunt u het normale eetpatroon weer oppakken. Bij een opbouw van de hele boven- of onderkaak mag u 2 tot 4 maanden alleen zacht voedsel eten. Pas de dag van de behandeling op met warme dranken.
Meestal moet het getransplanteerde bot eerst volledig vastgroeien voordat de kaakchirurg implantaten kan plaatsen. Dit duurt vaak drie tot vier maanden. In sommige gevallen kan de kaakchirurg de implantaten direct tijdens de botopbouw behandeling plaatsen.
Omdat het kaakbot zachter is in de bovenkaak, dient men minimaal 4 implantaten in de bovenkaak te plaatsen. Soms worden er zelfs 6 implantaten in de bovenkaak geplaatst. Omdat de neusbijholtes vlak boven de bovenkaak zitten is het uitvoeren van een sinuslift vaak nodig om implantaten in de bovenkaak te plaatsen.
Om de tand of kies te behouden is een wortelkanaalbehandeling de beste keuze. Hierbij wordt het ontstoken tandweefsel weggehaald. Het alternatief voor deze behandeling is het trekken van de tand of de kies. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een wortelkanaalbehandeling niet mogelijk is.
In de meeste gevallen zullen er na de operatie gedurende 6 weken elastieken tussen de onder en boven beugel geplaatst worden. Dit geeft de kaken de rust die nodig is voor herstel van het kaakbot. Eten is gedurende de eerste 3 weken vloeibaar en na 3 tot 6 weken zacht.
Borstel de randen van het tandvlees voorzichtig mee. Een belangrijke aanvulling op dit ritueel is flossen, stokeren of rageren, soms aangevuld met een mondspoelmiddel of tongschraper. Bij teruggetrokken tandvlees is het extra belangrijk om voorzichtig en vooral niet te hard te poetsen, maar wel zorgvuldig.
Samengevat is een kroon een oplossing voor één tand of kies, een brug voor meerdere tanden en/of kiezen en een implantaat biedt weer de basis voor het plaatsen van een kroon of brug wanneer er geen bestaande tand of kies meer aanwezig is.
Heb je nood aan een uitneembare of vaste prothese zoals een kroon, een brug of een implantaat? Dan heb je recht op een tegemoetkoming van 60% van de kosten voor aankoop en plaatsing, tot 1.050 euro (bij verhoogde tegemoetkoming: 75% met een maximum van 1.050 euro).
Dit gebeurt met een boortje. Dit bot wordt op maat gemaakt en vastgezet op de nieuwe plaats met een titanium schroefje. Het tandvlees wordt hier overheen gesloten met hechtingen die langzaam op zullen lossen. Deze behandeling duurt ongeveer 3 kwartier.
Door het trekken van de tanden en/of kiezen zal uw kaakbot zo'n 6 tot 9 maanden flink slinken. Tussen het trekken van tanden en het definitief plaatsen van een prothese zit een periode waarin de wonden moeten helen.
Kaakbot herstellen
De hoeveelheid kaakbot neemt af, zodra u een tand of kies bent verloren of als u last heeft van tandvleesontstekingen. Er zijn verschillende mogelijkheden het kaakbot weer op te bouwen. In sommige gevallen kan de implantoloog de botopbouw tegelijk doen met de plaatsing van het implantaat.
Prikkelende stoffen: Deze stoffen kunnen complicaties veroorzaken. Daarom is het raadzaam, de eerste drie dagen na de ingreep alcohol, nicotine, koffie, zwarte thee en verse melkproducten te mijden.
Toch kunt u gewicht verliezen. In de eerste twee weken na de operatie kan men soms 2 tot 5 kilo afvallen.
Complicaties bij een kaakoperatie
Je kunt op de verpleegafdeling pijnstillers krijgen. De zwelling is ongeveer twee dagen na de operatie het ergst, daarna kan je gezicht en hals blauw of geel kleuren. De zwelling kan een paar weken tot maanden aanhouden. Ook je lippen kunnen opzwellen.
In principe kunt u alles eten. Vermijdt hard voedsel. Ontzie het behandelde gebied en oefen nooit druk op deze weefsels of implantaten uit.
Is de behandeling pijnlijk? Met een plaatselijke verdoving is de behandeling zelden pijnlijk, maar na een operatieve ingreep is er altijd een zekere mate van napijn en/of zwelling. De verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. De napijn is goed te bestrijden door het innemen van een pijnstiller.
In principe kan bij iedereen met een volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer 18 jaar) een implantaat worden geplaatst. Er moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan. Er is voldoende kaakbot aanwezig. Voor een goede houvast is voldoende kaakbot een noodzaak.