Met een CT-scan kan de arts onderzoeken hoever de tumor zich heeft uitgebreid. Ook zijn met een CT-scan uitzaaiingen in de longen te zien. Je kunt een CT-scan krijgen als blijkt dat je spierinvasieve blaaskanker hebt. Ook bij niet-spierinvasieve blaaskanker kan de arts voorstellen om een CT-scan te doen.
Met een CT scan van de urinewegen kunnen de radioloog en de uroloog de nieren, urineleider en blaas goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld zien of er een tumor, een steen of een aangeboren of verworden afwijking is van en in de nier, urineleider en/of blaas.
Met een CT-scan van de urinewegen kijkt de arts of er een afwijking in de urinewegen zit. De urinewegen zijn de nieren (inclusief de nierbekkens), de urineleiders, de blaas en de plasbuis. Soms krijg je een CT-(IVP) scan. Hiermee kan de arts de nieren en nierbekkens nog beter bekijken.
“Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen.Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
Een CT-scan van de buik maakt een overzicht van de organen, weefsels en vaten in de buik. De CT-scan maakt een dwarsdoorsnede van het orgaan. Op die manier wordt een hele serie gedetailleerde afbeeldingen gemaakt. Dit is met een gewone röntgenfoto niet mogelijk.
Onderzoeken om te kijken of je uitzaaiingen hebt
longfoto of CT-scan van je borstkas. echografie van je lever of CT-scan van je buik. botscan. MRI-scan.
Met een MRI-scan kan de arts zien hoever de tumor is doorgegroeid in de spierwand en of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren die dicht bij de blaas liggen. Meestal krijg je dan een MRI-scan van je bekken. Een MRI-scan is soms nodig bij spierinvasieve blaaskanker.
Je krijgt een kleine hoeveelheid licht radioactieve glucose ingespoten in je arm, gevolgd door een halve liter vocht (via een infuus). Daarna krijg je nog een tweede inspuiting met een plasmiddel om de blaas goed leeg te maken (dat is nodig om een goede foto te kunnen maken).
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling een gedetailleerd beeld van het inwendige lichaam van de mens.Een PET-scan geeft juist een beeld van de stofwisseling van lichaamscellen.
Op de PET-scan zie je alleen de plekken waar de radioactieve stof zit. Deze plekken worden zwart. Maar daardoor weet je meestal niet waar in je lichaam die zwarte punten zitten. Met CT wordt er tegelijkertijd een afbeelding van je lichaam gemaakt.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van je lichaam, of van een deel ervan. Het apparaat werkt met een magneetveld, radiogolven en een computer. Met een MRI-scan kan de arts een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Het is belangrijk dat u met een volle blaas naar de poli komt. Dit verbetert de kwaliteit van het onderzoek en is bovendien nodig voor het plasonderzoek. Begin twee uur vóór het onderzoek met het drinken van water, limonade, thee of koffie. Drink elke 20 minuten één vol glas.
MRI van de onderbuik organen. Onderzoek van: blaas, baarmoeder, eierstokken, prostaat en nieren naar: tumoren, cysten, ontstekingen en uitzaaiingen. De organen worden driedimensionaal in beeld gebracht. Snel, zonder verwijsbrief en direct uitslag.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Hoe worden uitzaaiingen ontdekt? Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Klachten Meestal worden blaaspoliepen vastgesteld na een episode van pijnloos bloed plassen. Hierbij is de urine rose gekleurd, maar het geeft soms ook de indruk puur bloed te plassen. Ook kunnen klachten ontstaan zoals pijn in de onderbuik, pijn in de flanken en/ of het gevoel heel vaak te moeten plassen.
Mogelijke oorzaken kunnen zijn: Problemen met de prostaat (goedaardige prostaatvergroting)Problemen met de bekkenbodemspieren.Afwijkingen in de blaas, zoals blaasontstekingen, blaasstenen en blaastumoren.
Het onderzoek kan een vervelend gevoel geven, maar is niet pijnlijk. Het gehele onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Het kijken in de blaas neemt over het algemeen niet meer dan een paar minuten in beslag. Bij mannen wordt de plasbuis verdoofd met een vloeistof die tevens ook een glijmiddel is.
Een CT-scan wordt vaak gebruikt bij het opsporen van ziektes. Een nadeel van een CT-scan is dat patiënten tijdens deze scans worden blootgesteld aan straling.Dit kan mogelijk stralingsgerelateerde tumoren veroorzaken.
Op een PET-scan kan de arts de kankercellen onderscheiden van de gezonde cellen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Met een PET-CT-scan is daarom goed te zien waar in je lichaam de kankercellen precies zitten.
Een MRI werkt met magnetische straling. Bij dit onderzoek zijn daarom zijn metalen voorwerpen zoals brillen, sieraden, piercings, beugels en metalen gebitsprotheses niet toegestaan. Je ligt tijdens het onderzoek stil op een soort tafel die in de smalle tunnel geschoven wordt.
U krijgt voor en/of tijdens het onderzoek een injectie met contrastvloeistof in uw arm. Daardoor kan de laborant vooral uw bloedvaten beter in beeld brengen. Met de scan kan de arts afwijkingen aan de bloedvaten, organen en botten beter opsporen of beter in beeld krijgen.
Anderzijds is de MRI-scan drie keer duurder dan de CT-scan, maar veel veiliger voor de patiënt die hierbij niet onderhevig is aan de schadelijke ioniserende stralingen.