Het heeft de vorm van ossenhaas en weegt tot maximaal 450 gram. De naam is waarschijnlijk doordat orthodoxe Joden dit deel eten in plaats van de ossenhaas(tournedos), die volgens de Joodse spijswetten niet voldoet aan de voorschriften. Ossenhaas is niet per definitie kosher.Jodenbiefstuk wel.
Dieren die wel gegeten worden: rund, schaap, geit en hert. Dieren die niet gegeten worden: kameel, varken, haas, paling, garnaal en kreeft. Koosjere dieren worden op rituele wijze geslacht om aan de kasjroet te voldoen. Al het bloed wordt verwijderd en de gebruikte messen moeten vlijmscherp en kaarsrecht zijn.
Vissen: Serveer geen vissen die geen schubben hebben (denk aan zwaardvis en paling) en geen schaal- en schelpdieren (dus geen garnalen, kreeft, mosselen, coquilles of krab). Wat wel? Alle vissen met vinnen schubben, zoals zalm, tonijn, tong, makreel, enzovoorts. Zoogdieren die in het water leven zijn niet kosjer.
Tevens dient het voedsel bereid te worden volgens de geschriften van de Thora, de Joodse wet. Dit wordt ook wel Halacha genoemd. De grondstoffen die gebruikt worden voor een product, dienen ook koosjer te zijn. Voorbeelden van grondstoffen die koosjer zijn, zijn melk, groenten en granen.
Kosher / Kosjer is een Hebreeuws woord wat betekent dat het voedsel afkomstig is van planten of geoorloofde dieren en op een bepaalde manier is bereid volgens de regels van de Joodse religie. Kasjroet is het systeem van spijswetten in het Jodendom.
Kaas is namelijk alleen kosjer als hij door Jidden is gemaakt, een voorschrift dat ook geldt voor wijn en brood.
Koosjere joden zweren bij witte eieren, omdat daar –in tegenstelling tot bruine eieren– vrijwel nooit een druppel bloed in zou zitten. Want bloed, dat mag niet van de voedselvoorschriften.
Dus wel rund, schaap, wild bergschaap, gazelle, geit en hert maar geen kameel, klipdas, varken, paard of haas. Voor waterdieren geldt dat zij vinnen en (zichtbare) schubben moeten hebben. Dus geen garnaal, paling, meervallen en schelpdieren, kreeft, rog, steur, zeewolf et cetera.
Ook buiten de diensten is alcoholconsumptie toegestaan. In het Jodendom maakt drinken van koshere wijn (jajin) deel uit van verschillende rituelen tijdens de sabbat en het inwijden en uitluiden van feestdagen. Hierbij zijn alleen koshere wijnen, die onder het toezicht van een rabbinaat zijn gemaakt, toegestaan.
Vissen zijn kosher als ze vinnen en schubben hebben. Aan hun slacht worden geen specifieke eisen gesteld. Voorbeelden van toegestane vissen: kabeljauw, tonijn, haring, snoek, snoekbaars, baars, ansjovis, zalm, karper, forel. Alle week en schaaldieren zijn verboden.
Doorgaans wordt honing in het jodendom als kosher beschouwt. Het wordt veel gegeten en ook in de Tora wordt er veelvuldig en onproblematisch naar honing verwezen.
Een halal-keurmerk staat op vlees van dieren die geslacht zijn volgens de regels uit de Koran. Halalvlees is vlees waarbij al het bloed is verwijderd. In het Jodendom gelden ook bepaalde spijswetten. Eten dat aan deze wetten voldoet wordt koosjer genoemd.
Melk en vlees samen is te vet en zwaar. Andere combinaties worden door sommige rabbijnen ook afgeraden: vis niet samen met vlees; vis niet samen met melk.
Zo is één van de meest gehoorde redenen dat kosher voedsel gezond zou zijn. Nu blijkt kosher eten inderdaad gezonder te zijn dan niet-kosher voedsel, maar dit is totaal niet de reden waarom Joden kosher eten. Onderzoek heeft zelfs aangetoond dat een plakje ham mogelijk gezonder is dan een koshere chocoladereep.
De Nederlandse kasjroetlijst voor chocolade- en kruidnootproducten is per direct aangepast omdat pure en melk chocolade niet meer standaard als kosjer kan worden beschouwd.
Koshere wijn wordt gezien als het 'geschenk van God' en is bedoeld voor het Joodse volk tijdens bijzondere en heilige momenten. Wijn is alleen kosher wanneer er geen niet- orthodoxe Joodse mensen in aanraking zijn gekomen met de wijn; van de productie tot aan het uitschenken.
Een van de bekendste is de gemberbolus, waarvan het recept hieronder. Maar ook kunnen we denken aan de Zeeuwse bolus, boterkoek, latkes (aardappelkoekjes), bagel, charoset, gefilte fisj, hamansoren, maror, pom, challe (gevlochten brood), ossenworst, matzes (tijdens de Pesach) en knishes.
Inmiddels zijn er al 35.000 biertjes van het merk Simcha (Hebreeuws voor vreugde) verkocht. Feitelijk is het predicaat een lege huls want bijna elk bier dat volgens het Reinheitsgebot is gebrouwen kan koosjer genoemd worden, omdat het slechts water, hop en graan en gist bevat, meldt de Telegraaf.
Het slachten
Het mag alleen gedaan worden door joden die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Het vlees moet, voor het gegeten mag worden, enige tijd in water en in zout gelegd worden om het bloed er zoveel mogelijk uit te laten trekken. Het eten van bloed, ook van geoorloofde dieren, is namelijk verboden.
Tegenwoordig heeft het Joodse volk geen koningen meer, maar nog wel rabbijnen. Elke joodse gemeenschap heeft een rabbijn. Rabbijn betekent letterlijk leraar. Een rabbijn leert mensen over het geloof, geeft raad en weet alles over de joodse tradities en de regels van het jodendom.
Kreeft, garnalen, inktvis, haai, of mosselen zijn niet kosjer. Toch is het niet altijd duidelijk wat men onder schubben verstaat. Paling bijvoorbeeld heeft wel kleine schubben, maar die zitten onder een slijmlaag.
Er zijn ook regels voor vegetarisch eten: groente, fruit en granen mogen geen insecten bevatten, kaas moet worden gemaakt onder rabbinaal toezicht en wijn moet een koosjer-certificaat hebben.
In de eerste plaats blijft het langer goed, of anders gezegd, het zout remt het natuurlijke proces van bederf wat af. Daarnaast (2) houdt het zout de natuurlijke rode kleur van vlees vast, vooral bij varkensvlees. Verder blijft (3) het vlees wat malser. En tenslotte versterkt (4) toegevoegd zout de smaak.
Een Rabbijn is een leraar die volgens de joodse wet beslissend kan zijn bij geschillen en conflicten. In algemene zin is een Rabbijn de geestelijk leider van een joods gebedhuis, synagoge genaamd. De belangrijkste taak van een Rabbijn is die van adviseur en kenner van de joodse wetten.