Oorzaken van dissociatieIn bedreigende situaties kun je vechten, vluchten of bevriezen: het lichaam is dan extra alert en je reageert primair, als een dier. Als vechten of vluchten geen optie is, kan het bewustzijn uit zelfbescherming juist extreem verlagen en treedt er dissociatie op.
Dreigt er echt levensgevaar, dan kun je in de “freeze”-stand raken. Je wordt schijnbaar emotieloos, krijgt het koud. Er is sprake van dissociatie. Je spierspanning gaat omlaag, je kunt zelfs flauwvallen.
De symptomen van dissociatie
Het voelt alsof iemand buiten zijn eigen lichaam staat. Gedachtes, emoties en gevoelens worden dan uitgeschakeld. Op deze manier beschermt men zichzelf van de situatie. Dit kan niet alleen gebeuren op het moment zelf, maar kan ook nadat iemand een traumatische ervaring heeft opgelopen.
Bij een dissociatieve stoornis lukt het iemand een bepaalde tijd niet om gebruik te maken van het bewustzijn met alle gedachten, gevoelens en herinneringen. Iemand staat als het ware los van zichzelf. Dissociatie betekent letterlijk 'uiteenvallen'.
Sommige mensen hebben tijdens hun eerste aanval het gevoel dood te gaan. In een mildere vorm hebben mensen het gevoel er niet helemaal bij te zijn. Vaak zeggen patiënten zich bewust te zijn van de mensen om hen heen, maar niet met hen te kunnen praten.
Je kunt dissociatie zien als een “overlevingsstrategie”, een aanpassing aan extreme stress. Zowel bij een eenmalige traumatische gebeurtenis als bij herhaalde traumatische ervaringen kunnen mensen gaan dissociëren om te ontsnappen aan overweldigende gevoelens van angst, machteloosheid, hulpeloosheid en pijn.
Dissociatie en derealisatie lijken wel wat op elkaar. Een belangrijk verschil is dat derealisatie veel meer een gevolg is van vermoeidheid en dat dissociatie ineens kan gebeuren als je iets meemaakt wat je herinnert aan eerdere erg nare ervaringen.
Het voelt alsof u soms 'losraakt van uzelf of van de omgeving'. Dit heet dissociatie. Alles om u heen lijkt bijvoorbeeld vreemd of wazig. Of het voelt alsof uw lichaam niet van uzelf is.
Het gevoel 'los te raken van uzelf of van uw omgeving' heet dissociatie. Dingen die u dan bijvoorbeeld merkt: De tijd lijkt veel sneller of langzamer te gaan dan normaal.U vergeet (belangrijke) dingen die u heeft meegemaakt.
Een dissociatieve identiteitsstoornis kan niet worden verholpen met medicatie. Echter, omdat DIS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals angst of depressie, kan de arts ervoor kiezen om de symptomen van deze aandoeningen te verlichten met medicijnen.
Bij dissociatie zijn bepaalde functies in de hersenen verstoord, zoals het bewustzijn, geheugen of de waarneming van de omgeving. Bij het ervaren van onder andere hevige stress of een traumatische ervaring kan dissociatie optreden als vorm van zelfbescherming. Dissociatie kan als erg vreemd en eng worden ervaren.
Tijdens een freeze-reactie bevriest je lichaam. Je bent dan niet meer in staat om iets te doen of te zeggen.Je voelt je als het ware verlamd.Je lichaam schiet automatisch in deze overlevingsstand om jou te beschermen.
Waarom bevries ik? Wanneer er iets ingrijpends gebeurt; je partner handelt heel intens vanuit boosheid of zegt iets wat je triggert dan kan je reageren vanuit je innerlijk kind. Wanneer je geen veilige hechting hebt gehad met je ouders of opvoeders kan het zijn dat je volledig op slot ging wanneer het onveilig werd.
De patiënt kan leren het dissociëren te herkennen en te stoppen, en zal leren dat hij of zij heftige emoties kan verdragen. De behandelaar helpt de patiënt hierbij. In traumagerichte therapie wordt de aandacht gericht op de oorzaak van de dissociatieve klachten, en dat is het onverwerkte trauma.
Bij derealisatie of depersonalisatie is er sprake van een verstoring in het bewustzijn, waarbij iemand zichzelf of zijn omgeving als onwerkelijk en vreemd ervaart. Dit duiden we met een meer algemene term aan als dissociatie, wat betekent dat je op afstand komt te staan van je bewustzijn.
Dissociatieve fugue
Een patiënt kan op de vlucht slaan, soms naar een heel andere regio, of een andere identiteit aannemen. Vaak is een verbaasde gelaatsuitdrukking een symptoom. Het vluchtgedrag wordt meestal veroorzaakt door een trauma of stress.
Mensen beschrijven dissociatie als volgt:
Alsof dat de eigen persoon vreemd en niet verbonden aanvoelt; Alsof de omgeving wordt waargenomen als door een mist of beslagen raam; Dat je niet bij je eigen gevoel kunt; Dat er zelfs helemaal geen gevoel meer is.
Bij derealisatie kan het helpen om je te ontspannen zodat je stress vermindert en het beschermingsmechanisme minder in werking hoeft te treden. Wat dan kan helpen is een Mindfulness oefening. Je richt je aandacht dan ook meer op je zintuigen en wordt je weer wat meer bewust van prikkels om je heen.
Je kunt depersonalisatie zien als een verdedigingsmechanisme van het brein bij overprikkeling of langdurige stress. Het komt vaker voor bij mensen die in hun jeugd traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. Ook bij mensen die drugs gebruiken, een middel dat het brein vermoeit. En bij paniek kan het ook voorkomen.
Een traumatische ervaring is zo overweldigend dat die niet wordt opgeslagen als een herinnering, die vervolgens na verloop van tijd kan vervagen. In plaats daarvan maakt het trauma steeds weer inbreuk op het heden, in de vorm van herbelevingen, nachtmerries, angst of zelfs fysieke pijn.
Bij mensen met een eerste psychotische episode is nog geen onderzoek gedaan naar dissociatie. Benieuwd hoe dit zit? Dissociatie is een (tijdelijke) verstoring van de integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, cognities of perceptie. Uit eerdere studies blijkt dat dissociatie vaak voorkomt bij mensen met psychose.
Dissociatie is op zich geen erfelijke aandoening. Bij de manier waarop kinderen leren omgaan met angst spelen ervaringen een belangrijke rol. Ervaringen wat een kind meemaakt, hoe een kind geleerd wordt om om te gaan met angst en hoe een kind ziet dat anderen in de omgeving omgaan met angsten.
Jaarlijks krijgen ongeveer 4000 mensen in Nederland de diagnose Dissociatieve identiteitsstoornis. Dissociatieve stoornissen worden vaker bij vrouwen dan bij mannen gediagnosticeerd, maar dissociatieve symptomen komen in de bevolking evenveel voor bij mannen als vrouwen.