Tot voor kort dacht men dat autisme voor 90 % erfelijk was. Nu blijkt dit 35 tot 60 % te zijn. Omgevingsfactoren zoals leeftijd van ouders spelen een grotere rol dan gedacht.
Waarschijnlijk spelen zowel biologische factoren als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan. Zo functioneren hersengebieden anders bij mensen met autisme en zijn er aanwijzingen dat verschillende factoren tijdens de zwangerschap, rond en na de geboorte van het kind van invloed kunnen zijn.
Erfelijk. Naar schattig is autisme voor 80% erfelijk bepaald. Het heeft dus te maken met je genen, waarbij eigenschappen van je ouders aan jou kunnen worden doorgegeven. Als (een van) je ouders of iemand uit je familie autisme heeft, is de kans groter dat jij ook autisme hebt.
Autisme wordt voor of tijdens de geboorte veroorzaakt door een interactie tussen genen en omgeving, waarbij genen naar schatting 50%-60% van het ontstaan van autisme verklaren. Het gaat vaak om zeer kleine chromosomale veranderingen.
Autismespectrumstoornissen komen wereldwijd voor bij rond één procent van de bevolking. Dit betekent dat er in Nederland ongeveer 170.000 mensen zijn met een vorm van autisme. In de praktijk krijgen veel minder mensen daadwerkelijk deze diagnose.Vooral bij ouderen is dit het geval.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
De persoon die als eerste de diagnose autisme kreeg, de Amerikaan Donald Triplett, is overleden. Triplett werd 89 jaar oud. Als 5-jarige werd Triplett voor het eerst onderzocht door een onderzoeker van de Johns Hopkins-universiteit, kinderpsychiater Leo Kanner.
Autisme kan ook het gevolg zijn van schade die op jonge leeftijd aan de hersenen is ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg zuurstoftekort tijdens de zwangerschap of de geboorte, een infectie tijdens de zwangerschap of op de babyleeftijd of schade aan de hersenen als gevolg van ongeval op jonge leeftijd of middelengebruik ...
Kinderen met autisme hebben vaak problemen met communicatie en sociale interactie. Autisme uit zich op verschillende manieren en komt voor in verschillende gradaties. In de vakliteratuur (DSM V) wordt de verzamelterm 'autismespectrumstoornis' (ASS) gebruikt.
De diagnose autisme spectrum stoornis (ASS) stellen we vast na uitvoerig onderzoek door een psycholoog of psychiater. Een onderzoek bestaat uit gesprekken en verschillende psychologische testen. Tijdens het onderzoek kijken we nauwkeurig naar de sociaal-emotionele en lichamelijke ontwikkeling van baby tot volwassene.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
Een onderzoek naar autisme kost € 2200,-. Het is mogelijk om de factuur in twee termijnen te voldoen. Behandeling van autisme kost € 79,20 per sessie van 45 minuten.
Autisme is in hoge mate erfelijk, zo blijkt uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken. Een recent, grootschalig onderzoek in vijf verschillende landen laat zien dat autisme voor naar schatting 80% erfelijk is bepaald. Eerdere onderzoeken, onder meer onder tweelingen, lieten vergelijkbare percentages zien.
Ondanks dat autisme niet te genezen is, kun je wel leren wat autisme is en wat dit voor jou betekent, bijvoorbeeld door middel van psycho-educatie. Daarnaast kun je door middel van hulp en/of behandeling op de gebieden waar je problemen ondervindt, beter om leren gaan met de klachten die je door autisme hebt.
Er bestaat geen behandeling of medicatie om autisme te genezen. Maar met de juiste hulp, zoals cognitieve gedragstherapie bij autisme, kunnen veel mensen met autisme wel naar school, werken en relaties met anderen onderhouden. De behandeling van autisme helpt om de symptomen ervan te verminderen.
Kinderen met autisme zijn soms overgevoelig voor prikkels in de omgeving. Ze worden dan overspoeld door de geluiden, kleuren of bewegingen. Een rustige omgeving, met weinig geluiden, spullen of decoraties, kan dan helpen.
Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Kinderen met autisme kunnen een eigen manier van communicatie ontwikkelen. Alleen als ouders en broers en zussen begrijp je deze vorm , omdat je erin meegroeit. Vaak besef je niet eens dat het een vorm van privé-communicatie is. Dat het geluidjes, gebaartjes en woordjes zijn die anderen niet direct begrijpen.
Hoogfunctionerend autisme (HFA) wordt vaak gebruikt bij de diagnose Autisme Spectrum Stoornis van autisten met een hoger IQ. Bij een IQ van 120 tot 130 heb je een bovengemiddeld intelligentieniveau. Bij een IQ vanaf 130 mag je spreken van hoogbegaafdheid.
Een autistische stoornis wordt ook wel het syndroom van Kanner of Kannerautist genoemd. Leo Kanner werd geboren op 13 juni 1894 in Klekotow in Oostenrijk-Hongarije.
Het ontstaat door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Autisme komt níet door opvoeding, door de sfeer in een gezin of door iets wat iemand meegemaakt heeft. Sommige mensen denken dat autisme kan ontstaan door inentingen (vaccinaties), maar dit is niet waar.