Is autisme erfelijk? Als uw vader of moeder autisme heeft, is de kans dat u ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit uw gezin deze psy chische aandoening hebben, is de kans dat u het krijgt 40%. Ter vergelijking: heeft u deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Is autisme erfelijk? Als je vader of moeder autisme heeft, is de kans dat jij ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit je gezin deze psychische aandoening hebben, is de kans dat jij het krijgt 40%. Ter vergelijking: heb je deze aandoening niet in de familie, dan is de kans op autisme ongeveer 1%.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
Autismespectrumstoornissen (ASS) komen ook onder ouderen voor. Ze kunnen decennialang onopgemerkt blijven, tot de eisen die de veranderingen op latere leeftijd aan een persoon stellen, het beperkte aanpassingsvermogen overschrijden.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Sommige kinderen met autisme lijken minder behoefte aan slapen te hebben. Zij kunnen zich op wakkere momenten uitstekend bezig houden, zonder hun ouders uit hun slaap te houden. Vergeleken met leeftijdgenoten zonder autisme is de algemene slaapkwaliteit beduidend slechter.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.
Mensen met autisme hebben een lagere levensverwachting dan mensen zonder autisme. Ze leven gemiddeld 16 jaar korter.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
We kunnen autisme niet genezen, maar we kunnen sommige klachten die kinderen hebben wel verminderen. Het begint met rust en aanpassing in de opvoeding. Pas daarna is therapie eventueel zinvol.
Tot voor kort dacht men dat autisme voor 90 % erfelijk was. Nu blijkt dit 35 tot 60 % te zijn. Omgevingsfactoren zoals leeftijd van ouders spelen een grotere rol dan gedacht. Foliumzuur lijkt een beschermende factor en verkleint de kans op een kind met autisme met 27-40 %, zo concludeert Dr.
Naar schatting heeft 1,2% van de bevolking (190.000 mensen) autisme. Lang niet iedereen heeft daadwerkelijk een diagnose. De diagnose wordt pas gegeven als je in het dagelijks leven veel beperkingen ondervindt door autisme. En dat is lang niet bij iedereen zo.
Toch is zelfstandig wonen voor mensen met autisme extra belangrijk, omdat ze zonder eigen dak zijn aangewezen op begeleid wonen met 'vreemde' mensen. Dat alleen geeft vaak al veel stress, om maar niet te spreken van alle prikkels die gezamenlijke woonruimtes met zich meebrengen.
Inlevingsvermogen en empathie
Het idee dat mensen met autisme geen inlevingsvermogen hebben, is achterhaald. De ontwikkeling van het inlevingsvermogen kan wel anders verlopen dan bij mensen zonder autisme. En dat kan leiden tot misverstanden in een (liefdes)relatie.
Routines zijn erg belangrijk voor mensen met autisme, omdat het hen houvast geeft. Daarom kan een avondritueel helpen om beter te slapen. Het gaat om een vaste routine voor het slapen gaan. Zo kan het zijn dat u 1 of 2 uur voor het slapen gaan nog een avondwandeling maakt, het huis schoonmaakt of een boek gaat lezen.
Agressie om rituelen. Veel kinderen met autisme hebben iets waar ze zich helemaal in verliezen, waar ze heel graag mee bezig zijn. Dat heet een preoccupatie of fiep. En autistische kinderen kunnen een ritueel hebben, wat soms kan leiden tot een (dwang)handeling.