De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut. Een vrijheid kan worden beperkt als er bijvoorbeeld sprake is van verstoring van de openbare orde. Een beperking van een grondrecht door de overheid is soms dus mogelijk, mits dit in een aparte wet wordt geregeld.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
Artikel 1 gaat over het gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel geeft aan wetgever, bestuur en rechters de opdracht om bij het stellen van regels of het nemen van beslissingen mensen in gelijke gevallen op een gelijke manier te behandelen.
Het nieuwe en dus huidige artikel 1 van de Grondwet luidt voortaan: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.
In artikel 1 van de Nederlandse Grondwet staat dat iedereen die zich in Nederland bevindt in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld. Je mag niet discrimineren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook.
1983: Uitbreiding artikel 1 en sociale grondrechten
In 1983 wordt de Grondwet, voor het eerst sinds 1848, flink gemoderniseerd: Uitbreiding artikel 1 van de Grondwet. Voortaan is discriminatie op welke grond dan ook expliciet verboden. Voor het eerst zijn sociale grondrechten opgenomen in de Grondwet.
Het is ondoenlijk om alle wetten (en andere regelgeving) te kennen. Het gaat er echter om dat je als burger van het bestaan van wettelijke regels dient te weten en kennis van de inhoud daarvan hebt kunnen nemen, voordat je er aan gehouden mag worden. De regelgeving dient dan uiteraard eerst bekend te worden gemaakt.
Op grond van artikel 107 van de Grondwet is het mogelijk strafbepalingen op te nemen in een wetboek. In Nederland zijn die strafbepalingen onder meer vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. Ook in andere wetgeving, zoals de Algemene douanewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zijn strafbepalingen opgenomen.
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. 2. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.
De vrijheid van meningsuiting, stemrecht en recht op privacy worden gezien als de belangrijkste grondrechten. En 80% van de Nederlanders vindt dat de Grondwet beter bekend moet zijn bij alle burgers van Nederland.
Klassieke en sociale grondrechten
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.
Om de ontketening van een revolutie in de Nederlanden te vermijden stemt Koning Willem II van de een op de andere dag ermee in dat de koning minder macht krijgt en het volk juist meer. De bijpassende Grondwet van 1848, opgesteld door Johan Rudolph Thorbecke, wordt ook wel gezien als het begin van onze democratie.
De eerste Grondwet na herstel van de onafhankelijkheid kwam op 29 maart 1814 tot stand, op basis van een door een commissie onder leiding van Van Hogendorp op 2 maart 1814 aangeboden ontwerp.
Mensenrechten in nationale grondwetten worden ook wel grondrechten genoemd. De Grondwet bevat burgerrechten en politieke rechten, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting en het kiesrecht.Ook bevat de Grondwet sociaaleconomische grondrechten.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. ' In voorkomende gevallen moet de rechter uitmaken of een school een homoseksuele leraar mag weigeren. Dit verschijnsel wordt 'botsende grondrechten' genoemd.
Botsende grondrechten zijn grondrechten die elkaar als het ware overlappen en de rechter moet dan kiezen welke voorgaat wel bijpassend bij de bepaalde situatie. Een veel voorkomend voorbeeld is de botsing tussen het verbod van discriminatie (artikel 1) met de vrijheid van meningsuiting (artikel 7).
Het zwijgrecht is wettelijk geregeld in artikel 29 lid 1 Sv. "In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhoorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft eene verklaring te verkrijgen, waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd.
Tijdelijke of levenslange gevangenisstraf
Een gevangenisstraf kan tijdelijk zijn (maximaal 30 jaar). Of levenslang. De levenslange gevangenisstraf is de zwaarste straf die Nederland kent.
Belediging is strafbaar gesteld in artikel 261 in samenhang met artikel 266 Wetboek van strafrecht (Sr.)en verder.
De Grondwet kan alleen gewijzigd worden als eerst een wet is aangenomen die verklaart dat wijziging van de Grondwet overwogen wordt. Die verklaringswet moet in de Tweede en Eerste Kamer met een gewone meerderheid worden aangenomen.
Het legaliteitsbeginsel, ook wel nulla poena-beginsel geheten, betekent dat een persoon alleen gehouden kan worden aan wetsbepaling die al bestond op het moment dat die persoon datgene doet waarop die wet betrekking heeft.
In de Grondwet komt verder de taak en inrichting van de rechterlijke macht en de inrichting van het provinciaal en gemeentelijk bestuur aan de orde. Het Statuut voor het Koninkrijk vormt sinds 1954 een overkoepelend document van een hogere orde dan de Grondwet.
Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
De Nederlandse Grondwet is de hoogste wet in Nederland. De grondwet schrijft voor hoe de overheid in elkaar zit en wat de rechten zijn van ingezetenen en burgers van Nederland. De huidige grondwet heet Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815.
Zo beschermt hij de rechten en vrijheden van iedereen in Nederland. Maar de rechter mag wetten niet toetsen aan de Grondwet, vanuit de gedachte dat het aan de wetgevende macht is om ervoor te waken dat wetten hiermee in overeenstemming zijn.