De namen van de maanden worden klein geschreven.
Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein. Ze worden als soortnamen beschouwd.
Sinds 1954: kleine letter
Tot halverwege de twintigste eeuw schreef men de namen van maanden, week- en feestdagen met een hoofdletter: Januari, Maandag, Vrijdag, enz. De officiële woordenlijst van 1954 bepaalde dat namen van maanden en de dagen van de week een kleine letter krijgen, omdat het geen unieke namen zijn.
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. Behalve voor Hemelvaart en Hemelvaartsdag geldt dat bijvoorbeeld voor: Pasen, Kerstmis, Suikerfeest, Offerfeest, Chanoeka, Moederdag en Nieuwjaar.
de januari
(m.) [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eerste maand des jaars, naar Janus (zie aldaar), wiens tempel, eigenlijk een gewelfde doorgang op het Forum, in tijd van oorlog geop... De naam januari is afgeleid van Janus, de Romeinse God van deuren en poorten en van alle begin.
De goede schrijfwijze is dus Pasen. Ook met een hoofdletter zijn: Kerstmis, Nieuwjaar, Pinksteren, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Oud en Nieuw, Loofhuttenfeest, Suikerfeest, Bevrijdingsdag, Moederdag, Sinterklaas, Koninginnedag, Valentijnsdag.
Het Groene Boekje schrijft voor dat namen van feestdagen en feesten altijd een hoofdletter krijgen. Je schrijft dus Pasen en niet pasen. Maar let op: als het gaat om informele aanduidingen van diezelfde feestdagen, schrijf je een kleine letter. Dus schrijf je geen Tweede Paasdag, maar tweede paasdag.
Officiële namen van feestdagen, zoals Kerstmis, schrijven we met een hoofdletter. Niet-officiële en informele namen, zoals kerst, schrijven we met een kleine letter. Samenstellingen met kerst schrijven we klein: kerstavond, kerstbal, kerstdag, kerstfeest, kerstkaartje, kerstvakantie.
Hoe schrijf je: Oktober? Oktober wordt geschreven met een K in plaats van met een C. Een veel voorkomende fout is dat Oktober met een C wordt geschreven in plaats van met een K. Dit komt omdat er verwarring kan ontstaan door de engelse schrijfwijze van het woord.
De namen van de dagen van de week worden klein geschreven.
Uitleg: Onterecht gebruik van hoofdletters
Hoofdletters gebruik je alleen voor namen van personen, bedrijven, instellingen, merken, wetten, boeken, aardrijkskundige plaatsen, talen, dialecten, volkeren, feestdagen en historische gebeurtenissen.
Naast het eerste woord van de titel worden doorgaans alle zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden met een hoofdletter geschreven. In sommige systemen worden zelfs alle woorden behalve lidwoorden en voorzetsels met een hoofdletter geschreven.
De eigennaam waarmee een instelling zichzelf benoemt krijgt een hoofdletter. Ik heb weer problemen met de Belastingdienst. Als we verschillende instellingen kunnen noemen met hetzelfde woord, dan is dat een soortnaam.
Regel 9: Namen van organen, instellingen, verenigingen, diensten, bedrijven, enz. krijgen een hoofdletter.
De correcte spelling is Pasen, met een hoofdletter.
Officiële namen van feestdagen, zoals Pasen, schrijven we met een hoofdletter. Samenstellingen met namen van feestdagen schrijven we klein: paasfeest, paasvakantie, paasmaandag, paasbloemen.
Als we verwijzen naar de feestdag, krijgen Hemelvaart en Hemelvaartsdag een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen schrijven we met een hoofdletter. Mijn nichtje doet haar eerste communie met Hemelvaart. Hemelvaartsdag valt dit jaar op donderdag 9 mei.
hoofdletters bij feestdagen
Een naam van een religieuze periode krijgt een kleine letter (carnaval, ramadan, vastentijd).
De namen van feesten krijgen een hoofdletter: Goede Vrijdag, Pasen, Kerstmis. Ook is het Moederdag, Suikerfeest en Nieuwjaar. Zodra je een samenstelling maakt met de naam van een feest, dan verdwijnt de hoofdletter. Daarom is het inderdaad paasdagen, tweede paasdag en kerstvakantie.
– Koningsdag wordt geschreven met een hoofdletter K omdat alle officiële feestdagen met een hoofdletter beginnen. – Het woord koningsdag met een kleine letter wordt geschreven als het niet gaat om onze nationale feestdag, maar om een algemene feestdag ter ere van een koning.
Nog een aantal officiële benamingen die we met een hoofdletter schrijven zijn: Aswoensdag, Bevrijdingsdag, Boekenweek, Chanoeka, Driekoningen, Goede Vrijdag, Hemelvaart, Hemelvaartsdag, Koninginnedag, Koningsdag, Lichtfeest, Lieve-Vrouwedag, Loofhuttenfeest, Moederdag, Offerfeest, Pesach, Prinsjesdag, Rozenkransfeest, ...
De namen van maanden worden met drie of vier letters afgekort. In lopende tekst schrijven we die afkortingen gewoonlijk met een punt, zoals we dat bij de meeste 'echte' afkortingen doen. Mei wordt niet afgekort en krijgt dus nooit een punt. jan., feb., mrt., apr., jun., jul., aug., sept., okt., nov., dec.
Schrijf de maanden met een hoofdletter. Een kleine letter wordt als een teken van ongeschooldheid beschouwd. Dus: January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November, December. Hetzelfde geldt voor dagen van de week, die schrijf je in het Engels ook met hoofdletters.
Als we verwijzen naar de feestdag (1 januari), schrijven we Nieuwjaar met een hoofdletter. Officiële namen van feestdagen, zoals Nieuwjaar, krijgen een hoofdletter. Gesloten op Kerstmis en Nieuwjaar.