Het appartementsrecht is een: absoluut recht. beperkt recht. zakelijk recht.
hierbij de relevante wetsartikelen. 3 Deel de volgende absolute rechten in in volledige en beperkte rechten: vruchtgebruik • hypotheek • erfpacht • eigendom • pand • appartement • opstal • erfdienstbaarheid.
Tegenover een absoluut recht staat een relatief recht: een recht dat alleen tegen bepaalde personen kan worden ingeroepen.
Bij het kopen van een woning die onderdeel is van een groter gebouw, koopt u een zogenoemd appartementsrecht. Dat betekent dat u juridisch eigenlijk twee dingen aanschaft: een stukje mede-eigendom van het hele gebouw en het recht om uw woning te mogen gebruiken.
Een relatief recht is een recht dat alleen tegen bepaalde personen kan worden ingeroepen. In tegenstelling tot een absoluut recht, dat tegenover iedereen ingeroepen kan worden.
RELATIEVE OF PERSOONLIJKE RECHTEN :
auteursrecht, octrooirecht, enz. Dit kunnen ook rechten zijn op vorderingsrechten! aandeel, enz. erfpacht, mandeligheid, opstal, enz.
Het appartementsrecht zorgt ervoor dat u een gebouw samen met anderen in eigendom kunt hebben, terwijl u tevens het exclusieve gebruiksrecht op een bepaald gedeelte van het gebouw verkrijgt, uw appartement.
In gevallen waar er zich meerdere adressen op één perceel bevinden, is er doorgaans sprake van appartementsrechten. Een appartementsrecht is het recht van iemand om eigenaar te zijn van een deel van een gebouw of een stuk grond; een adres op een perceel dus.
EEN appartementsrecht
Dat betekent dat u mede-eigenaar wordt van het gebouw (u hebt een aandeel in de eigendom) én dat u het exclusieve gebruiksrecht van een deel van het gebouw krijgt. Meestal is dat het appartement ofwel uw woning. In juristentaal bent u 'gerechtigde tot een appartementsrecht'.
Beperkte rechten zijn rechten die zijn afgeleid uit een meeromvattend recht. Dat meeromvattende recht is met het beperkte recht bezwaard (art. 3:8 BW). Het meeromvattende recht is bijvoorbeeld een vermogensrecht, een ander beperkt recht, of, vaker voorkomend, het eigendomsrecht.
Onder de term absoluut recht verstaan we een recht dat ieder natuurlijk persoon of een rechtspersoon bezit. Het absoluut recht kan dan altijd en tegenover iedereen gehandhaafd worden. Bekende voorbeelden van een absoluut recht zijn het eigendomsrecht, het merkenrecht en het auteursrecht.
Bij het zakelijke recht van gebruik en bewoning heeft de rechthebbende het recht om de betreffende woning, die een ander in eigendom toebehoort te bewonen. Voor dit recht kan de eigenaar een gebruiksvergoeding bedingen. Op het eerste gezicht voldoet de overeenkomst dan aan de definitie van een huurovereenkomst.
Hypotheek valt onder absoluut recht omdat het te handhaven is. Vruchtgebruik, uit erfenis verkregen toestemming om in een woning te gaan wonen. Pand, bij het Kadaster geregistreerde eigenaar van een pand, bijvoorbeeld een kantoorruimte, mag beslissen wat er met een woning gebeurd.
Het recht van vruchtgebruik is een beperkt recht met, net als alle andere beperkte rechten, een absoluut karakter. Vruchtgebruik is te onderscheiden van andere beperkte rechten doordat het een absoluut recht op het gebruik én de vruchten van een goed van een ander geeft.
rechtswetenschap: volledig op zichzelf staand recht.
Het appartementsrecht is geen beperkt zakelijk recht omdat elk appartementsrecht een deel van het eigendomsrecht op een gebouw is. We spreken dus wel degelijk over eigendom en dus niet over een afgeleide daarvan.
Appartement of appartementsrecht
Onder appartement wordt in het spraakgebruik de afzonderlijke woning in een groter gebouw verstaan. Juridisch en fiscaal wordt de eigenaar van een appartementsrecht wel gewoon als woningeigenaar aangemerkt.
De gegevens in onze registraties zijn volgens de wet voor iedereen toegankelijk en openbaar. Hiermee is de rechtszekerheid in het vastgoedverkeer gewaarborgd en ontstaat er geen misverstand over wat van wie is. Het Kadaster registreert onroerende zaken, zoals woningen en bedrijfspanden en de rechten die hierop rusten.
De meest gebruikelijke manier is splitsing in appartementsrechten. Bij deze vorm van splitsing wordt de koper van een appartementsrecht mede-eigenaar van het hele gebouw met een exclusief gebruiksrecht voor zijn of haar deel. De eigenaar van een appartementsrecht kan dit weer doorverkopen.
Wanneer je een bestaande woning gaat verkopen of verhuren al meerdere zelfstandige woningen, spreken we van een splitsing. Dit geldt dus niet als er bijvoorbeeld een vriend of vriendin bij je intrekt om de kosten te drukken. Het moeten wel zelfstandige woningen zijn.
In de splitsingsakte – ook wel akte van splitsing genoemd – staat welke appartementsrechten dat zijn en waar zich die bevinden. Daarnaast wordt in de splitsingsakte altijd een vereniging van eigenaren (VvE) opgericht en wordt het reglement van de VvE vastgesteld.
Volgens artikel 3:1 BW zijn goederen alle zaken en alle vermogensrechten. Volgens artikel 3:2 BW zijn zaken de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Alle zaken zijn goederen, maar andersom is dit niet het geval. Een vermogensrecht is namelijk wel een goed maar geen zaak.
Een eigendomsrecht is de exclusieve bevoegdheid om te bepalen hoe een bestaansmiddel wordt gebruikt (usus of ius utendi), het recht op de opbrengst die ermee wordt behaald (fructus of ius fruendi), het recht het gebruik en de opbrengst aan een ander te ontzeggen en het recht om erover te beschikken (abusus of ius ...
Een absoluut recht geldt ten opzichte van iedereen. Relatieve rechten (ook wel persoonlijke rechten genoemd) gelden slechts tegenover één persoon of tegenover meerdere bepaalde personen. Relatieve rechten gelden dus niet ten opzichte van iedereen.