Bij de combinatie met anderhalf hebben we met een enkelvoud te maken. In overeenstemming met de etymologische betekenis 'het tweede voor de helft' wordt anderhalf immers niet als een meervoudig, maar als een enkelvoudig breukgetal opgevat.
In combinaties met anderhalf en half staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Dat geldt ook voor tijdsaanduidingen met het woord afgelopen. Bij het zelfstandig naamwoord staat het lidwoord de of het, overeenkomstig het geslacht van het woord.
Is het 'drie maand' of 'drie maanden'? Regionaal komt 'drie maand' wel voor, maar in de standaardtaal is het 'drie maanden', bijvoorbeeld: 'Het is drie maanden geleden gebeurd' en 'Tot over drie maanden!
Hoe weet ik of ik enkelvoud of meervoud schrijf? Om te bepalen of je kind enkelvoud of meervoud schrijft, kijkt hij naar het onderwerp van een zin. Als het om één iets of iemand draait, is het enkelvoud. Wanneer het om meerdere personen, dingen of zaken gaat, schrijft je kind meervoud.
Na alle telwoorden (op één na) staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud: nul boeken, drie lammetjes, duizend deelnemers, enz. De enige uitzondering is één.
Als het er maar één is, is het enkelvoud. "1 uur" = "één uur". Al het andere is meervoud . "1,5 uur" = "één punt vijf uur"; "0,5 uur" = "nul punt vijf uur"; "0 uur" = "nul uur".
Het enige verschil is dat het bij aantal om een groter aantal kan gaan dan bij paar. De juiste werkwoordsvorm is in beide gevallen het meervoud. 'Gisteren zijn er tussen twee en vijf uur een paar auto's gestolen' (en niet is) en 'Gisteren zijn er een aantal auto's gestolen. '
De correct gespelde meervoudsvorm is baby's.
De meeste zelfstandige naamwoorden schrijf je in het meervoud met -en. Voor de uitgangen s en 's zijn er duidelijke regels. Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s.Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's.
Antwoord. In de standaardtaal wordt hier de meervoudsvorm maanden gebruikt.
U hebt het koppelteken alleen nodig als u wilt zeggen dat de "zes maanden" een specifieke eenheid op zichzelf zijn . Dus in een bedrijf kunt u een specifieke boekhoudperiode van vier weken hebben die u een "vier weken" noemt, dan zou u het koppelteken gebruiken. Maar het is niet nodig om te verwijzen naar 4 weken of 6 maanden.
Als meervoud van hectare is zowel hectaren als hectares correct.
De tijdsaanduider uur blijft gewoonlijk enkelvoudig na een bepaald hoofdtelwoord dat groter is dan één (behalve na beide). Ook na nul, na een kommagetal en na hoeveel, zoveel en een paar wordt de enkelvoudsvorm gebruikt. Sem was al bijna 48 uur vermist toen hij weer opdook. Je krijgt drie uur om het examen te maken.
Is "1 en een half" meervoud? Meervoud betekent "meer dan één". Een en een half is 1,5, meer dan 1, dus ja, het is meervoud .
In elk geval is die formulering in de praktijk heel wat gebruikelijker dan die met het, net als bijvoorbeeld de komende anderhalf jaar. Het lidwoord bij jaar is het - tenminste, in het enkelvoud: het afgelopen jaar.
Eieren is een vrij uitzonderlijke vorm, omdat het al zo'n oud woord is. Verreweg de meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of -en. Woorden met een meervoud op -eren, zoals eieren, kinderen, runderen en lammeren, zijn allemaal oude woorden.
De correct gespelde meervoudsvorm van café is cafés, zonder apostrof. Als een zelfstandig naamwoord eindigt op é, schrijven we de meervoudsuitgang eraan vast. Een apostrof is niet nodig omdat de combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken: logés, attachés, coupés, prostitués.
Een uitzondering hierop is “het personeel”. Dit woord kent geen meervoud en is daarom altijd enkelvoudig.
Kortom. Percentages zetten de taalgebruiker soms op het verkeerde been: naar de betekenis gaat het om een meervoud, maar het woord procent is enkelvoud. Zet het werkwoord dat bij dat percentage hoort, in het enkelvoud: 13% van de mensen vindt dat ….