Het hout van de prunus, ook wel de Amerikaanse vogelkers genoemd, is namelijk zeer geschikt voor de productie van meubels en kan ook uitstekend gebruikt worden als brandhout.
(Amerikaanse) Eik
Zeer sterk, elastisch, hard hout. Moeilijk bewerkbaar, maar prima brandhout. Traag, weinig rook, warme vlam en spat niet. Uitstekend brandhout maar in tegenstelling tot andere houtsoorten moet u het twee jaar op een onafgedekte plaats bewaren zodat de regen de tannines verwijderd.
De beste soorten haardhout zijn dus: Berkenhout – extra schoon, veel warmte. Essenhout – brandt traag, mooi vlammenspel. Eikenhout – brandt traag, weinig rook en geeft knetterende vlammen.
Bij het gebruik van een grotere openhaard of kachel en als u voor rendement gaat adviseren wij om ovengedroogd beuken-, eiken– of essenhout te gebruiken. Deze soorten hebben een hoog rendement en blijven lang liggen. Ze geven over een langere periode veel warmte af.
Gebruik onbehandeld hout
Stookhout mag niet behandeld, geverfd of gelakt zijn. Bij verbranding komen er schadelijke stoffen vrij. Dit kan gevaar opleveren voor jezelf en voor je omgeving. Bovendien ontstaat hierdoor meer aanslag in je houtkachel of houthaard en in het rookkanaal.
Hoe lang je met één kuub haardhout doet, hangt weer af van hoe vaak je de houtkachel gebruikt. Als het winter is, maak je vaker van de kachel gebruik dan in de lente. Als de winter heel streng is, stook je meer. Als je de houtkachel ook ter recreatie gebruikt, ben je natuurlijk wat duurder uit.
Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
Brandhout te lang opslaan is geen goed idee.
Hierdoor stijgt de kans op houtworm en boktorren. Bovendien verliest het jaarlijks 3% van haar energiewaarde. Wij raden een houtvoorraad van 3 jaar aan.
Beuken is ietsje harder en heeft daarom een hoog rendement. Het is een populaire soort openhaardhout om mee te stoken. Het hout geeft veel warmte af en ruikt erg lekker.
In een open haard moet je geen hout branden dat veel hars bevat, dit geeft vonken die brandplekken kunnen geven. Je kunt het beste loofhout in de open haard stoken, dit hout bevat weinig hars. In het algemeen kan je stellen dat hout van loofbomen hard hout is. Let daar dus op bij openhaardhout kopen.
Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Eikenhout is de meest harde houtsoort en het duurzaamst, maar daardoor het minst gemakkelijk aan te steken. De kachel moet eerst goed warm zijn. Voor een mix tussen zacht en hard, kunt u het beste essenhout kiezen. Bij het gebruik van vuurschalen, raden wij altijd beukenhout aan.
Het beste hout voor in de kachel of openhaard is hardhout zoals beuk, eik, kastanje en acacia. Dit hout brandt lang en geeft mooie vlammen af. Zachte houtsoorten zoals berk, linde, wilg en populier branden minder lang.
Het hout kan dan wel tot 20 jaar goed blijven. Douglas heeft van nature een hoge duurzaamheid en valt in duurzaamheidsklasse 3. Dit betekent dat het een matig-goede duurzame houtsoort is die 10 tot 15 jaar mee kan gaan. Ter vergelijking, Vuren of Grenen vallen in duurzaamheidsklasse 5.
Essenhout is en type hardhout waar weinig hars in zit, en dus niet zoveel spettert. Berkenhout is zachthout wat gemakkelijk brandt. Berkenhout is iets goedkoper dan essenhout. Wij verkopen ook eikenhout, een duurdere houtsoort met een langere brandduur en wat meer vuurspetters.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Dek na het stapelen je brandhout af om het te beschermen tegen de regen. Al het water dat op het brandhout terecht komt, moet opnieuw opdrogen. Scherm de stapel niet volledig af met bijvoorbeeld een zeil. Neen, zorg dat je enkel boven op de houtstapel iets legt om de regen tegen te houden.
Laat het hout opbranden - laat de kachel rustig branden met de luchttoevoer volledig open. Op een gegeven moment zal er alleen nog maar as zijn. Wanneer er ook geen vlammen meer uit het as te zien zijn, is het tijd om de kachel bij te vullen.
Nee, een houtkachel is niet verboden en op dit moment zijn er geen plannen om het stoken van hout te verbieden. Echter worden de eisen van houtkachels wel steeds strenger. De hoofdreden hiervoor is dat uit onderzoek blijkt dat de uitstoot van schadelijke stoffen vanuit deze kachels en haarden nog te hoog ligt.
Hout met hars, zoals dennen- en sparrenhout, verbrand je best niet in je kachel. Hierdoor ontstaat roet in de schoorsteen, wat een schouwbrand kan veroorzaken.
In tegenstelling tot het stoken van gas kan een houtkachel 100% besparen, aangezien deze CO2-neutraal kunnen zijn. Op jouw energierekening is een besparing van wel 50% mogelijk. Jaarlijks begint men vaak met dezelfde missie, namelijk het besparen op de gaskosten.
Hoeveel hout je dus per avond stookt is volledig afhankelijk van hoe lang je de houtkachel of openhaard wilt laten branden. Je mag ervan uitgaan dat een blok haardhout van de zachte variant ongeveer 1-1,5 uur brandt en een hardhouten blok ongeveer 1,5-2 uur. Uiteraard afhankelijk van de grootte van het houtblok ð .
Verwarmen met een houtkachel
Een houtkachel is goedkoper dan een gashaard en heeft een hoger rendement dan een open haard. De houtblokken klieven en stockeren is een heuse onderneming, maar door de houtblokken kant-en-klaar aan te kopen, spaar je al de helft van die moeite uit.