Aquilegia vulgaris (Akelei) is een bekende ouderwetse tuinplant. Het is een vaste plant met een decoratieve bloeiwijze. De Aquilegia vulgaris verlangt naar zon - halfschaduw op een humusrijke grond.
Als de plant is uitgebloeid, maakt hij heel decoratieve zaaddozen aan.Deze kun je, als ze een beetje rijp zijn, afknippen en verder drogen.
Van de akelei zijn er ongeveer 120 verschillende soorten die allen drielobbige, blauwgroene bladeren hebben en een mooie opvallende bloei. Het zijn vaste, kruidachtige planten die winterhard zijn.
Ze staan het liefst in de volle zon of in de halfschaduw en op een goed doorlatende bodem. Zware, kalkrijke gronden kunnen de levensduur van de akelei verkorten alhoewel deze planten doorgaans niet ouder dan vier jaar worden.
Knip geregeld dode bloemen uit de planten, dan bloeien ze veel langer en komen er steeds meer bloemen aan. Laat wel een of meer uitgebloeide bloemen zitten als je wilt dat de akelei zich uitzaait. Verwijder in het voorjaar het afgestorven blad. Vrij kort daarna zullen de eerste nieuwe scheuten alweer de grond uitkomen.
Wie niet van een verwilderde tuin houdt, kan de hele plant aan het eind van het seizoen tot aan de grond afknippen. Er vormt zich het volgende voorjaar vanonder de grond een nieuwe bladrozet, waarna het feest opnieuw begint. Akelei leent zich uitstekend om te vermeerderen via (uit)zaaien.
De Wilde Akelei is meerjarig, de plant zaait zich gemakkelijk uit dus u zult lang plezier hebben van deze plant u hem aanplant. Na het uitzaaien verdwijnt de plant in de bodem niet dus naast zaailingen blijft de originele plant ook bestaan.
De plant is bijvoorbeeld te combineren met Bosrank, Bosandoorn, Bosaardbei, Betonie, Blauwe knoop, Bosroos, Veldsalie, Ruig klokje, Knikkend nagelkruid, Donkere ooievaarsbek, Gevlekt longkruid en Wilde kamperfoelie.
De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca.60 cm. Verdraagt een temperatuur tot -30 gr.
Wilde akelei is een giftig, overblijvend kruid.
In tegenstelling tot andere vaste planten hebben akeleien een hekel aan verplanten. In de regel herstellen ze zich niet meer na zo'n ingreep. Daarom kunt u het best de heel jonge zaailingen meteen op de juiste plaats zetten.
Wilde Akelei is een vaste plant die van nature groeit in de schaduw van bomen en struiken. De paarse bloemen bloeien van mei t/m juni en steken op hoge steeltjes boven het blad uit.
Colorado blauwe akelei zal de bloei verminderen wanneer de temperatuur stijgt in warme en vochtige gebieden in de zomer en vaak verdorren en afsterven in de eerste zomer.
Voor welke doeleinden kan ik de Akelei gebruiken? De stelen van de bloem worden zo'n 60 centimeter hoog.Hierdoor is deze ook prima te gebruiken als snijbloem. Natuurlijk kun je deze dan ook overal in de border of in bloembakken zaaien.
Voorbeelden van soorten die goed tegen droogte kunnen zijn de akelei, scabiosa, rode spoorbloem en fijnstraal.
De zaden en wortels van de plant zijn zeer giftig en bevatten cardiogene stoffen, die ernstige gastro-enteritis en hartkloppingen veroorzaken als ze gegeten worden.
De geadviseerde plantafstand is 33 cm (plantdichtheid 7-9 stuks per m2.)
Akelei (Aquilegia) is een geslacht van kruidachtige, winterharde, vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Er zijn ongeveer 120 soorten. De soorten hebben drielobbige bladeren en opvallende bloemen in diverse kleuren. De meeste soorten bloeien grofweg van half april tot half juli.
Zaai in de volle grond van de tuin tussen mei en augustus. De plant zal dat jaar kiemen, maar nog niet bloeien. De bloei begint bij deze vaste plant altijd pas in de lente na het jaar van zaaien. In een kas kan je al beginnen met zaaien in januari of februari en de jonge planten in maart uitplanten naar buiten.
Akelei, wilde akelei of Aquilegia vulgaris is een echte reiziger. De plant komt inheems voor in onder andere Nederland en België. Deze duikt daar ook steeds weer op andere plekje op. In het wild komt deze het meest voor in loofbossen.
Met grote blauwe bloemen groeit wilde akelei in zon en halfschaduw. Van oorsprong een soort van Zuid-Limburg en het oosten van Gelderland. Door haar populariteit en als klassieke soort voor de boerentuin staat ze inmiddels door heel Nederland.