Voor de afvalstoffenheffing gelden vaste tarieven. Alleen het aantal personen dat op uw adres staat ingeschreven bepaalt hoeveel u moet betalen. Het maakt dus niet uit of u veel, weinig of zelfs helemaal geen afval aan de straat zet. Voor de afvalstoffenheffing ontvangt u een belastingaanslag.
Stijging afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing stijgt sinds 2019. De heffing is afhankelijk van de grootte van het huishouden. Gemiddeld betaalde een huishouden €263 per jaar. Een eenpersoonshuishouden betaalde €224 en een meerpersoonshuishouden €284 per jaar.
Sommige gemeenten bepalen de hoogte van de afvalstoffenheffing op basis van de grootte van uw huishouden. Hoe groter uw huishouden, hoe meer afvalstoffenheffing u dan betaalt. Andere gemeenten berekenen de afvalstoffenheffing anders. Ze kijken bijvoorbeeld naar de door u aangeleverde hoeveelheid afval.
Er zijn 2 tarieven van de afvalstoffenheffing (tarief 2022): een jaartarief voor eenpersoonshuishoudens: € 331,- een jaartarief voor meerpersoonshuishoudens: € 441,-
Betaalt de huurder of verhuurder afvalstoffenheffing? De bewoner van een woning krijgt de aanslag voor de afvalstoffenheffing. In het geval van een huurwoning met een eigen voordeur, is dit de huurder zelf. Huur je echter maar een gedeelte van een woning, dan gaat de aanslag naar de verhuurder.
De huurder staat in voor de kosten van het gebruik van de woning: nieuwe batterijen voor de rookmelders, reparatie van lekkende kranen, onderhoud van de centrale verwarming, tuinonderhoud … De huurder betaalt maandelijks de huurprijs die in het contract werd vastgelegd.
De watersysteemheffing ingezetenen is een vast bedrag per huishouden per jaar. Als u gaat samenwonen, verandert er dus niets voor de watersysteemheffing. De zuiveringsheffing kan wel veranderen als u gaat samenwonen.
Als u de gemeentelijke belasting niet kunt betalen, kunt u uw gemeente vragen om kwijtschelding. De gemeente bepaalt van welke belastingen kwijtschelding mogelijk is. Of u daadwerkelijk voor kwijtschelding in aanmerking komt, beoordeelt de gemeente.
Er is een heffing voor afvalstoffen die in Nederland zijn ontstaan en die buiten Nederland worden gestort of verbrand. Het uitgangspunt bij deze heffing is dat al het in Nederland ontstane afval hetzelfde wordt belast. Het maakt daarbij niet uit of de verwerking binnen of buiten Nederland plaatsvindt.
Gemeenten moeten de reinigingsheffingen verhogen omdat de kosten stijgen. Dat laatste komt volgens de statistici vanwege 'de toenemende inzamelings- en verwerkingskosten van het afval en door afnemende opbrengsten van afvalstromen, als glas, plastic en papier'.
De gemeente stuurt de aanslag afvalstoffenheffing meestal in de eerste drie maanden van het jaar. In ieder geval moet de aanslag binnen drie jaar na het ontstaan van de belastingplicht worden opgelegd.
De kosten voor afvalstoffenheffing bestaan uit een vast deel en een variabel deel. Het vaste deel betaalt ieder huishouden. Het variabele deel is afhankelijk van het aantal keren dat u restafval aanbiedt of afval in de ondergrondse container heeft geworpen in het afgelopen jaar.
Hoe wordt de rioolheffing berekend? De gebruikersbelasting wordt berekend op basis van uw watergebruik of wordt opgelegd per perceel (woning, bedrijfspand of grond). Dit verschilt per gemeente. Klik op uw gemeente voor meer informatie over uw situatie.
Ieder huishouden betaalt afvalstoffenheffing aan de gemeente. Met deze inkomsten kan de gemeente het huisvuil ophalen en verwerken. Eigenaren van woningen en bedrijfspanden betalen rioolrecht voor de aansluiting op het riool.
Gezinnen kunnen dan in aanmerking komen voor kwijtschelding als er maximaal € 11.370 spaargeld of vermogen is. Voor alleenstaanden ligt de grens dan bij maximaal € 5685 euro aan spaargeld of vermogen.
Met een zeer laag inkomen kun je kwijtschelding krijgen. Dan hoef je de heffingen niet te betalen. Maar dat kan alleen als je nauwelijks spaargeld hebt. Krap 1000 euro.
De waterschappen hebben dit tientallen jaren geleden met elkaar afgesproken. Daarvoor waren 2 redenen: Door uit te gaan van 3 ve konden de waterschappen al tijdens het jaar een aanslag opleggen. Het precies bijhouden van het aantal personen in elk huishouden zou veel extra geld kosten.
De huurders zijn verantwoordelijk voor het betalen van de Watersysteemheffing Ingezetenen en de Zuiveringsheffing. De verhuurder/eigenaar is verantwoordelijk voor het betalen van de Watersysteemheffing Gebouwd.
Als huiseigenaar moet u elk jaar Onroerendezaakbelasting (OZB) betalen aan uw gemeente. Hoeveel OZB u moet betalen hangt af van de WOZ-waarde van uw woning. Ook het OZB-tarief dat de gemeente hanteert heeft invloed op uw Onroerendezaakbelasting.
Zo bereken je de kosten naar verhouding van inkomen
Stel dat jullie vaste lasten € 1200 per maand bedragen. Als je betaalt naar verhouding van inkomsten, betekent dit dat jij € 684 betaalt (57% van €1200) en je partner € 516 (43% van €1200).
Uw verhuurder mag verhuurkosten vragen. Maar die kosten moeten redelijk zijn in relatie tot de werkzaamheden. Te veel betaalde verhuurkosten vraagt u terug via de rechter. Vraag hierover eerst advies van het Juridisch Loket.
Huurlasten zijn kosten die je als huurder moet betalen, naast de huur zelf van je woning. Je betaalt ons maandelijks een voorschot, dat in één bedrag met je huur wordt aangerekend. Je betaalt daarnaast soms ook nog het verbruik van jouw water of gas aan ons wanneer we enkel collectieve tellers hebben in je gebouw.