Acryl is een synthetische vezel, die wordt verkregen uit polymerisatie van acrylonitril.
Acryl wordt gemaakt uit een verwerking van kunststoffen die verkregen worden uit organische grondstoffen zoals aardolie en aardgas. Deze stoffen worden bewerkt met bepaalde chemicaliën. Bij het maken van polyester gebeurt dit door de massa eerst te verhitten. Acryl wordt echter verwerkt in koude vloeistof of met stoom.
Katoen behoort tot de plantaardige vezels en is opgebouwd uit cellulose zoals ook papie. De eenvoudigste manier om te weten of een gebruikte vezel plantaardig, dierlijk of synthetisch is, is de brandproef. Je haalt de vezel naar een kleine vlam (lucifer of aansteker volstaat).
Even voor de volledigheid, de acrylvezel wordt ook wel polyacryl of polyacrylonitril genoemd, simpelweg acryl. Het garen is een synthetisch garen, oftewel het wordt in een fabriek gemaakt net zoals bijvoorbeeld nylon of fleece. Het is geen natuurproduct zoals katoen of wol dat wel is.
Acryl/Polyacryl
Dit is een sterke, zachte vezel die veel op wol lijkt, is bestand tegen slijtage en wordt veel gebruikt in sokken, sjaals en truien. Plus: net als wol, heerlijk warm en krimpt niet. Min: pilt snel. Wasadvies: 30 of 40 graden wassen, niet in felle zon laten drogen en niet in de droger.
Acryl isoleert de warmte goed, zelfs beter dan wol maar daarentegen kan het nauwelijks vocht opnemen. Je ervaart snel een broeierig gevoel en zult sneller luchtjes ruiken. De acrylvezel is goed bestand tegen licht en is zeer kleurvast. Kleuren zullen niet snel vervagen of verweren.
Viscose is de kunstmatige variant van katoen. Je ziet het veel in T-shirts, jurken, rokken en blouses. Plus: net als katoen is viscose goed vochtabsorberend en prettig draagbaar. Min: is vrij slap van structuur en als de stof nat wordt, bijvoorbeeld door zweet, trek je er makkelijk een gat in.
Wol, acryl, polyester en viscose zijn erg gevoelig voor pluisjes. Wanneer je het stuk draagt en wast ontstaat er wrijving en bijgevolg dus loshangende bolletjes en pluisjes. Voorkomen is beter dan genezen!
Acryl is redelijk goedkoop te produceren, maar niet duurzaam. Nylon is de merknaam van de synthetische stof polyamide. Het wordt vaak gebruikt voor panty's en bh's. Elasthaan is een rekbaar, synthetisch rubber.
De eerste stof die het warmst is, is wol. Deze stof isoleert beter dan anderen, waardoor hij warmer is. Veel mensen associëren wol met kriebel. Dit hoeft niet altijd, als het een goede trui is hoeft hij niet te kriebelen.
Wat duurzame stoffen betreft, is lyocell – ook wel bekend als Tencel – de absolute top. Naast dat het goed scoort qua duurzaamheid, heeft het ook nog eens hele fijne eigenschappen: het is zacht, zo sterk als polyester en neemt vocht beter op dan katoen. Daarnaast houdt het je net als wol lekker warm.
De opvallendste pluspunten van polyester ten opzichte van katoen zijn de kleurvastheid, maatvastheid en elasticiteit. De vezels zijn sterk, waardoor ze niet snel zullen slijten en ze zijn niet kreukgevoelig. Synthetische vezels hebben slechts een gering vermogen tot vochtopname, waardoor de kans op zweten groter is.
Van welke kleding zweet je het minst? Natuurlijke kledingvezels, zoals katoen en linnen, ademen over het algemeen het beste. Daar zweet je het minst in als het warm is. Katoen is een ademde stof en neemt vocht op.
Een kleurloze, transparante, thermoplastische, synthetische hars gemaakt door de polymerisatie van acrylzuur derivaten; wordt gebruikt voor hechtmiddelen, verharders, beschermlagen, vernis en als een bindmiddel in verven.
Het gewas wordt op natuurlijke wijze beschermd tegen nadelige insecten door bijvoorbeeld gebruik te maken van vlinders. Dit alles zorgt ervoor dat biologisch katoen beter is voor zowel het milieu als voor de gezondheid van de katoenboeren en hun dieren.
De voor- en nadelen van polyester
Polyester staat erom bekend dat het statisch is, kledingstukken kunnen soms gaan pillen en het materiaal neemt niet zo goed vocht op, het is dus slecht ademen. Toch wordt polyester vaak in sportkleding gebruikt.
Bij de teelt van katoen worden veel kunstmest, pesticiden en chemicaliën gebruikt. Dat is niet enkel nadelig voor het milieu, maar ook voor de arbeiders die op de katoenplantages werken. Ook bij het bewerken van de katoenvezels tot stof worden veel chemicaliën gebruikt.
In natuurlijke, plantaardige materialen zweet je het minst. Ga daarom voor katoen of linnen. Deze materialen zijn lekker luchtig omdat ze ademen, hierdoor zweet je minder en is het dus een betere optie dan synthetische materialen. Ga voor een leuke linnen broek of een luchtig jurkje van dunne denimstof.
Pas goed op met wollen kledingstukken; deze pillen erg snel. Ook acryl, polyester en viscose zijn erg gevoelig voor pillen en pluizen. Een stof die niet snel pilt is katoen of een ribstof.
Katoen heeft nog veel meer andere mooie eigenschappen. Zo laat het zich makkelijker verven dan wol. Hierdoor zijn de kleuren van katoengarens vaak feller en rijker. Gemerceriseerd katoen betekend dat de draden een speciale behandeling hebben gehad.
Natuurlijke vezels komen van planten, wol of draad uit de natuur. De bekendste voorbeelden zijn katoen, wol, bamboe, zijde en linnen.
Goede kwaliteit flatteert/valt mooi om je lichaam. Kijk of je nergens fouten in de stof vindt en ga na of de stof goed aanvoelt. Kijk naar de naden, zomen en knoopsgaten. De naden moeten recht lopen en mogen geen losse draadjes bevatten.
Kunststoffen zoals polyester en viscose laten geen lucht door, dus die vermijd je beter. Kies voor kledingitems van katoen, zijde, linnen of eventueel een lichte wolsoort.