20 mm regen in 24 uur is minder erg dan 10 mm in 10 minuten. Jammer genoeg is het erg moeilijk om de regenintensiteit te voorspellen. Grote regenintensiteiten worden bereikt in kleine, lokale maar zeer hevige buien die vooral 's zomers optreden.
Een liter water, uitgespreid over een opperv1ak van 1 vierkante meter geeft een laagje van 1 mm dikte. Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter.
De hoeveelheid neerslag wordt gemeten met een regenmeter. Dit is een trechtervormig instrument dat de neerslag in een verzamelbak opvangt. De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter.
Om van een dag met zware regen te spreken moet er op minstens één van de officiële weerstations 50 millimeter of meer zijn gevallen. Zulke zware buien komen vooral 's zomers voor, maar soms ook in andere jaargetijden.
We zeggen bijvoorbeeld: “Er viel 30 mm regen vandaag”. Dat betekent een laag van 30 mm water, op het oppervlak waar de regen viel, in een dag. In sommige landen wordt gesproken over het volume regen op een vierkante meter: 'Er viel 10 liter regen per vierkante meter vandaag.
Lokale neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui, terwijl meer dan 50 millimeter in één dag wordt aangeduid met 'een dag met zware neerslag'.
In een heel jaar valt er gemiddeld 853 millimeter regen. Dat is ruim 2 millimeter per dag. In de herfst valt de meeste regen (246 mm), daarna volgen de zomer (235 mm), de winter (219 mm) en de lente (154 mm).
Bij extreme buien gaat het om alle neerslag op het gebied, inclusief bijvoorbeeld afstroming van onverharde oppervlakken, die ook gaan afvoeren als het extreem hard regent.
De Veluwe is met ruim 950 mm per jaar het gebied waar op jaarbasis de meeste regen valt, in Midden-Limburg (minder dan 750 mm per jaar) valt de minste neerslag.
In de meeste streken van ons land valt er maandelijks gemiddeld 70 mm (of l/m²) neerslag.
Per m2 is dat namelijk ca. 650 liter. Dus als u een dak heeft van 100m2 dan kunt u jaarlijks ca. 65.000liter oftewel 65m3 aan regenwater opvangen voor gebruik.
Eén millimeter regen staat namelijk gelijk aan één liter regen per vierkante meter. Een simpele huis-tuin- en keuken emmer heeft over het algemeen een volume van 10 liter. Tien millimeter regen staat dus ongeveer gelijk aan één volle emmer water per vierkante meter.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in Nederland is in de periode 1910-2019 gelijkmatig gestegen van 692 naar 873 millimeter. Dit is een toename van 26% in 110 jaar. De neerslaghoeveelheden per seizoen vertonen hetzelfde gelijkmatige patroon, zij het met afwijkende procentuele toenames.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
De Sahara-woestijn in Afrika is kurkdroog en Al-Kufrah in het land Libië is het allerdroogste stukje van de woestijn. Er valt nog geen millimeter regen per jaar!
Motregen of (lichte) regen
Dat is bewolking die zich over een groot gebied heeft uitgestrekt. Er valt per uur niet meer dan 1 liter per vierkante meter. Bij regen zijn de druppels 0.5 tot 5 mm groot en als er per uur weinig valt (minder dan 1 liter per vierkante meter) wordt er gesproken over lichte regen.
Zoetermeer is als eerste aan de beurt in een drieluik over klimaatverandering. Volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI valt er gemiddeld genomen nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer, 972 millimeter per jaar.
Aantal dagen met zware neerslag ergens in Nederland
De 24-uur-som laat zien dat neerslag heel lokaal kan zijn met enkele enorme uitschieters, met op deze dag een maximum van 72 mm. Omdat minstens éen station de 50 mm heeft overschreden, telt deze dag mee als een dag met zware neerslag.
Voor normbui 9 geldt 29,4 mm 1x in 5 jaar en voor normbui 10 geldt: 35,7 mm 1x in 10 jaar. De normbuien zijn gebaseerd op buienreeksen over de periode 1955-1979. Waterschappen rekenen met neerslagkansen voor buien gemeten over 24 uur 'voor neerslaghoeveelheden die eens in de T=10, 50 of 100 jaar voorkomen'.
Frontale regen is als warme en koude lucht botsen met elkaar. De warme lucht wil omhoog en botst op de koude lucht. Het front ligt op het punt waar de koude en warme lucht elkaar raken. De koude lucht is zwaarder en dwingt de warme lucht om op te stijgen en daardoor ontstaat regen.
In totaal viel er gemiddeld over het land met 39 mm ongeveer de normale hoeveelheid voor april (40 mm). In het midden en oosten van het land was het over het algemeen te nat met 60-80 mm, in het zuidwesten was het juist te droog met plaatselijk niet meer dan 20 mm.
In de zomer heeft Nederland vaker te maken met droge periodes, doordat er dan meer water verdampt dan dat er neerslag valt. Maar momenteel staat 2022 volgens het KNMI wel in de top-5 van droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1901.
224 uur zon en 56 millimeter neerslag
Landinwaarts schijnt de zon 208 uur in Maastricht en 217 uur in De Bilt. Wat neerslag betreft valt gemiddeld over het land 56 millimeter. Landinwaarts valt 60 millimeter en in het noordelijk kustgebied gemiddeld 47 millimeter. Het klimaat in mei warmt op.