Let er bij recepten dus op of wel de juiste hoeveelheid zout gebruikt is. Dat is relatief makkelijk te controleren: deel het gewicht van het meel of bloem (of een combinatie daarvan) door 100 en vermenigvuldig deze met 1,5 (feitelijk reken je dan 1,5% uit van het meelgewicht).
Bakkers hanteren een vast zoutpercentage van 1,5% zout ten opzichte van de hoeveelheid meel, dat op alle broodsoorten wordt toegepast. Uit ervaring blijkt dat in recepturen een zoutpercentage van 1,5% ten opzichte van het meel overeenkomt met de wettelijke grens van maximaal 1,8% zout op de droge stof.
Het gemiddelde percentage zout dat aan brood wordt toegevoegd varieert van 1,8% tot 2,2% van de totale hoeveelheid meel, afhankelijk van het recept en de persoonlijke voorkeur. Een laag zoutgehalte kan natuurlijk leiden tot saai en smakeloos brood, iets meer dan de 2,2% norm zal gemiddeld te zout bevonden worden.
Dus in totaal 500 gram bloem en 325 gram water in de kom. Zout blijft gelijk met 1,8% is 9 gram.
Deze bloem neemt ongeveer 600 milliliter water op per kilogram, terwijl dat bij zelfgemalen bloem op ongeveer 650 milliliter ligt.
Hoeveel gist heb je nodig? Om 1 kilogram bloem (dat is voldoende voor 2 grote broden) te laten rijzen heb je nodig: 42 g verse gist. 14 g droge gist.
Soorten vocht
Wanneer je een deeg voor een brood gaat maken zal je meestal water gebruiken. Maar je kan ook melk gebruiken, dat maakt het brood luxer, smaakvoller en blijft iets langer vers. Het is wat minder gebruikelijk maar je kan ook appelsap, bier, karnemelk of kwark gebruiken.
ingrediënten. Voor een brood van ongeveer 1 kg heeft men nodig: 800 gr bloem of meel. wat minder dan 1/2 liter lauw water of melk.
Voor het bakken van brood is eigenlijk alleen maar tarwe en spelt goed geschikt. Dat komt omdat tarwe en spelt beschikken over glutenvormende eiwitten dat brood zijn elasticiteit en volume geeft. Rogge heeft ook wel gluten maar heel veel minder en is daar is geen luchtig brood van te bakken.
Een zelfgebakken brood is (meestal) goedkoper dan een brood van de warme bakker. In de prijs van een zelfgebakken brood zitten namelijk geen kosten voor de arbeidstijd of de verkooptijd, zoals dat het geval is bij de warme bakker.
Deeg laten rijzen is erg belangrijk voor de smaak en textuur van zelfgebakken brood. Tijdens het rijzen produceert het gist of de zuurdesem kooldioxide. Dit zorgt voor een mooi luchtig en goed gerezen brood. Hoe langer en langzamer je brooddeeg laat rijzen, des te lekkerder de smaak en textuur van het brood.
Als je bakt met verse gist, is het belangrijk dat je het zout er niet rechtstreeks op strooit. Zout doodt namelijk de gistcellen. Daarom staat in recepten altijd dat je het gistmengsel in een kuiltje in het midden van de bloem doet, en het zout aan de rand van de kom strooit.
Broodzout is ook gewoon keukenzout (natriumchloride), maar hieraan is 70 tot 85 mg jodium per kg zout toegevoegd. Broodzout mocht alleen aan brood toegevoegd worden. Zout in brood is belangrijk voor de smaak van brood en zorgt er ook voor dat het deeg beter verwerkbaar is.
In het algemeen is een zakje droge gist van 7 gram voldoende voor 500 gram bloem. Maar lees altijd het recept om te weten hoeveel je precies nodig hebt.
Een deeg dat niet wil rijzen kan twee oorzaken hebben: het deeg is niet goed of lang genoeg gekneed, of het staat in een te koude omgeving. Als het deeg goed gekneed is dek je de kom af met folie of een schone theedoek en zet je deze op een tochtvrije plek. Minimaal op kamertemperatuur, maar liefst iets warmer.
Normaal gesproken kan gerezen deeg niet blijven liggen, want van te lang gerezen deeg kan je geen mooi brood meer bakken. Dus moet de bakker die zijn klanten 's ochtends om acht uur van vers brood wil voorzien, bij nacht en ontij zijn bed uit om aan het kneden te gaan.
Het brood is te sterk gerezen, iets minder gist gebruiken. Het deeg bevat te weinig vocht. Er zijn te veel hele graankorrels of zaden toegevoegd; deze zuigen het water op.
Waarom moet een brooddeeg meerdere keren rijzen? Tijdens het rijzen maakt gist ook geur en smaakstoffen aan, hoe langer je het laat rijzen, hoe meer smaak. Maar je moet wel op het gashoudend vermogen letten, dus niet te lang wachten met de narijs anders kan het deeg scheuren.
Boter kan brood een rijkere smaak geven. Aan het bakproces draagt boter weinig bij. Margarine werkt enigszins als broodverbeteraar. Boter en margarine houden het brood iets langer vers en mals, tevens zorgen zij voor een groter volume.
Rijzen is voor heel wat hobby-bakkers een groot probleem. Je kan dit proces wat versnellen door je degen in de oven te laten rijzen. - plaats je degen in de oven. Door de oven te openen zal de temperatuur zakken tot 40°C.
'Water is de simpelste en de beste broodverbeteraar,' zei mijn meester op de bakkersschool. Vuistregel voor watertoevoeging: 70-80% bij volkorenmeel, 65-75% bij gebuild meel, 60-70% bij bloem. Andere vuistregel: het ene meel neemt meer water op dan het andere meel.
Brooddeeg is een mengsel van tarwemeel of tarwebloem, wat water of melk, gist of zuurdesem en zout. Zowel gist als zuurdesem zorgen ervoor dat het deeg gaat rijzen en er een luchtig brood ontstaat. Om een elastisch deeg te krijgen, moeten de ingrediënten gedurende 10 tot 15 minuten stevig gekneed worden.
Het vetgehalte toegepast in de meeste broden is 3 – 5%. Gebruik je meer vetstof dan heb je meestal ook meer gist nodig aangezien de vetstof het rijsproces kan vertragen. Gebruik je 12% of meer vetstof in je deeg toe, voeg dan in delen toe nadat alle ingrediënten goed zijn gemengd met het vocht.
Je vraag is hoeveel boter. Voor gewoon brood circa 5%. Hogere percentages zie je bij stollen. Boter maakt de kruim zacht en het brood iets beter houdbaar/eetbaar.