De schattingen van het aantal benodigde windmolens op land lopen uiteen van 2.000 tot 4.250 stuks in 2050. Dat zijn er hooguit twee keer zoveel als de 2.300 die er nu in Nederland staan. Door bestaande windmolens te upgraden en om te bouwen kan het aantal te plaatsen windmolens bovendien beperkt worden.
In totaal staan er op 1 januari 2021 op land en op zee 2.610 windmolens met een totaal vermogen van 6.719 megawatt (MW). In 2020 is er 2.261 MW bijgebouwd, bijna zeven keer zoveel als een jaar eerder. Figuur 1: Verdeling van het windvermogen.
Tegenwoordig is het gemiddelde vermogen van een Nederlandse windmolen ongeveer 1 megawatt (MW = 1.000 kW). Moderne molens hebben een vermogen van 3 MW, en er zijn zelfs al molens met een vermogen van 8 MW. Er staat in Nederland momenteel in totaal voor 3.917 MW aan vermogen voor windenergie opgesteld (bron: windstats).
Financieel gezien kost een windmolen 3 miljoen + € 363.000 per jaar. Daarvoor moet een windmolen minimaal 15 jaar draaien om zichzelf (fabriceren, plaatsen, onderhouden en slopen) terug te verdienen.
Als je vijftig scenario's uit de twintig studies doorneemt, kom je tot een gemiddelde terugverdientijd van ruim 23 weken. Omdat er in de onderzoeken doorgaans van een levensduur van twintig jaar wordt uitgegaan, levert een windmolen zeker negentien jaar energiewinst op.
Met de grootte van de windmolens die vandaag de dag geïnstalleerd worden, komt dat neer op 4.250 windmolens op land en hooguit 6.750 windmolens op zee.
In de nabije toekomst worden er nog eens drie windparken bijgebouwd voor de kust van Zeeland, Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord. Doel is dat de windparken samen in 2030 7000 (MW) elektriciteit gaan produceren, wat gelijk staat aan het jaarlijks gebruik van ongeveer 7 miljoen huishoudens [4].
Van de ruim 1.200 molens in Nederland, vind je er in Kinderdijk maar liefs negentien bij elkaar. Deze molens werden door de Waterschappen gebruikt om het water in de polders op peil houden.
Aan het eind van 2019 stond er in Nederland 3.534 MW aan bruikbare windenergie op land. Dat is goed voor 59% van de landelijke doelstelling. Sommige windparken op land zijn later klaar dan gepland. Daarom is het opgesteld vermogen van 6.000 MW in 2020 niet gehaald.
Vorig jaar werden 420 windmolens geplaatst in Duitsland, waarmee het totaal uitkomt op 30.000. De groei van het aantal turbines zou worden geremd door langdurige processen rond planning en vergunningen. Ook is er te weinig ruimte aangewezen voor nieuwe molens.
Een kwart van alle Nederlandse windmolens op agrarische bedrijven staat in de gemeente Zeewolde. Binnen de gemeentegrenzen draaien daar 113 windmolens hun rondjes. Op geruime afstand volgens twee andere Flevolandse gemeenten: Dronten en Lelystad met respectievelijk 37 en 32 windmolens.
Een molen van 150 meter hoog met een rotordiameter van 120 meter heeft een maximaal vermogen van ongeveer 4 MW. Dan wordt het sommetje: 4 MW x 0,35 x 8765 uur = 12,3 GWh per jaar. Dan heb je dus 341 windturbines nodig om een kerncentrale te vervangen.
In 3 tot 6 maanden draaien wekt een windturbine evenveel energie op als er nodig is voor de bouw, het onderhoud en de afbraak. Een windmolen gaat zo'n 20 jaar mee.
Het is steeds moeilijker om beschikbare terreinen te vinden, met name door toenemend protest van burgers. 65 % van de ongeveer 8.000 Franse windmolens op land zijn gevestigd in slechts drie regio's (Hauts-de-France, Grand-Est en Occitanie).
Hoeveel windmolens je nodig hebt om zoveel elektriciteit op te wekken? Afhankelijk van de omvang en de wind levert een moderne windmolen op jaarbasis zo'n 6,5 miljoen kWh elektriciteit. Dit betekent dat we er zo'n 18.000 nodig hebben om heel Nederland van stroom te voorzien.
Een windmolen levert net zo veel energie als 30.000 zonnepanelen. Voor veel bedrijven zijn 200 tot 5.000 zonnepanelen echter meer dan genoeg om in hun eigen energieverbruik te voorzien. Investeren in een windmolen met zo'n overschot aan vermogen heeft dus niet veel zin.
Dit komt omdat windturbines op zee gecompliceerder zijn om te bouwen. De fundering en plaatsing van een dergelijke molen is niet eenvoudig. Dicht langs de kust hebben we te maken met vogeltrekroutes. Verderop in zee kun je er lastig bijkomen.
1. Flevoland blijft koploper als het gaat om de meeste aantallen windmolens in de provincie met 628 windturbines. 2. Is Noord-Holland met 336 windmolens.
CBS: 33 procent stroom Nederland afkomstig van windmolens, zonnepanelen en biomassa. In 2021 was 33 procent van de stroom in Nederland afkomstig van hernieuwbare-energiebronnen waaronder windmolens, zonnepanelen en biomassa. De productie van deze bronnen steeg met 22 procent.
Investeringskosten: 29,58 miljoen euro. Turbines op de zee zijn een stuk duurder dan op het land, onder meer omdat het moeilijker is een vergunning te krijgen en omdat de logistieke kosten (o.a. vervoer per schip) natuurlijk hoger liggen. IRENA schat de investeringskost op 3.286,57 euro per kilowatt.
Duurzame energiebronnen
Het aandeel zonne-energie was bijna 10%. Dat er zoveel meer duurzame energie van wind afkomstig is, heeft onder andere te maken met het vermogen van een windturbine. Zo levert een moderne windturbine aan de Nederlandse kust jaarlijks ongeveer net zoveel stroom op als 36.000 zonnepanelen.
Hierbij kantelen de kop en de wieken zodat de wind alleen tegen de scherpe zijde van de wieken waait. Van de voorkant lijken ze dan dunnere wieken te hebben. Daardoor vangt de windmolen bijna geen wind meer en komen de wieken tot stilstand, rustig wachtend op een aangenamer briesje.
Zonnepanelen produceren bijvoorbeeld meer energie in de zomer, terwijl windmolens meer energie leveren in de winter. De zon is namelijk krachtiger in de zomer, terwijl de wind over het algemeen krachtiger waait in de winter. Op deze manier vullen windmolens en zonnepanelen elkaar het hele jaar door goed aan.