Hoeveel zonnepanelen kan ik op een bestaande groep installeren? Op een bestaande groep mag u een omvormergroep tot maximaal 500 Watt AC vermogen installeren. Dit wordt normaal bereikt door bv 3 panelen van 190 Wattpiek op een 500W omvormer aan te sluiten zoals een Steca 500 of een Soladin 600.
Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt. Let dus op het vermogen van de omvormer. Die bepaalt wat je maximaal kan aansluiten.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
1-fase aansluiting
Bij een hoofdzekering van 40A is de maximale zekering van de groepenkast 40/1,6A = 25A. Je mag op die groep dus een zonnepaneleninstallatie plaatsen van 25A*230V = 5750 Watt.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Een andere veel voorkomende reden voor het vervangen van de meterkast is doordat de capaciteit niet meer aansluit bij de energiebehoefte. In het geval van zonnepanelen is het goed om van tevoren te bepalen of de hoeveelheid opgewekte stroom bij de huidige capaciteit van de meterkast past.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Drie fase? 3 fase wil zeggen dat je een hoofdzekering hebt van 3 x 25 ampère. Als je een hoofdzekering hebt van 3x 25 ampère dan heb je totaal 75 x 230 volt = 17.250 watt maximaal aan vermogen.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Vermogen van de omvormer
Het is essentieel dat het vermogen van je omvormer goed afgestemd is op het totale vermogen van je zonnepanelen voor een optimaal rendement. Afhankelijk van jouw situatie kan je bv. een omvormer voor zonnepanelen van 5.000 Wp nodig hebben of voor zonnepanelen van 3.000 of 4.000 Wp.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
Heb je minder dan 13 zonnepanelen? Dan heb je een 1 fase omvormer nodig. Liggen er 13 of meer zonnepanelen op je dak? Dan kun je kiezen voor een 3 fase omvormer.
Omvormers kunnen we indelen in 1-fase of 3-fase. Vanaf 15 à 16 zonnepanelen (vanaf 5.750 Wp vermogen) gaat u vaak automatisch gebruik maken van een zogenaamde 3 fasen omvormer.
Eén groep van 230V kan bij een 16 A zekering 230 V x 16 A = 3680 W ofwel 3,68 kW als maximum aangesloten krijgen.
De kosten van de geleverde stroom blijven bij krachtstroom hetzelfde. Wel zal een apparaat dat werkt op krachtstroom vaak sneller en aanzienlijk meer stroom verbruiken dan een klein huishoudelijk apparaat. Voor de stroom zelf betaalt u echter niet meer dan normaal.
Een vuistregel voor het handhaven van de hoeveelheid stroom door één groep luidt als volgt: 3500 Watt is de standaard, wat altijd goed is. Echter, als u deze waarde preciezer wilt weten, zal u onderscheidt moeten maken tussen 220 en 230 Volt. Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen.
Tot ca. 18 panelen wordt gebruik gemaakt van een 16 Ampere zekering. Dat is dezelfde zekering die in huishoudelijke installaties worden gebruikt. Het vermogen dat dan maximaal terug geleverd kan worden is dan 3600 W.
Als u 4 tot 12 zonnepanelen laat installeren is het soms mogelijk om de aanwezige bekabeling of leidingen te gebruiken om de opgewekte zonnestroom van de omvormer naar de meterkast te transporteren. Een zogenaamde PV-verdeler splitst een bestaande groep in tweeën (meestal die van de wasmachine).
Hoeveel zonnepanelen voor 3500 kWh? Een zonnepaneel met een vermogen van 390 Wattpiek heeft een gemiddelde jaaropbrengst van 332 kWh per jaar. Voor 3.500 kWh aan energie zou je dus 11 zonnepanelen nodig hebben die een heel jaar lang energie opwekken.
Vanaf 2022 is er voor het eerst sinds jaren weer een rechtstreekse premie voor zij die zonnepanelen wensen te plaatsen. Dit is een eenmalige premie tot maximaal 1500 EUR. Ook voor batterijen kan u rekenen op een eenmalige premie tot 3200 EUR.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen.
Vanaf 10.001 kWh tot 50.000 kWh betaald men €0,0515 energiebelasting per kWh. En van 50.001 tot 10.000.000 kWh betaald men €0.0137 energiebelasting per kWh. De belastingtarieven worden ieder jaar door de overheid vastgesteld.