Water. Eenmaal goed geworteld zijn vlinderstruiken niet veeleisend. In droge, hete periodes doe je er goed aan om goed water te geven. In de winter wil Buddleja niet erg nat staan, kies een plek uit waar in de winter geen plassen blijven staan.
allereerst houd een vlinderstruik ervan om in de volle zon te staan en hij houd absoluut niet van natte voeten. Mocht hij wel te nat staan dan kan dit dus een reden zijn dat de vlinderstruik geel blad geeft.
Voor vlinders kwamen onder andere Buddleja davidii 'Dartmoor', 'Empire Blue' en 'Ile de France' er heel goed af. Ook Buddleja alternifolia was een goed vlindertrekker, vooral omdat deze bloeit in mei, als er nog weinig andere vlinderstruiken voedsel bieden.
Geef jaarlijks een hoogwaardige meststof, zoals Pokon Bio Tuinmest, in de periode april t/m juni. Ook kalk strooien in maart zal de plant goed doen.
Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte. Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water. Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
U kunt eventueel om het jaar snoeien, een niet gesnoeide struik bloeit eerder. Snoeit u nooit, dan zal de vlinderstruik op den duur minder bloemen geven. Er is een uitzondering op de snoeiregels: de soort Buddleja alternifolia bloeit op overjarig hout en hoeft alleen na de bloei licht terug geknipt te worden.
Dit soort verkleuringen worden meestal veroorzaakt door een tekort aan voedingsstoffen. Deze kun je aanvullen door je plant te verpotten en door regelmatig plantenvoeding te geven. Een verkleuring door een tekort aan voedingsstoffen kan in veel gevallen ook weer bijkleuren.
Te weinig zonlicht. Wat ook een bepalende factor is voor de bloei van de vlinderstruik is, is de standplaats. Een vlinderstruik houdt van een zonnige standplaats. Wanneer je een vlinderstruik aanplant op een plek waar weinig zonlicht komt, bijvoorbeeld onder een boom dan zal de vlinderstruik niet of nauwelijks bloeien.
April of mei – In het voorjaar kun je de vlinderstruik het beste een flinke snoeibeurt geven. Wanneer je deze verjongingssnoei niet toepast, zal de struik gauw verhouten en weinig bloeien. Snoei de plant daarom in april – mei tot zo'n 50 cm boven de grond.
Maar om op je vraag te antwoorden: 's nachts (of bij slecht weer) hangen vlinders onder blaadjes in bomen of struiken, of ze kruipen in holletjes tussen stenen of andere voorwerpen om er een slaapje te doen.
Een vlinderstruik planten kan het beste in het voorjaar of najaar, niet tijdens vorst. De vlinderstruik houdt van een voedingrijke, humusrijke, goed doorlatende en kalkhoudende grond. Zet deze struik niet op een zure grond, want dan kan deze geen voedingsstoffen opnemen. Plant de vlinderstruik op een zonnige plek.
Een Buddleja kan flink groeien. Hij groeit als een struik en vertakt, maar de takken steken wel vooral omhoog. In één groeiseizoen kan een vlinderstruik met gemak een paar meter hoog worden en als je hem weinig of niet snoeit wordt je vlinderstruik al snel een vlinderboom.
Laagblijvende vlinderstruik snoeien
Dit kun je doen door de takken af te knippen op een hoogte van ongeveer 30 centimeter boven de grond. Vervolgens loopt de plant weer uit en zal in de zomer prachtig bloeien. Het jaarlijks snoeien zorgt voor een mooiere bloei.
De vlinderstruik toppen
De vlinderstruik is een snelle groeier en maakt lange scheuten. Begin juni knip je de toppen uit deze scheuten. Daardoor wordt de plant steviger, vertakt hij met meer scheuten en zal hij aan het eind van elke tak gaan bloeien. Hij blijft hierdoor wel iets kleiner.
Uitgebloeide bloemen snoeien voor herbloei.
Deze langbloeiende vlinderplanten beginnen te bloeien rond de maand juni. Na de bloei worden de bloemen van de vlinderstruiken snel bruin. Je kunt jouw vlinderstruik er heel makkelijk een stuk frisser uit laten zien als je de uitgebloeide bloemen telkens eruit knipt.
Aan het eind van de zomer en/of het begin van de herfst raakt de vlinderstruik uitgebloeid. De prachtige witte, paarse, roze of oranje kleurige bloemen worden bruin. De sierwaarde van de plant neemt hierdoor af en de uitgebloeide bloemen kunnen misschien als storend worden ervaren.
De Buddleja davidii Pink Delight bloeit van juli tot en met augustus met enorme prachtige roze bloempluimen. Deze Pink Delight heeft één van de grootste bloemen van alle vlinderstruik soorten, soms kunnen ze wel tot een halve meter lang worden! Een 'delight' om te zien dus.
De buddleja is niet giftig en daardoor ook geschikt voor tuinen, waarin kinderen spelen. Het afsnijden van de uitgebloeide bloemen bevordert een verdere bloeiperiode. Bij goede groei- en weersgesteldheid kan de buddleja een hoogte tussen de 2 en 3 meter bereiken.
Graaf op de plek waar de vlinderstruik moet komen een gat dat net iets groter is dan de wortels van de vlinderstruik. Op deze manier zullen de wortels genoeg ruimte hebben wanneer de planten uiteindelijk in de grond geplant zijn. Zorg dat er tot ten minste 50 centimeter rond deze plek geen onkruid te vinden is.
Vlinders hebben een lange, smalle roltong waarmee ze tot onderin de bloem reiken om de heerlijke nectar op te zuigen. Een vlinder drinkt met zijn roltong nectar van de vlinderstruik.
Het nadeel van een vlinderstruik is dat het wel de volwassen dagvlinders voedt, maar niet hun kroost. Voor hun rupsen hebben dezelfde vlinders o.a. brandnetels, look-zonder-look, inheemse grassen en bloeiende klimop nodig. Zonder rupsen geen vlinders, dus die moeten ergens groot worden.
Wanneer vlinderstruik verplanten? De beste periode om een vlinderstruik te verplanten is in de periode oktober t/m april. In deze periode zijn de temperaturen niet meer zo hoog wat beter is voor het verplanten van een vlinderstruik omdat de struik dan in rust is.