Want er werken ongeveer 1,25 miljoen vrouwen in zorg en welzijn. Dat is 84 procent van het totaal van de ruim 1,5 miljoen werkenden daar. Sterker: ruim één op de vier vrouwen werkt in zorg en welzijn. En ruim driekwart daarvan werkt parttime, minder dan 35 uur per week.
Naar verhouding zijn de meeste vrouwen te vinden in de klasse zorg en welzijn (81%), gevolgd door de pedagogische (73%) en dienstverlenende beroepen (66%). Het laagst zijn de percentages vrouwen in de technische en logistieke beroepen en de ICT (16% of minder). Van de managers is 26% een vrouw.
Onder de verzorgenden (mbo 3) zijn relatief de minste mannen te vinden; het aandeel vrouwen is hier met 94 procent het hoogst. In de mbo-opleiding voor verpleegkunde zijn de meeste mannen te vinden, maar was vorig jaar nog steeds 89 procent van de gediplomeerden een vrouw en 11 procent een man.
Wereldwijd is 90 procent van de verpleegkundigen een vrouw. In Afrika was 24 procent van de verpleegkundigen tussen 2013 en 2018 mannelijk, tegenover 76 vrouwelijk (WHO, 2019).
Bijna acht van de tien werkenden in de gezondheids- en welzijnszorg zijn vrouw, kijk bijvoorbeeld naar het eerder genoemde Buurtzorg. Daarnaast werken vrouwen relatief vaak in het onderwijs, in de sector cultuur en overige dienstverlening. Mannen werken veel vaker dan vrouwen in de industrie en de bouwnijverheid.
De toptien van vrouwenberoepen bestaat uit verzorgende en administratieve beroepen: doktersassistentes, leerling-verpleegkundigen, gezins- bejaardenverzorgenden, ziekenverzorgenden en (directie)secretaresses. Mannen werken naar verhouding vaker in vrouwenberoepen dan vrouwen in mannenberoepen.
Vanuit de richting Gedrag & Maatschappij werkte 35 procent van de vrouwen en 14 procent van de mannen met een wo-master vier jaar later in de gezondheids- en welzijnszorg, van de hbo-bachelors was dat 60 procent van de vrouwen en 37 procent van mannen.
Zie ook de bevolkingspiramide. Op 1 januari 2020 telde Nederland 8 648 031 mannen en 8 759 554 vrouwen. Dat betekent dat er 99 mannen op elke 100 vrouwen zijn. Op jongere leeftijden zijn mannen licht in de meerderheid, op hogere leeftijden vrouwen.
Levensverwachting voor mannen 79,7 en voor vrouwen 83,0
(Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 18,6 jaar voor mannen en 21,2 voor vrouwen.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019.
Hoe oud worden mensen in Nederland? In 2021 was de levensverwachting bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. In 1950 was dat nog 70,3 jaar voor mannen en 72,6 jaar voor vrouwen. De levensverwachting wordt bepaald met behulp van de sterftekansen op elke leeftijd.
Van alle in een praktijk werkzame huisartsen in 2018 was 58,1 procent vrouw. In 2013 was dit nog 50,0 procent. Het aantal in een praktijk werkzame vrouwelijke huisartsen steeg tussen 2013 en 2018 met 30,7 procent.
In het tweede kwartaal van 2022 was de nettoarbeidsparticipatie onder vrouwen 68,1 procent, onder mannen was dit 76,4 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep. Bij jongeren tot 25 jaar is de arbeidsdeelname onder mannen en vrouwen gelijk.
In 2020 werkten er 1,4 miljoen mensen in de zorg. Dat betekent 1 op de 7 werkenden. In 2040 zullen er volgens berekeningen van de Sociaal Economische Raad (SER) meer dan 2 miljoen mensen nodig zijn in de zorg. Dat is dan 1 op de 4 werkenden!
In 2000 telde Nederland een kleine 44.000 geregistreerde artsen van 65 jaar en jonger. Op 1 januari 2010 zijn er bijna 59.000 geregistreerde artsen. Een toename van maar liefst 33 procent. De groei deed zich niet overal in gelijke mate voor.
Op dit moment zijn er binnen ZorgkaartNederland 1186 chirurgen in Nederland bekend. Het gemiddelde cijfer van alle chirurgen in Nederland is een 9.2 op basis van 5452 waarderingen.
Eind 2017 werkten ruim 186 duizend geregistreerde verpleegkundigen in een beroep binnen of buiten de zorg. Dat zijn er ruim 12 duizend, of 7 procent, meer dan in 2014. Binnen de zorg werkten eind 2017 ruim 171 duizend verpleegkundigen, bijna 6 procent meer dan drie jaar eerder.
Hoe groot is het probleem? De zorg is op dit moment een van de sectoren met het grootste personeelstekort: er staan 61.000 vacatures open, bleek deze week uit nieuwe cijfers. In 2019, dus voor corona, gaven werkgevers in de zorg al aan dat 7 op de 10 vacatures moeilijk vervulbaar zijn.
Zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis zijn bijvoorbeeld zorgverleners in de huisartsenzorg, wijkverpleging, via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, woonzorgcentra, kleinschalige woonvormen, ambulancezorg en geestelijke gezondheidszorg ( GGZ geestelijke gezondheidszorg ( ...
De beroepsbevolking kan worden onderverdeeld in de werkzame en werkloze beroepsbevolking. In het tweede kwartaal van 2022 behoorden 9,5 miljoen mensen tot de werkzame beroepsbevolking, 93 duizend meer dan het kwartaal ervoor. De werkloze beroepsbevolking bestond uit 327 duizend personen.
Sociale, ondernemende en artistieke beroepen het aantrekkelijkst. Op zoek naar een date zijn voor zowel mannen als vrouwen leraren, advocaten, journalisten, verplegers, fotomodellen, stewards of stewardessen en personal trainers aantrekkelijke beroepen.