Rond de 2,5 a 3 jaar komen kinderen op het idee om 'waarom'-vragen te stellen. Dit is een stuk moeilijker, dus je kind wil hier veel mee oefenen. Vandaar de eindeloze stroom met vragen…
Je kind van 5 jaar kan:
de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten. groepjes herkennen van 6 zonder te tellen.
Hoelang de waarom-fase duurt verschilt per kind. Net als dat het verschilt op welke leeftijd het begint. Sommige kinderen beginnen op hun tweede al vragen op je af te vuren, andere pas in de kleutertijd.
4-jarige meisjes spannen de kroon
Met 4-jarige meisjes als ultieme winnaressen in de nieuwsgierigheidscategorie: zij pronken bovenaan de lijst met een duizelingwekkende 390 vragen per dag. De 'verliezers' bleken met 'slechts' 144 vragen per dag de categorie 9-jarige jongens.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
Antwoord: De lucifer natuurlijk!
6 tot 10 jaar. Wanneer je kind naar groep 3 gaat kent het de dagen van de week en soms ook de verschillende maanden. In groep 3 en 4 groeit het tijdsbesef verder en leert je kind klokkijken. Eerst leert het hele en halve uren herkennen en benoemen.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
Denken tussen 3 en 4 jaar
Driejarigen beginnen geleidelijk dat proces in de gaten te krijgen. Ze hebben dan een beter beeld in hun hoofd van wat er is gebeurd en hoe dat gekomen is. Wel lopen fantasie en werkelijkheid nog vaak door elkaar. Je kind begrijpt soms nog niet goed wat echt is en wat niet.
Je peuter gaat steeds duidelijker praten
Als je kind drie jaar is, begrijpt het alledaagse gesprekken en eenvoudige verhalen. In deze fase praten peuters duidelijker. Vreemden verstaan al ongeveer de helft van wat ze zeggen. De zinsbouw wordt steeds beter.
Een speciale categorie denkvragen zijn de vragen waarmee je iemand kunt uitdagen over zichzelf als denkend wezen na te denken. Het zijn eigenlijk een soort meta-denkvragen. De vragen zijn niet bedoeld om iemand te laten nadenken over een bepaald onderwerp maar om te laten nadenken over het denken.
- Het is geel en zit op een stoel? Een zitroen!
In Kanazawa in Japan heeft een bedrijf ijs ontwikkeld dat niet smelt. Het ijs wordt gemaakt van aardbeien. Het is ontdekt toen het Biotherapy Development Research Center Co. op zoek was naar een doel voor aardbeien die niet mooi genoeg zijn om te verkopen.
ra ra... Het antwoord op de vraag werd gegeven door Casper. Het is natuurlijk een stoel, of een tafel.
Kinderen in deze leeftijdsfase snappen de regels van spelletjes, maar hebben zeker in het begin nog wel moeite om samen met anderen de regels te volgen. Ze zijn erg bezig met rivaliteit en willen graag zelf winnen. Daarom spelen ze vaak nog het liefst op zichzelf.
Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben.
Kinderen van 5 jaar worden zich steeds bewuster van hun eigen 'ik'. Daarnaast ontwikkelen ze empathie, ze kunnen zich steeds beter inleven in anderen. Je kunt dit zien doordat ze bijvoorbeeld andere kinderen troosten. Tegelijkertijd zijn peuters nog erg egocentrisch, waardoor ze elkaar bijvoorbeeld duwen.
Hoogbegaafdheid bij kinderen geven kenmerken als perfectionisme, faalangst, intense emoties, het diepe nadenken, bezig zijn met volwassen vraagstukken en het vele vragen stellen? Dan is het belangrijk om te onderzoeken in hoeverre er inderdaad sprake is van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafde kinderen hebben een IQ van 130 of hoger. Ook zijn ze creatief in de manier waarop ze denken en hebben ze veel doorzettingsvermogen. In de praktijk wordt alleen het IQ gebruikt om te 'meten' of een kind hoogbegaafd is. Dat komt doordat doorzettingsvermogen en creatief denken moeilijker te meten zijn.
Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel. Jonge kinderen hechten al veel waarde aan beloftes en gaan diepgaandere vriendschappen aan. In de klas is te merken dat deze kinderen veel moeite hebben met 'onrechtvaardige' beoordelingen en straffen.