Het toevoegen van 0,03% ascorbinezuur aan broodmeel is voldoende voor een optimaal resultaat. Het fungeert ook als conserveermiddel en belemmert schimmel- en bacteriegroei. Franse bakkers voegen het toe aan hun recept voor stokbrood of boule. Voor je eigen brood los je 1 gram ascorbinezuur op in water, per 1 kg bloem.
De ingrediënten in broodverbeteraars zijn volledig veilig voor consumptie en zijn grondig getest en goedgekeurd door nationale en internationale overheden die instaan voor de voedselveiligheid.
Broodverbeteraars kunnen bestaan uit een combinatie van ingrediënten, van zowel natuurlijke als niet-natuurlijke (synthetische) oorsprong. Het gaat bijvoorbeeld om melkproducten, vetten, suikers, emulgatoren, enzymen, gluten, ei-bestanddelen, sojameel en/of meelverbeteraars.
Gebruik ongeveer 3 - 5% broodverbeteraar op het totale bloem/meel gewicht van je baksel om een lekker luchtig brood te bakken.
Je mag zelf bepalen hoeveel glutenpoeder je toevoegt. Hoe meer je toevoegt hoe hoger het brood zal worden. Als startwaarde adviseren we om 1 tot 5% van het meelgewicht toe te voegen.
De meest gebruikte stof in een broodverbeteraar is ascorbinezuur (feitelijk is dat een meelverbeteraar) ook bekend als vitamine C. Een paar milligram helpt het gluten te versterken en maakt het gashoudend vermogen van deeg groter.
Een broodverbeteraar maakt je brood hoger, luchtiger en verlengd de houdbaarheid van het brood. Ook is er kans dat het brood minder snel instort. Broodverbeteraar bevat extra gluten, enzymen en vitamine C. Ook wel bekend als klein broodverbeteraar.
Een beproefde methode: eerst zout en water in de bakvorm, daarna meel of bloem het water bedekken, daarna de gist er bovenop en eventueel andere ingrediënten zoals enzymmix of broodverbeteraar.
Dus in totaal 500 gram bloem en 325 gram water in de kom. Zout blijft gelijk met 1,8% is 9 gram.
In het algemeen is een zakje droge gist van 7 gram voldoende voor 500 gram bloem. Maar lees altijd het recept om te weten hoeveel je precies nodig hebt.
Bijvoorbeeld: “meelverbeteraar E300” of “meelverbeteraar: ascorbinezuur”. Het betreft de volgende additieven – wanneer ze als “meelverbeteraar” aanwezig zijn in het meel of op een andere manier toegevoegd worden aan het deeg: fosforzuur en fosfaten (E338, E339, E340, E341, E343, E450, E451, E452) ascorbinezuur (E300)
Ascorbinezuur fungeert als anti-oxidant en broodverbetermiddel. Ascorbinezuur wordt o.a. gebruikt bij het maken van brood. Ascorbinezuur (E300) creëert een zure omgeving voor de gist, waardoor de gist sneller en langer kan werken. Dit verhoogt het volume van het brood en levert brood met een fijnere kruimelstructuur.
E920 wordt aan brood toegevoegd, bijvoorbeeld in de vorm van cysteïne. Door het toevoegen van cysteïne wordt het deeg soepeler en is het eenvoudig te bewerken. L-cysteïne wordt overigens niet uitsluitend gebruikt voor het bereiden van brood, maar ook voor andere bakproducten zoals gebak en pizzabodems.
Kortom: Brood bevat meestal suiker, wat erg slecht voor je is. Het bevat ook antinutriënten die de opname van mineralen zoals calcium, ijzer en zink blokkeren. In brood zit GEEN ÉÉN voedingsstof die je niet uit ander voedsel kunt halen, zelfs in grotere hoeveelheden.
Om de vraag “ is gist nu gezond of ongezond?” te beantwoorden, kunnen we concluderen dat gist niet ongezond is, maar ook niet knetter-gezond. Als je verder goed en gezond eet, en geen last hebt van overgevoeligheden, kun je gerust gist-producten als brood consumeren , zij het met mate.
Het moderne brood bevat behoorlijk veel suiker, gemiddeld een half klontje suiker per boterham. Die suiker zorgt samen met het zetmeel uit brood voor pieken in je bloedsuikerspiegel en daar word je dik van. Zeker ook omdat vrijwel alle broodbeleg teveel suiker bevat. Na het eten van brood krijg je al snel weer honger.
Voor een lekker brood is boter of margarine je beste vriend. Doordat het vaste vetstoffen zijn, leveren ze een soepel deeg op, dat je gemakkelijk kunt verwerken. En het blijft langer vers!
Soorten vocht
Wanneer je een deeg voor een brood gaat maken zal je meestal water gebruiken. Maar je kan ook melk gebruiken, dat maakt het brood luxer, smaakvoller en blijft iets langer vers. Het is wat minder gebruikelijk maar je kan ook appelsap, bier, karnemelk of kwark gebruiken.
Het aantal rijzen is afhankelijk van het gebruikte meel of bloem en het product dat je wilt bakken. Gebruikelijk is om het deeg drie keer te laten rijzen, maar twee en vier keer komt ook voor.
Een zelfgebakken brood is (meestal) goedkoper dan een brood van de warme bakker. In de prijs van een zelfgebakken brood zitten namelijk geen kosten voor de arbeidstijd of de verkooptijd, zoals dat het geval is bij de warme bakker.
Als je het "verkeerde" broodmix koopt (wat eigenlijk meelmix genoemd moet worden), waar geen gist in zit, en je voegt alleen maar water toe dan krijg je een niet gerezen brood dat enorm compact is, een baksteen zoals bakkers dit noemen.
Een machine doet dingen gewoon, terwijl broodbakken elke dag anders is. Een broodbakmachine warmt voor het bakken langzaam op, waardoor je de stoot hitte in het begin mist die brood zo knapperig maakt. Het wordt dus nooit echt goed brood.
Voor gebruik in brood schijnt het optimale gebruik 0,25% lecithine te zijn, dus 1,5 gram lecithine op 600 gram meel.
Kleinbroodpoeder is een broodverbeteraar waarmee je kleine broodjes lekker zacht en smeuïg van worden. Door toevoeging van kleinbroodpoeder worden de kleine broodjes extra luchtig. Gebruik 15% op 100% meel en/of bloem.
Welke broodbakmachine je ook koopt, je kunt ervan uitgaan dat je minstens 500 broden moet kunnen bakken voordat hij de geest geeft. Een beetje broodbakmachine kost 75 euro en de snelle rekenaars weten dat je 15 cent per brood moet rekenen voor de afschrijving.