Want je 300mm lens wordt zo 'ineens' 450mm. Maar ditzelfde effect pakt negatief uit als je in het groothoekgebied wilt fotograferen. Want je 24mm lens wordt nu 36mm. Dus om de 28mm normale groothoek uit te komen, zoals hierboven uitgelegd, moet je al een 18mm lens gebruiken.
Je kunt het aantal keer zoom berekenen door de grootste waarde te delen door de kleinste. Zo heeft een 18 tot 200 mm lens 11 keer zoom, namelijk 200 gedeeld door 18. De millimeterwaarden geven aan in hoeverre je te maken hebt met een groothoeklens of een telelens.
Met een 70-300mm lens is je beeld bij 70mm al aardig ingezoomd, maar met 300mm haal je het onderwerp pas echt dichtbij. Een gevaar van zo'n groot zoombereik is bewegingsonscherpte. De duurdere modellen beschikken over beeldstabilisatie die dit probleem ondervangen.
Iedere lens kan echter maar tot een bepaald punt scherpstellen, de minimale scherpstelafstand. Afhankelijk van deze afstand én de brandpuntsafstand heeft iedere lens een maximale vergrotingsfactor (= verhouding tussen de grootte van het onderwerp in werkelijkheid en hoe groot hij op de sensor wordt afgebeeld).
Optische zoom
Deze wordt berekend door de hoogste waarde van het zoombereik te delen door de laagste waarde van het zoombereik. Zo kun je met 60x zoom even ver zoomen als met 50x zoom: omdat je verder kunt uitzoomen. Let dus niet alleen op de zoomfactor, maar zeker ook op de beginwaarde van het zoombereik.
optisch zoombereik 29 tot 88 mm = 3x. beeldhoek 61° - 23°
Met de beeldgrootte en de voorwerpsgrootte kan de vergroting berekend worden met N=B/V. In dit geval: N=6/2= 3 De lenssterkte staat gelijk aan 1/brandpuntafstand. Met de lenzenformule mis ik een aantal informatie om brandpuntafstand te berekenen.
De 35mm lens wordt vaak gezien als een meer veelzijdige lens en dit is ook te zien aan het aantal soorten fotografie waarvoor deze lens gebruikt wordt, denk aan trouwfotografie, sportfotografie, foodfotografie, reisfotografie, landschapsfotografie (hoewel dan 35 mm prime minder voor de hand ligt) en straatfotografie.
We stellen voor: de Canon 5200mm f/14. Een lensdop zo groot als een volwassen putdeksel en een uiterlijk van een raketafweerinstallatie. De Canon is qua omvang het grootste slr-objectief op de wereld en kan scherpstellen op maar liefst vijftig kilometer!
Over het algemeen wordt een lens tot 24mm een groothoeklens genoemd. Er zijn groothoeklenzen die een vast brandpunt hebben. Hier kun je alleen brede beelden mee maken. Hoewel 24mm de standaard is voor een groothoeklens, lopen de brandpuntsafstanden bij dit type lens best uiteen.
Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand. Denk hierbij aan lenzen van minimaal 400mm of meer.
Om de aandacht echt op het stel te leggen, kies ik een telezoom zoals de 70-200mm. Dit geeft meteen een hele andere sfeer dan een foto die je maakt met de 24-70mm. Een lichtsterke 35mm of 50mm is een 'bonus' die ik niet altijd bij me heb, maar beide objectieven zijn zeer geschikt voor een loveshoot.
Een 70-200mm is een geweldige lens voor het vastleggen van rennende, springende en kunstjes-makende honden. Voor portretten is mijn persoonlijke favoriet de 85mm f/1.8 lens. Deze is niet alleen geweldig voor menselijke portretten, ook lieve hondensnoetjes komen prachtig tot hun recht met deze focuslengte.
Wat is oogsterkte? Een oog heeft een nabijheidspunt en een vertepunt. Het nabijheidspunt is de dichtstbijzijnde afstand die je zonder moeite scherp kunt zien. Normaal ligt dit punt bij een mens rond de 30 cm van het oog.
De dioptrie (symbool dpt) is een eenheid voor sterkte ("lichtbrekende kracht") van een lens of spiegel. Een dioptrie is gedefinieerd als 1 dpt = 1 m−1. De dioptrie kan worden beschouwd als een afgeleide eenheid van het SI-stelsel.
Om de gezondheid van de ogen te controleren wordt een korte analyse uitgevoerd. Bij ernstige oogproblemen zal een opticien je doorverwijzen naar de oogarts. De oogmeting wordt gedaan door middel van apparatuur en enkele schermen met letters en cijfers. De opticien bepaalt vervolgens je oogsterkte.
Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld. Dus stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is.
De factor (de vermenigvuldiging) waarmee een getal, als waarde van een voorwerp, lijnstuk, plaatje of wat dan ook, wordt vergroot.
Om aan te geven hoeveel keer zo groot de werkelijkheid is kan je een schaal gebruiken. Een schaal is een verhouding. Een schaal van 1:10 betekent dat alles in werkelijkheid tien keer zo groot is. In andere woorden: 1 cm op de tekening is 10 cm in het echt.
18-55: het zoombereik van de lens. Van groothoek (18mm) tot 55 mm (lichte telelens). Van 18 tot 55mm is een zoombereik van 3 en dat laat Nikon ook aan het einde nog een keer zien door 3.0x te vermelden. f/3.5-5.6G: Het maximale diafragma.
De brandpuntafstand van een objectief wordt altijd weergegeven in millimeters. Hoe lager de millimeters, hoe breder de hoek die we zien op de foto. Hoe hoger de millimeters, hoe meer we in gaan zoomen. De hoek die we dan zien wordt steeds kleiner.