Een 'gemiddelde' melkkoe heeft 5500 VEM onderhoudsbehoefte per jaar en 460 VEM per liter melk nodig. Gemiddeld is 15% RE in het rantsoen nodig en 3 gram fosfor (P) per kg drogestof.
Om 1 kg FPCM (Fat-Protein Correct Milk), melk met 4% vet en 3.3 % eiwit) te maken, heeft een koe ongeveer 460 eenheden VEM nodig. Een koe die 30 kg melk produceert heeft ongeveer 19.000 VEM nodig. Hiervan is ongeveer 5300 eenheden nodig voor onderhoud, het overige voor de productie van melk.
Hoe wordt VEM berekend? De VEM wordt berekend door middel van het niveau verteerbaar organische stof, ruwe celstof, ruw eiwit, ruw vet en verteerbare koolhydraten. Wanneer u voor uw vee wilt berekenen hoeveel VEM ze nodig hebben is het belangrijk om te kijken naar hoeveel melk het dier produceert.
De afkorting vem staat voor voedereenheid melk. Koeien produceren meer melk van een kuil met een hoge vem. De vem is een maat voor de hoeveelheid energie in het voer. ligt op 980 vem per kilo droge stof.
46 g DVE per kg meetmelk.
DVE staat voor Darm Verteerbaar Eiwit. DVE is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm. Deze hoeveelheid eiwit is afkomstig van 2 bronnen: eiwit geproduceerd in de pens van de koe (zogenaamd microbieel eiwit) en eiwit uit het voer wat pensbestendig is.
Met 8 kg krachtvoer per koe per dag wordt er 29 kg brok per 100 kg melk gevoerd. Dit geeft 9,7 cent krachtvoerkosten per kg melk. De ruwvoerkosten (van eigen geproduceerd ruwvoer) zijn ingeschat op 10 cent per kg drogestof.
De Far-off droge koe heeft 9000 VEM en 400-500 DVE per dag nodig met een OEB van 0-150, verder moet het rantsoen zo'n 13-14% RE bevatten (zie tabel 1: streefwaarden droogstandsrantsoen van Veerkracht). Dit betekent dat er per dag 1500 gram RE gevoerd wordt.
Meetmelk wordt berekend met volgende formule: Mm = [0,337 + (0,116 x % vet) + (0,06 x % eiwit)] x melkproductie. Bedrijven met veel ruwvoer zullen een lagere voederefficiëntie accepteren dan bedrijven met minder ruwvoer.
Het DVE-systeem gaat er van uit dat bij een rantsoen met OEB = 0 de stikstofaanvoer voldoende is om een productie van microbieel eiwit van gemiddeld 150 g per kg fermenteerbare organische stof te waarborgen.
Hoeveel eiwitten heeft een koe nodig? “De norm van vlees- en zuivelkoeien verschilt. Melkveehouders stemmen dit af met hun voerspecialist. Maar het zal over het algemeen gaan om 12 procent tot 16 procent eiwit in het eten.
Voederwaardering en voersamenstelling maakt nog steeds gebruik van de zogenaamde Weende analyse. Deze analytische benadering is al in de 19de eeuw opgezet in het Weende onderzoeksstation in Duitsland en analyseert o.a. de fractie vocht, ruw as (mineralen), ruw eiwit (stikstof), ruw vet en ruwe celstof.
Dagelijks gaat het om een drogestofopname van 18 kilo per koe per dag, in de winter is dit 17 kilo droge stof. Ze krijgen jaarrond 7 tot 8 kilo droge stof uit mais, daarnaast dus 5 kilo droge stof uit weidegras aangevuld met kuilgras en krachtvoer.
'Deels halen koeien het vet gewoon uit hun voer', vertelt wetenschappelijk directeur Daniël De Brabander van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek in Melle. 'De vetzuren uit het voeder komen via de pens en de dunne darm in de bloedbaan en stromen vervolgens naar de melkklier in de uiers.
Dit blijkt wanneer de voederwaarde wordt uitgedrukt in gehaltes per VW-eenheid in plaats van gehaltes per kg droge stof (tabel 12.7).
Zo werkt de rekentool
De eerste stap is het invoeren van de eigen ruwvoeders. Vervolgens maak je een koegroep aan waarvoor de berekening bedoeld is. De derde stap is het berekenen van een rantsoen. Door het variëren in hoeveelheden en soorten eigen gras en mais kan een rantsoen soms al in balans worden gebracht.
Fictieve pacht is het aantal ha in eigendom vermenigvuldigd met een fictieve pachtprijs. Deze fictieve pacht heeft men nooit betaald, maar wordt toch in kosten gebracht. Grond wordt niet afgeschreven.
Een droogstaande koe heeft een rantsoen nodig met 750 – 825 VEM per kilo drogestof en zo'n 12 procent ruw eiwit. Het voer moet smakelijk zijn, zodat de koeien er veel van blijven vreten.
Het totaal ruw eiwit in een rantsoen bestaat uit: oplosbaar eiwit, afbreekbaar eiwit en bestendig ruw eiwit (BRE). De fractie bestendig eiwit kan niet door de pensmicroben worden afgebroken en komt dus beschikbaar voor opname in de darm.
OEB staat voor 'Onbestendige Eiwit Balans'. Dit kengetal geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee in balans zijn. Een positieve OEB betekent dat er relatief meer eiwit in de pens beschikbaar is ten opzichte van de energie.
De mestproductie ligt op zo'n 29 kuub per jaar plus 43,5 kilo fosfaat, waardoor een koe per dag zo'n €1,37 kost aan mest. – De overige kosten, zoals ziektekosten, water en de kosten van het melken (exclusief de arbeid), bedragen zo'n 41 cent per dag.
Het geeft namelijk veel gezondheidsproblemen, zoals kreupelheid, uierontsteking en spijsverteringsproblemen. In de natuur kunnen koeien tot wel 20 jaar oud worden. Van een lang leven kunnen de dieren in de industrie niet genieten.
Een koe eet gemiddeld 5 kilo krachtvoer per dag. Daarnaast krijgen koeien ook nog 100 gram aan vitamines en mineralen om gezond en fit te blijven. Dus: wat een een koe per dag? Vooral heel veel gras!
Het ruw eiwit is het eiwit dat direct beschikbaar is in het rantsoen. Het heeft een directe relatie met de melkproductie, maar ook met ureum en eiwitgehaltes.
Het onbestendige eiwit, het eiwit dat in de pens wordt afgebroken, moet door de pensbacteriën omgebouwd worden in microbieel eiwit. Dit is een eiwitbron die een super samenstelling heeft, een soort eiwit die een koe zeer goed in de darm kan verteren en heel goed om kan zetten in melkeiwit.