Je hebt met je medewerker schriftelijke afspraken gemaakt over het opnemen van vakantiedagen (in de arbeidsovereenkomst of in een personeelshandboek). Of er gelden aparte regels vanuit de cao. Hierin kan bijvoorbeeld zijn afgesproken dat de medewerker niet meer dan twee weken achtereenvolgens op mag nemen.
Je hebt het recht je opgebouwde vakantiedagen op te nemen voordat de arbeidsovereenkomst eindigt. Een vakantiedag opnemen betekent dat je vrij bent, terwijl je wel doorbetaald krijgt, net als bij een gewerkte dag. Je werkgever moet hier wel mee akkoord gaan.
Je kunt (meestal) niet al je vakantiedagen opnemen
In de praktijk zal de gemiddelde werkgever hier niet mee akkoord willen gaan. Een werknemer mag in principe zelf bepalen wanneer en hoeveel vakantiedagen hij opneemt, maar de werkgever kan hier bezwaar tegen maken als er sprake is van gewichtige redenen.
Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin u ze heeft opgebouwd. Vakantiedagen die u bijvoorbeeld in 2021 heeft opgebouwd, vervallen op 1 juli 2022. Bij cao of schriftelijke overeenkomst kan een ruimere vervaltermijn zijn overeengekomen.
Wanneer u werkdagen van 8 uur per dag heeft, betekent dit dat u in totaal 16 dagen vakantie per jaar kunt opnemen. De wettelijke vakantiedagen mag u als werknemer zijnde meenemen naar het volgende jaar. Het is van belang dat u deze wettelijke vakantiedagen binnen 6 maanden na het opbouwjaar op zal nemen.
De werknemer behoudt sowieso zijn recht op zijn door arbeidsongeschiktheid niet opgenomen vakantiedagen en kan het saldo in voorkomend geval ook overdragen naar het volgend jaar (met toepassing van de aangepaste Jaarlijkse Vakantiewetgeving Werknemers).
Alleen bij zwaarwegende redenen kan de werkgever een werknemer weigeren zijn vakantiedagen op te nemen bij einde dienstverband. Wettelijke vakantiedagen dienen binnen zes maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd te worden opgenomen.
In sommige gevallen kan je er beter voor kiezen om je vakantie uren op te maken.Dit is financieel minder aantrekkelijk dan het te laten uit betalen maar het levert je wel extra vrije tijd op. Het is financieel aantrekkelijker om door te werken maar je betaalt meer belasting over het uitbetaalde vakantie uren.
De hoogte van de transitievergoeding die uw werkgever betaalt bij ontslag wordt bepaald op basis van 2 onderdelen: uw maandsalaris en de duur van het dienstverband. De vergoeding is per 1 januari 2024 maximaal € 94.000 bruto. Of, als uw jaarsalaris hoger is dan € 94.000, maximaal 1 bruto jaarsalaris.
Wilt u dat uw ontslag zo snel mogelijk ingaat en niet pas na de opzegtermijn? Dan kan dat als uw werkgever daarmee instemt. Doet hij dat niet en gaat u toch eerder weg? Dan kan het zijn dat u uw werkgever een vergoeding ter hoogte van het loon over die periode moet betalen.
Als u zelf ontslag neemt, kunt u meestal geen WW-uitkering krijgen omdat u zelf verantwoordelijk bent voor uw werkloosheid. Het is daarom verstandig om juridisch advies te vragen bij een rechtshulpverlener voordat u ontslag neemt.
Over de eerste 10 dienstjaren is de vergoeding 1/3 maandsalaris per jaar.Daarna 1/2 maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Voor werknemers van 50 jaar en ouder, met minimaal 10 jaar dienstverband, is de vergoeding van 1 maand per gewerkt dienstjaar (voor de jaren boven de 50 jaar).
Dit heeft tot gevolg dat een werkgever wettelijke vakantiedagen niet mag uitbetalen, ook niet wanneer dit met de werknemer afgesproken wordt. Daarnaast bepaalt de wet dat deze vakantiedagen zes maanden na het jaar waarin ze opgebouwd zijn, vervallen.
Een werknemer moet zijn of haar wettelijke vakantie opnemen binnen de 12 maanden die volgen op het einde van het vakantiedienstjaar. Hieruit volgt dat de wettelijke vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft niet kunnen overgedragen worden naar een volgend kalenderjaar. Dergelijke praktijk is onwettig.
Een eindafrekening is een overzicht met daarin alle financiële zaken rondom de samenwerking met een vertrekkende werknemer. Alle openstaande posten worden hierin verwerkt. Dit kunnen bijvoorbeeld niet-opgenomen vakantiedagen zijn, maar ook achterstallig loon en een eindejaarsbonus worden meegenomen.
Voor het aantal vakantiedagen dat nog openstaat, vermenigvuldig je het aantal uren met het laatstverdiende uurloon. Bijvoorbeeld, als een medewerker nog tien vakantiedagen open heeft staan met acht uren per dag en een uurloon van € 15, dan krijgt de medewerker bij uitdiensttreding € 1.200 (10 x 8 x € 15) uitbetaald.
Een werkgever kan een verlofaanvraag voor werk alleen afkeuren met een gewichtige reden. Een gewichtige reden voor het afkeuren van verlof kan bijvoorbeeld zijn: (Verwachte) extreme drukte in de periode dat het verlof wordt aangevraagd.
Géén verplichting
De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf.
Als je wordt ontslagen door je werkgever voor het einde van het jaar heb je in de meeste sectoren toch recht op je eindejaarspremie. Die wordt dan wel berekend op basis van de periode waarin je datzelfde jaar hebt gewerkt. Word je ontslagen om dringende redenen, dan heb je echter geen recht op je eindejaarspremie.
Voor 50- en 60-plussers geldt GEEN hogere transitievergoeding meer. 50- en 60-plussers ontvangen DEZELFDE transitievergoeding als JONGERE werknemers. Dit is 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. Vóór 2020 ontvingen 50-plussers en 60-plussers een hogere transitievergoeding bij ontslag.
Een ontslagvergoeding wordt bruto berekend. Je werkgever schat je jaarinkomen in en past de geldende regels toe om je een netto vergoeding uit te keren. Afhankelijk van de hoogte van je inkomen, houd je zonder maatregelen te treffen 50 tot 63% van je ontslagvergoeding netto over.
Uitgedrukt in bruto maandsalarissen ontvangen werknemers na ontslag met wederzijds goedvinden gemiddeld 0,57 maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Dit ligt dus hoger dan de 1/3 tot een half maandsalaris dat een werknemer op basis van de transitievergoeding meekrijgt.
Als u een ontslagvergoeding krijgt, zoals een transitievergoeding, betaalt u daar belasting over.
Over de eerste 75.518 betaalt u in 2024 iets meer belasting dan in 2023, namelijk 36,97 %. Bij een inkomen van 75.518 en hoger blijft het belastingpercentage hetzelfde: 49,5 %.